90
No 263. Leiden, 9 November 1896.
Ten vervolge op ons rapport van den 17 September j.l.
lng. st. n°. 226, hebben wij de eer U hierbij over te leggen
twee lijsten van bezwaarschriften tegen het primitief en le
suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting over 1896.
Wij stellen u voor op die reclames te beschikken overeen
komstig ons advies opgenomen in kolom 8 van die lijsten
en dientengevolge af te wijzen de reclames van
J. Alphenaar, n°. 166; C. Bavelaar, n°. 200; S. J. L. De
Beer, n°. 137; J. Bink, n°. 159; J. Bink, n<>. 122; H. J V.
Blaaderen, n°. 154; W. Gr. Blom, n°. 134; G. A. De Bolster,
n°. Ill; W. S. Boogers, n°. 135; H. Bouter Jr., n°. 180; G.
H. Broekhuizen, n°. 196; G. J. Buitendorp, n°. 189; M. Cahen,
no. 144; C. Colpa, n» 138; Wed. G. P. Van Cleef, n°. 133;
H. D. N. Croese, n». 170; J. Van Dis, n». 139; J. Doele-
man, n°. 171; N. Dreef, n°. 149; J J. F. V. d. Eerden, n».
116; F. A. M. V. d. Eerden, n°. 116a; A. Francken, no. 123;
T. B. V. Galen, n°. 193; II. Gouwentak, n°. 194; L Van Gras-
stek, n°. 197; Wed. J. J. Gij zen ijn°. 142; A. C. V. Haeften,
n°. 185; J. Hannessen, n°. 187; A. De Hen, n°. 118; A. J.
Hendriksen, n°. 164; J. C. d'Hersigny, no. 117; G. V. d Holst,
n°. 148; G. J. De Jongh, n°. 145; Wed. J. Kanbier, n°. 168;
B. W. H. Klandermans, n°. 192; P. J. Konings, n°. 96; J. C.
Koppier, n°. 158; B. Kooreman, n<G 101C Koremann°. 182;
J. E. Koster, n« 136; A. E. Koster, n». 136a; B. Krap, n°.
169; G. M. Kruimel, n°. 176; J. H. Van Leeuwen, n°. 106;
G. Lekkerkerkern°. 108; D. A. J. Lens, n°. 137; C. Los,
n°. 147; J. Meijer Sr., n». 119; A. Muldern». 127; C. DeNie,
n». 121; A. C. M. V. Noort, n». 105; Wed. M. G. Ockema,
n°. '109; Wed. D. Ossevoort, n». 155; HUB. Paats, n». 124;
C. D. Van Paddenburg, n°. 167; D. J. Parmentier, n°. 146;
I. Plantfeber, n°. 172; J. Pieters, n°. 99, E Prins, n° 113;
J. Ramb, n°. 191; J. M. Relijk, n°. 156; D. V. d. Reijden,
n<>. 141; Wed. P. V. Rhijn, n». 125; Th. Robbers, n». 112;
C. Ruis, n°. 128; J. Schilthuijzenn°. 160; H. Schuuring,
n°. 161; F. J. J. Soupart, n°. 183; J. C. Steenwijk, n°. 140;
A. V. Stralen, n°. 120; P. J. D. Stroebei, n°. 188; J. F.
Teunis, n». 175; J. Van Well, n<>. 198; J. De Wilde, n«. 186;
F. J. Willemse, n°. 129; II. J. Woldberg, n°. 130;
En te verminderende aanslagen van
F. H. Arlaudn°. 184, met ƒ5.06; J. Boudri, n<>. 97, met
3.87H Bouter, n°. 102. met ƒ5.33; C. Dieben, n°. 179,
met 14.57C. W. Cortsn<>. 174met ƒ34.88C. Eichhoffn°.
165, met ƒ5.21; A. Eriks, n°. 150, met ƒ19.53; C. H. Van Es,
n°. 107, met ƒ14.26; P. Fontein M.Hzn, n°. 177, met ƒ42.63;
H. De Geus, n°. 103, met ƒ1.55; H. A. Koorenhof, n°. 143,
met 7.28; Wed. C. Klootsn°. 132met ƒ2.33F. W. Krüger
n°. 114, met ƒ15.19; Wed. F. J. De Kruis, n°. 199, met
ƒ1.16; L. Van der Meel, n°. 163, met ƒ2.33; 3. Van Nouhuijs
n°. 195, met 7.49; C. Ouwerkerk, n°. 151, met 3.87; J.
Plomp, n°. 190, met ƒ2.91; H. G. B. Ramakers, n°. 178,
met 17.82; J. C. V. Schravendijkn°. 181, met ƒ2.14; N.
Stadhouder, n°. 173, met ƒ12.40; J. C. P. Steenhauer, nE
131, met ƒ7.75; J. Stoeke, n°. 98, met 7.75; D. Veilbrief,
n°. 162, met ƒ15.50; Wed. S. Vies, n°. 152, met 7.75; J.
F. A. Voorbijn°. 153 met ƒ5.70; J. V. d. Wijngaard, n°. 104,
met ƒ1.39;
En te roieeren de aanslagen van:
W. M. Pieters, n°. 100; F. J. Stoets, n°. 110; J. Trouwee,
n°. 126; A. J. W. Starkenbrug, n°. 201.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 264. Leiden, 9 November 1896.
.Wij hebben de eer U mede te deelen dat het dringend
noodig is gebleken dat achter het Havenkantoor aan de
Haarlemmervaart een houten privaat wordt gemaakt, waar
van de kosten, met inbegrip van de leiding, op 60 zijn
geraamd. Vermits hiervoor geen gelden op de begrooting
beschikbaar zijn gesteldgeven wij Uwe Vergadering in
overweging ter zake het noodige crediet te verleenenzul
lende alsdan te zijner tijd een voorstel worden ingediend,
tot verhooging van het betrekkelijk artikel der begrooting.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 265. Leiden, 12 November 1896.
In verband met de reorganisatie van de politie, tengevolge
van de grensuitbreiding is het noodig dat in enkele gedeelten
der gemeente aan de grens van het oude Leiden politiewacht-
huisjes met een arrestantenlokaal worden geplaatst. Die wacht
huisjes worden vereischt ter voorziening in een behoorlijken
dag- en nachtdienst, terwijl al sedert eenigen tijd de behoefte
aan arrestanten-lokalen is gebleken, teneinde te voorkomen
dat aangehouden personen op elk oogenblik van den dag naar
het politiebureau op de Breestraat moeten worden geleid.
Voor de plaatsing van bedoelde wachthuizen komen in de
eerste plaats in aanmerking het gedeelte der gemeente gelegen
aan den Stationsweg en aan de Haven.
Vermits het meest geschikt terreinwat eerstgenoemd ge
deelte der gemeente betreft ons voorkwam te wezen de buurt
van de buitensocieteit Amicitia, hebben wij aan het Bestuur
van genoemde sociëteit verzocht te willen mededeelen of er
eventueel geen bezwaren zouden bestaan tegen de plaatsing
van een wachthuisje op het terrein van Amicitia, en wel op
den hoek tusschen de Steenstraat en de Binnevestgracht.
Dit wachthuisje zal dan tevens gebruikt worden ten dienste
van de inning der marktgelden voor de veemarkten.
Vermits het Bestuur der sociëteit Amicitia ons daarop heeft
bericht dat daartegen zijnerzijds geen bezwaar bestaat, zoude
tot de voorgenomen plaatsing kunnen worden overgegaan.
Wat het gedeelte der gemeente aan de zijde van de Haven
betreft, is het meest geschikte terrein voor de plaatsing van
het wachthuisje het gedempt gedeelte tusschen de Haarlem
merstraat en de nieuwe Havenbrug.
De plannen voor den bouw der bedoelde huisjes zijn opge
maakt en in de leeskamer ter inzage van de leden neder-
gelegd, terwijl de kosten zijn begroot, voor het huisje, te
plaatsen op het terrein van Amicitia op 2400 en voor het
huisje bij de Haven op 1500, te zamen 3900.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging de ver-
eischte machtiging voor het doen oprichten van bedoelde ge
bouwtjes te verleenen, zullende alsdan te zijner tijd een
voorstel tot verhooging van het betrekkelijk artikel der be
grooting worden ingediend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 266. Leiden, 12 November 1896.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat een gedeelte van
het tweede Suppletoire Kohier der Plaatselijke Directe Be
lasting, dienst 1896, waarop zijn gebracht de in de termen
dier belasting vallende ingezetenen van de met 1 Augustus j. 1.
aan Leiden toegevoegde deelen der drie omliggende gemeenten
is opgemaakt en in de leeskamer ter inzage van de leden is
nedergelegd.
Overeenkomstig het door enkele leden vroeger te kennen
gegeven verlangen wordt een proefdruk van de gereed zijnde
vellen aan elk der leden van den Gemeenteraad toegezonden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.