DONDERDAG
13 MEI 1897.
53
De heer Van Dissel. M. d. V. Onder de gestelde voorwaarden
zie ik de bepaling van de breedte der brug op vier meter.
Jk kan mij niet voorstellen welk belang van Leiden betrokken
is bij die bepaling der breedte?
De Voorzitter. Dat staat in verband met bet aantal boomen,
dat anders zou moeten wegvallen. Wanneer de brug eens tien
meter breed gemaakt werd, dan zou daardoor een groot gedeelte
van den weg boomloos worden. En vier meter werd ook vol
doende gevonden.
De heer Van Dissel. Dus het wil zeggen: niet meer dan
vier meter?
De Voorzitter. Juist, mijnheer Van Dissel; in verband
met het aantal boomendat anders zou moeten vallen.
De heer Van Dissel. Dank u, M. d. V.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel daarna
aangenomen.
XIV. Idem tot onderbandsche verpachting van de tienden
onder Leiderdorp.
(Zie Ing. St. n°. 90).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
XV. Rekening van de Vereeniging tot bevordering van den
bouw van werkmanswoningen, over 1896.
(Zie Ing. St. n°. 110).
De heer Drucker. M. d. V. Ik wilde gaarne eene kleine
aanvulling geven op het verslag, dat door de Commissie van
finantiën over de rekening is uitgebracht; een daarin niet
speciaal vermeld punt wensch ik nog even onder de aandacht
mijner geachte medeleden te brengen en op die wijze ook
onder de aandacht van het publiek.
Uit het voordeelig saldo over 1896 wordt n.l. door het Be
stuur der Vereeniging aangeboden terugbetaling der garantie,
die de gemeente een vorig jaar, toen er iets te kort kwam
(ƒ192.heeft gegeven. Volgens de destijds gemaakte over
eenkomst had het bestuur dat niet behoeven aan te bieden
maar had het kunnen afwachten, of het Gemeentebestuur die
terugbetaling verlangde. Het Bestuur is evenwel uit zichzelf
zoo royaal geweest. De Commissie van Finantiën heeft natuurlijk
volstrekt geen bezwaar het aanbod te accepteeren en alleen
wenscht zij even de aandacht er op te vestigen, dat de zaak
aldus gegaan is.
De Voorzitter. Ik dank den heer Drucker voor zijne mede-
deeling, die trouwens ook voorkomt in het rapport van B.
en Ws. over het volgende onderwerp.
De rekening wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XVI. Verzoek van de Vereeniging tot bevordering vau den
bouw van werkmanswoningenomtrent het stratenplan op
het terrein van de voormalige Eendenkooi aan den Heeren
singel en het verleenen van rentegarantie voor eene tweede
geldleening.
(Zie Ing. St. n°. 99 en 111).
Op beide verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt.
XVII. Idem' van J. Van Raven, om terugbetaling van school
geld lager onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 100).
XVIII. Idem als voren van de weduwe P. M. .T. Jeltes, ge
boren F. Van Daalen.
(Zie Ing. St, n°. 101).
XIX. Idem van L. II. De Jongb, omtrent het dempen van
een sloot langs den Hoogen Rijndijk.
(Zie Ing. St. n°. 103).
Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt.
XX. Voorstel omtrent wijziging van het besluit op de heffing
van havengeld.
(Zie Ing. St. n°. 102.)
De Voorzitter: B. en W. stellen voor dit punt aan te
houden, omdat nog eens onderzocht moet worden, of niet
in ons advies eene kleine omissie is ingeslopen.
Dienovereenkomstig wordt bij acclamatie besloten.
XXI Idem lot aankoop van terrein aan den Maresingel
voor de oprichting van de vijfde school van de derde klasse.
(Zie Ing. St. n°. 107 en 116.)
De Voorzitter: Het rapport van de Plaatselijke School
commissie luidt als volgt:
Leiden, 11 Mei 1897.
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
De Plaatselijke Schoolcommissie heeft de eer U in ant
woord op Uw schrijven van den 7den Mei (n°. 619) mede te
deelen, dat zij Uw voorstel tot aankoop van het terrein
gelegen aan den Maresingel tusschen de Heerenbrug en den
verbindingsspoorweg van de Gasfabriek, wenscht te steunen.
De Secretaris der Plaatselijke Schoolcommissie,
D. C. Hesseling.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XXII. Idem omtrent de overneming van de straten enz.
van Vreewijk.
(Zie Ing. St. n°. 108.)
De heer Drucker. M. d. V.! De voordracht is gesteld in
handen van de Commissie van Financiën. Het staat bij de
Commissie niet geheel vast, of dit wel is een van die onder
werpen, waarover zij advies heeft uit te brengen. Voor zoover
dit echter het geval mocht zijn, verklaart de Commissie, tegen
het voorstel geen bezwaar te hebben.
De Voorzitter. Ik dank den heer Drucker voor deze mede-
deeling.
In deze voordracht wenschen B. en Ws. nog eene wijziging
te brengen. In overleg met den gemachtigde der eigenaars van
Vreewijk is n.l. voorgesteld, dat de betaling zou plaats hebben
verdeeld over vijf jaren. Er moest dus van gemeentewege
zekerheid van betaling worden bedongen. Zooals die waarborg
nu sub 3° is voorgesteld, zou daaruit volgen, dat alle eigen
dommen hypothecair zouden worden bezwaard, terwijl dat
absoluut niet noodig is, omdat het bedrag, waarvoor de waar
borg strekt betrekkelijk zeer gering is. Maar in de tweede
plaats zouden de eigenaars misschien op andere wijze in den
waarborg willen voorzien, b.v. door het stellen van borgtocht
of door ons effecten in pand te geven, of ook zullen zij wellicht
om het stellen van zekerheid te voorkomen ineens afbetalen,
wat natuurlijk voor de gemeente nooit kwaad kan. B. en Ws.
wenschen nu aan dit bezwaar tegemoet te komenmaar
tegelijkertijd is er nog iets anders, dat bij het doen van dit
voorstel niet is voorzien. Vreewijk is n.l. niet meer in ééne
hand: er zijn verschillende eigenaren. Nu is er wel geen voor
uitzicht, dat er zal moeten worden geëxecuteerd, maar voor
het geval dat dit noodig mócht zijn, is het voor de gemeente
toch wenschelijk, dat zij één persoon heeft aan te spreken en
niet alle eigenaars ieder voor zijn deel afzonderlijk. Daarom
wenschen wij ieder der eigenaars hoofdelijk te binden voor
de betaling van het geheel.
Deze voorwaarde wordt dan als volgt gelezen:
3°. dat voor de richtige nakoming der voor hen uit deze
overeenkomst voortvloeiende verplichting de eigenaars van
Vreewijk zich hoofdelijk verbinden en ten genoege van B. en Ws
voldoende zakelijke of persoonlijke zekerheid stellen ten behoeve
van de gemeente Leiden;
Aldus gewijzigd wordt dit voorstel bij acclamatie goed
gekeurd.
XXIII. Idem omtrent bestrating van een gedeelte van den
Haarlemmerweg.
(Zie Ing. St. n°. 105.)
XXIV. Idem omtrent telefonische aansluiting van de politie
posthuisjes.
(Zie Ing. St. n°. 104.)
XXV. Verzoek van G. Ritman c. s., om het gebruik van de
Gymnastiekschool voor gymnastische oefeningen.
(Zie Ing. St. n°. 109.)
XXVI. Idem als voren van de Leidsche Gymnastiek- en
Schermvereeniging Hercules.
(Zie Ing. St. n°. 109).
XXVII. Voorstel tot afstand van eene kaart, zich bevindende
in het Archief, voor het Algemeen Rijksarchief te 's Graven-
hage.
(Zie Ing. St. n°. 106.)
XXVIII. Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst
1897. (Eerste gedeelte).
Op al deze punten wordt achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de
voorstellen van Burg. en Wethouders beschikt.
De heer Van Rhijn. M. d. V.! Bij de behandeling van de
Verordening op de straatpolitie, was een adres ingekomen
van het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen wielrij-