DONDERDAG 20 MET 1807. 1°. W. F. Verheij van Wijken 2°. Prof. Mr. J. Oppenbeim; tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. P. H. Roessingh, J. J. Van Masvk Huyser van Reenen en C. A. Simonis, allen met algemeene stemmen. d. In Stemdistrict IV. (De Burg): tot voorzitter, de heer Dr. E. F. Van Dissel; tot leden, de heeren 1°. J. J. Hassel- bach, 2°. Mr. J. H. Goudsmit; tot plaatsvervangende leden, de heeren Mr. J. C. Van der Lip, H. J. Jesse en C. C. Tiele- man, allen met algemeene stemmen. e. In Stemdistrict V. (School aan de Mare): tot voorzittter, de heer Prof. Dr. D. E. Siegenbeek van Heukelomtot leden, de heeren 1°. P. Zillesen, 2°. Mr. H. Vos; tot plaatsvervan gende leden, de heeren IT. L. A. Van Campen, M. II. Van Waveren en C. Goekoop, allen met algemeene stemmen. f. In Stemdistrict VI. (School aan de Van-der-Werfstraat): tot voorzitter, de heer Mr. S. J. Fockema Andreae: tot leden, de heeren 1°. Mr. L. M. J. H. Kerstens, 2°. A. I). D. Schretlen; tot plaatsvervangende leden, de heeren B. Blan kenberg, J. ,T. Van Hoeken en C. R. Van Ruyven, allen met algemeene stemmen. g. In Stemdistrict Vil. (Bewaarschool aan de Groenesteeg) tot voorzitter, de heer J. A. Van Hamel; tot leden, de heeren 1°. P. J. Van Hoeken, 2°. Prof. Mr. H. B. Greven; tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. D. C. Hesseling, C. Th. Driessen en J. R. Koopmans van Boekeren, allen met algemeene stemmen. h. In Stemdistrict VIII. (Timmerloods aan de Stadstim- merwerf): tot voorzitter, de heer Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, met 16 stemmen, terwijl 1 stem is uitgebracht op den heer Dr. A. W. Kroontot ledende heeren 1°. W. Pera, 2". Mr. M. P. Sipkes, beiden met algemeene stemmen; tot plaatsvervangende ledende heeren G. F. Alschemet alge meene stemmen, L. E. Nieuwenhuizen, met 15 st. (2 stem men zijn uitgebracht op den heer P. J. Burgersdijk)en Mr. P. M. Von Baumhauer, met algemeene stemmen. De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne welwillende medewerking. Ik wensch nog op te merken de heeren, die de kieswet hebben nagelezen, zullen dat hebben gezien dat niet meer geldt de vroegere regeling, dat alle andere leden van den Raad als plaatsvervangers zijn aangewezen; ook niet de nu benoemde stemopnemers buiten den Raad. De Gemeente raad benoemt voor elke verkiezing den voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden voor elk stembureau, dus niemand kan zich door een ander laten vervangen dan uit een der door den Raad daartoe aangewezenen. Wanneer meerdere leden van één bureau gingen bedanken, zou een nieuw raadsbesluit noodig zijn om het getal weder aan te vullen uit de personen, die daartoe eerst zijn aangewezen en uit de leden van den Raad. Willekeurige plaatsvervanging kan niet plaats hebben. De wet schrijft voor, dat de voor zitter van het stembureau de plaatsvervanging regelt; dus kunnen de voorzitters in overleg treden met de leden en de plaatsvervangersom de plaatsvervanging gedurende den dag der stemming te regelen. De heer De Goeje. M. d. V. Mag ik u even eene vraag doen. Ligt het in uwe bedoeling met de leden dezer bureaux nog eene bijeenkomst te houden, om enkele punten met hen te bespreken De Voorzitter. Mijne bedoeling is de voorzitters der stem- bureaux uit te noodigen met mij eene bijeenkomst te houden, omdat mij dat noodig voorkomt. De wet is eenvoudig genoeg, en de heeren zullen die even goed begrijpen als ik; maar voor het geval van het voorkomen van quaesties is het goed dat er eenheid is van beslissing. Het is eene nieuwe zaak en wenschelijk is het, dat in het eene district dezelfde begin selen en dezelfde toepassing gelden als in het andere. Mijne bedoeling is dus, daaromtrent met elkander gemeenschappe lijk te overleggen. Voorts geef ik in overweging, dat iedere voorzitter eene dergelijke bijeenkomst houdt met de leden en plaatsvervangende leden van zijn bureauop welke bijeen komst dan tevens de plaatsvervanging kan worden geregeld. Het is doodeenvoudig; maar het is eene nieuwe zaak, dus kunnen daarbij voor mij evenals voor u allen nieuwe quaesties rijzen. IV. Verzoek van de Wed. C. H. F. Jeltes—Buyn, om vrijstel ling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. n°. 113). V. Idem van Dr. F. Pijper, om terugbetaling van school geld, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 114). 1 VI. Idem van Mej. C. C. J. Boer, om ontslag als derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2<if' Klasse. (Zie ing. St. n°. 115). VII. Voorstel omtrent het gebruik van de Gehoorzaal voor de tentoonstelling van leekeningen en de eindexamens der Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n°. 117). VIII. Verzoek van P. Werkman, om vrijstelling van school geld, Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n°. 120). üp al deze punten wordt achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt. IX. Voorstel tot vaststelling van het bedrag van het school geld voor V. Hymans, leerlinge der Kweekschool voor onder wijzers. (Zie Ing. St. n". 121). De Voorzitter. De heeren zullen reeds hebben bemerkt, dat in het gedrukte stuk een fout is ingeslopen. Er moet n. 1. niet staan »per week" maar per leervakdat wordt dus na vermindering met 2 voor één minderjarig kind f 1.96. Het voorstel wordt daarna zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 2