100 N°. 292. Leiden, 12 December 1896. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de in hare handen gestelde begrooting van inkomsten en uit gaven van het II. Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis voor 1897 en adviseert U die begrooting goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 293. Leiden, 14 December 1896. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van J. G. Riet bergen, aannemer van het verstraten van de Groote Beesten markt, het verplaatsen en het leveren van palen en eenige andere werkzaamheden, om kwijtschelding van de hem opge legde boete wegens te late oplevering, hebben wij de eer IJ het volgende te berichten. De gunning van het werk heeft plaats gehad den 10 Au gustus j.l. Het werk moest binnen 8 weken na de gunning opgeleverd zijn, dat is derhalve 5 October, terwijl het is op geleverd op den 24sten October, dus 15 werkdagen te laat. Vertraging in het werk is ontstaan door de feesten op 81 Augustus wegens het plaatsen van de muziektent enz., het geen te zamen op 7 dagen te stellen is. Op dien grond is boete toegepast voor 8 dagen te late op levering ad f 15 per dag, uitmakende een bedrag van f 120. In overeenstemming met het gevoelen van de Commissie van Fabricage, daaromtrent door ons gehoord, komt het ons voor dat er in dit geval termen bestaan om gunstig op het verzoek te beschikken. In de eerste plaats was het weder gedurende de geheele uitvoering van het werk zeer ongunstig en in de tweede plaat is de gewone wekelijksche veemarkt in geen enkel op zicht door de uitvoering van het werk belemmerd en heeft de gemeente ten gevolge van de te late oplevevering geen schade geleden. Het zoude alzoo, onzes inziens, eenigszins hard wezen om adressant de gevraagde kwijtschelding te onthouden. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging, aan adressant kwijtschelding te verleenen van de ingehouden boete ad f 120, wegens te late oplevering van het aangenomen werk van de Beestenmarkt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge- teekende J. G. Rietbergen, metselaar en aannemer, Steen straat N°. 3 alhier. Dat hij het door hem aangenomen werk aan de Beestenmarkt acht dagen te laat heeft opgeleverd, waarom hem van zijn aanneemsom een honderd en twintig gulden is gekort. Dat echter deze te late oplevering geheel buiten zijn toe doen is geschiedaangezien het gedurende den tijd dien voor de uitvoering was bestemd, bijna aanhoudend geregend heeft. Waardoor het werk niet weinig is vertraagd. Reden waarom hij beleefd verzoektdat het U Edelen mocht behagen hem de opgelegde boete kwijt te schelden en hem te doen uitbetalen f 120. 't Welk is doende enz. J. G. Rietbergen. N°. 294. Leiden, 14 December 1896. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven het schoolgeld voor de minderjarige leerlingen dei- Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, Anna Van Doorn te Wassenaar en Martinus Luhrman te Aarlan- derveen vast te Stellen op zes gulden voor alle vakken en twee gulden voor één vak, vermits uit een ingesteld onder zoek is gebleken dat het inkomen van de ouders dier leer lingen tusschen /"1000 en f2000 bedraagt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden, N°. 295. Leiden, 17 December 1896. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen eene voordracht tot verhooging van eenige posten der gemeente-begrooting voor 1896; sommige als een gevolg van genomen Raadsbe sluiten in den loop van dit jaar, andere wegens te laag ge bleken raming. De voorgestelde verhooging betreft: Volgn. 61. Jaarwedden der ambtenaren en bedienden der Gemeente-Secretariemetf 2286.12. In verband met de Raadsbesluiten van 19 Maart 1896 (aanstelling Commies Redacteur) en van 7 Mei 1896 (regeling der jaarwedden). Volgn. 75. Onderhoud en aankoop van meubelen voor het Raadhuisf 200. Tengevolge van eenige meerdere onkosten aan de stores, de noodzakelijke aanschaffing van een cocoskleed, het uit- stoomen van gobelinsden aanleg van gasleidingen en eenige meerdere kleine werkzaamheden voor het onderhoud. Volgn. 78. Kosten van de bevolkingsregisters f 100. In verband met den aanleg van bevolkingsregisters voor de nieuwe stadswijken, na de grensuitbreiding. Volgn. 89. Onderhoud van wandelplaatsen en plant soenen f 240.—. Tengevolge van de hoogere kosten van plantsoenwacht de verplaatsing van een gedeelte van het hek om Musis Sacrumde bezaaiing van het verkregen terrein en de over brenging van een afgekeurd wachthuisje naar het Park als bergplaats voor gereedschappen. Volgn. 93. Onderhoud van klokken, horloges, speel werkenf 25.—. Ten behoeve van eenige kleine herstellingen aan het caril lon, waarvoor op de begrooting niets is uitgetrokken. Volgn. 99. Dag- en weekgelden der werklieden in dienst der Gemeente, mitsgaders verdere kosten der fabricage 250.—. Tengevolge van het opdragen van meer werkzaamheden aan de hierbedoelde werklieden en eenige meerdere kosten van drukwerk en bureaubehoeften. Volgn. 104. Kosten van toezicht en van invordering der plaatselijke belastingenf 350. Deze verhooging betreft het gedeelte van den post voor jaarwedden bestemd en is het gevolg van de uitkeering van 3 maanden wedde van den overleden ambtenaar P. De Vries, zoomede de nieuwe regeling bij Raadsbesluit van 7 Mei 1896. Eene voorloopige aanvulling van het art. met f 350.is voldoende. Volgn. 107. Belooning van de Inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie270. Tengevolge van de uitbreiding van personeel bij Raadsbesluit van 30 Juli 1896, in verband met de grensuitbreiding. Eene verhooging met f 240.is voldoende. Volgn. 109. Onderhoud der wachthuizenmitsgaders licht en brandstoffenf 335.—. De verhooging betreft de gewone kosten van onderhoud welke, met het oog op de arbeidsloonen te laag geraamd waren; voorts de kosten van nieuwe gordijnen en het aan brengen van een privaat aan het wachthuisje aan de Haar lem inert rek vaart, waarvoor bij Raadsbesluiten van 30 Juli en 19 November 1896 f 125.— en f 60.— werd toegestaan. Volgn. 110. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichtingf 2355. Ten behoeve van de kosten van verlichting der nieuwe stadswijken, bij de grensregeling aan deze gemeente toege voegd. Voor arbeidsloon en petroleum van 1 Augustus tot Uit0, December1803.95. Voor bediening en gasverbruik voor de gaslantaarns 550.40. te zamen f 2354.35. Volgn. 1221. Kosten der Middelb. scholen. Jaarwedden. f 800.-. Tengevolge van de tijdelijke aanstelling van Mej. Ten Brink als leerares in het Duitsch aan de H. B. Sch. v. Meisjes, de waarneming der lessen van den heer Seipgens, de uit keering na diens overlijden van 3 maanden wedde, de uit keering der vei hooging van wedde van Mej. Michelsen over 1894 en 1895, en den vroegeren ingang van hare 2e periodieke verhooging. Volgn. 122IV. Kosten der parallelklassen. H.B. Sch. f 225.— Tengevolge van de nieuwe regeling in zake de splitsing van klassen, bij Raadsbesluit van 24 Sept. 1896. Volgn. 123. Jaarwedden der Onderwijzers L. Ond. f 400. Door uitbreiding van personeel in verband met de toe neming der schoolbevolking en de in gebruikneming der school aan de Heerenstraat na de grensuitbreiding. Volgn. 128. Kosten van instandhouding van schoollokalen en onderswijzerswoningen1260. Wegens eenige uitgaven voor de school aan de Heeren straat en de veranderingen aan de school Boommarkt, waar-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 2