DONDERDAG 4 FEBRUARI 1897.
9
X. Voorstel omtrent versterking van de stoelen in de
Gehoorzaal.
(Zie Ing. St. n°. 18.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XI. Verzoek van den Directeur van den's Gravenhaagschen
stoombootdienst te 'sGravenhage, ter bekoming in huur of
eigendom van eene strook grond aan den Zijlweg voorbij de
Spanjaardsbrug.
(Zie Ing. St. n°. 309 van 1896.)
De heer Driessen. M. d.V In de vergadering van 14 Januari
werd besloten deze zaak uit te stellen ten einde een nader
onderzoek te kunnen instellen. Intusschen is geblekendat de
bezwaren door een lid van de Kamer van Koophandel oor
spronkelijk geopperd, zijn opgehelderd en opgeheven, en van
de zijde van de Kamer van Koophandel bestaat derhalve tegen
behandeling van dit verzoek geen bezwaar meer.
Op het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming gunstig
beschikt.
XII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting dienst
1896, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen-
en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. St. n°. '22.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
XIII. Voorstel omtrent het gebruik van een gedeelte van
het Gobelinbehang afkomstig van het kasteel Endegeest.
(Zie Ing. St. n°. 24.)
De heer Stadhouder. M. d. V.! Ik ben zeer ingenomen met
de bestemming aan de Gobelins te gevenminder ingenomen
evenwel met de mededeeling omtrent het werk door Van Driel
te verrichten. Gaarne zou ik wenschen te vernemen wat voor
de f '175 a f '200 zal worden gedaan. Zullen de Gobelins daar
voor alleen aangespannen worden, dan is de opgaaf te hoog.
Of heeft de heer Van Driel andere plannen? Uit de toelichting
blijkt dairvan niets. Ik heb herhaalde malen de Gobelins ge
zien en er wordt niet weinig vereischt om ze voor de bestemde
kamer op Endegeest bruikbaar te maken
De Voorzitter. De heer Van Driel heeft niet alleen op zich
genomen de Gobelins op te spannen, maar ook ze zooveel
noodig te herstellenhij heeft B. en W. aangetoond op welke
wijze dit zal geschieden, door een stuk nagemaakt Gobelin
stuk te snijden en daarna te herstellen. En nu was het bij
het ophangen volkomen onzichtbaar waar de herstelling had
plaats gehad. Wanneer nu op dezelfde wijze de Gobelins op
Endegeest worden hersteld, dan komt een bedrag van f 175
a f 2Ó0 mij daarvoor werkelijk niet overdreven voor.
Bovendien moeten de Gobelins aan de kanten en aan som
mige zijden worden bekleed met linnen; voor genoemden prijs
zal dit in orde worden gemaakt. Groote herstellingen zullen
het evenwel niet zijn, de kunst-naaldhandwerksnijverheidzal
er niet bij te pas behoeven te komen.
De heer Stadhouder. M. d. V.! De stof waarop de wol is
geborduurd is vergaan. Wanneer Van Driel niet op sommige
plaatsen, maar alles bekleedt met eene zachte, dunne stof,
die hier en daar onzichtbaar wordt vastgemaaktdan is eene
duurzame verbetering tot stand gebracht. Geschiedt dit echter
niet, dan zullen na verloop van 5, 6 jaren weder groote repa-
ratiën noodig zijn. Mocht echter zulk een volledig herstel aan
Van Driel worden opgedragen, dan kan hij het voor f 200
niet doen.
De Voorzitter. Wij zullen nader met den heer Van Driel
over de zaak sprekenen de wenken door den beer Stadhouder
gegeven in overweging nemen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
XIV. Rekening over '1896 van de Plaatselijke Schoolcom
missie.
(Zie Ing. St. n°. 23.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
(Tijdens de behandeling van dit punt hebben de heeren
Van Hamel, De Goeje, Pera en Kroon tijdelijk de vergader
zaal verlaten).
XV. Voorstel tot het verleenen van een crediet voor sneeuw-
opruiming.
(Zie Ing. St. n°. 25.)
De Voorzitter. Zooals de heeren hebben gezien, wordt in
ons rapport de datum van 30 Januari genoemd. Tot op dien
dag was aan de opruiming besteed f 880; dat bedrag is in de
laatste dagen zeer gestegen en heeft zeker wel het bedrag van
f 1300 bereikt. Aangezien het wenschelijk is met desneeuw-
opruiming, zoo noodig, voort te gaan, stellen B. en W. den
Raad voor, hun een onbepaald crediet voor dat doel voor 1897
te verleenenwant wanneer alleen het voorstel thans in be
handeling wordt aangenomendan is het crediet reeds uitgeput.
Ik stel dus voor B. en W. voor 1897 een onbepaald crediet
te verleenen voor sneeuwopruiming.
Daartoe wordt bij acclamatie besloten.
XVI. Bezwaarschrift van M. Hartogh Ileys, wed. J. Moll
van Charante, tegen den aanslag op het Suppletoir Kohier
der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1896.
(Zie Ing. St. n°. 10).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het voorstel van B. en W. besloten.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Open
bare Vergadering gesloten en veranderd in eene met gesloten
deuren.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.