15
Art. 67 oud.
Art. 68 oud,
2e lid.
Art. 70 oud
le en 3e lid.
4e lid.
Art. 69 oud.
„Schijnt overbodig."
Art. 70 oud, i. f.
Art. 77 oud, i. f.
Nieuw.
Art. 71 oud.
Art. 72 oud.
Art. 73 oud.
„Wordt reeds geregeld in de artikelen 67 en 68."
Art. 74 oud.
Art. 77 oud.
Art. 96.
De conducteur is verplicht den koetsier naar gelang van
omstandigheden te doen stoppen of stapvoets rijdenindien
iemand te kennen geeft dat hij wil instappen,
Hij is verplicht voor ieder, die wenscht uit te stappen,
onmiddellijk, of, wanneer de gelegenheid daartoe niet aan
stonds geschikt is, zoo spoedig mogelijk te doen stoppen.
De koetsiers zijn verplicht aan het door den conducteur
gegeven signaal tot stoppen onmiddellijk gevolg te geven.
Art. 97.
Het is den conducteurs verboden:
ameer personen binnen in of buiten op de rijtuigen toe
te laten, dan door Burgemeester en Wethouders vergund is;
b) kinderen beneden den leeftijd van 12 jaar zonder ge
leide buiten op te laten plaats nemen;
cdieren en hinderlijke voorwerpen in of op die rijtuigen
toe te laten;
d) kennelijk beschonken of onreine lieden in of op die
rijtuigen toe te laten.
Art. 98.
Degene, wien, hetzij omdat hij in kennelijk beschonken
of onreinen toestand verkeert, hetzij omdat het aantal pas
sagiers het door Burgemeester en Wethouders bepaalde
getal overtreft, door den conducteur gelast wordt zich te
verwijderen,' is verplicht aan dien last onmiddellijk gevolg
te geven.
Art. 99.
Het is verboden zich tegen den conducteur te verzetten,
wanneer deze dieren of hindelijke voorwerpen uit het rijtuig
verwijdert.
Art. 100.
Het is verboden, behalve in de zoogenaamde open tram
wagens, binnen in de tramrijtuigen te rooken.
Art. 101.
Het is den conducteurs en koetsiers verboden op den
openbaren weg dienst te doen, zonder op zichtbare wijze
het door Burgemeester en Wethouders bepaalde onderschei-
dingsteeken te dragen.
Art. 102.
De conducteurs der tramrijtuigen zijn verplicht deze na
afloop van eiken rit van binnen te bezichtigen en de door
hen gevonden voorwerpen zoo spoedig mogelijk en in ieder
geval binnen uiterlijk 24 uur, aan den eigenaar of aan het
Commissariaat van Politie, te bezorgen.
Art. 76 oud.
„Kan vervallen. Dit blijkt reeds uit de nieuwe artikelen 42,
66, 50 en 81."
Art. 75 oud.
Art. 103.
De conducteurs zijn verplicht zorg te dragen, dat in de
door hen gebruikt wordende rijtuigen een door den Commis
saris van Politie gewaarmerkte afdruk dezer afdeeling van
de Verordening op de Straatpolitie op leesbare wijze zij
aangebracht.
STRAFBEPALING.
Art. 104.
De overtreding van art 100 wordt gestraft met een geld
boete van ten hoogste één gulden; die van de artikelen 90