DONDERDAG 22 OCTOBER 1896. 65 den worden Bij Katholieken komt het toch nog al eens voor dat ook op andere dan groote kerkelijke feestdagen gods dienstoefeningen zijn voorgeschreven. De Voorzitter. In dit artikel is alleen sprake van de gewone godsdienstoefeningen. Wanneer meer godsdienst oefeningen noodig zijn, dan kan dit ook geschieden maar altijd in overleg met den Directeur. Het Reglement in zijn geheel wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XIII. Benoeming van vier leden van de Commissie van beheer over het krankzinnigengesticht »Endegeest." De heer Pera. M. d. V.Voordat wij tot de benoeming overgaan, zou ik daaromtrent nog gaarne een enkel woord in het midden brengen. Met leedwezen heb ik kennis genomen van de voordracht van het Dag. Best. voor de samenstelling dezer Commissie. Ik verklaar hierbij met allen nadruk, dat ik vooi de 4 voor gestelde Ileeren alle achting heb, en het volste vertrouwen in hen stel. Wat ik dan ook wensch op te merken geldt volstrekt niet hun personen, hoofd voor hoofd, maar alleen het viertal gecombineerd voor dit doel. Het heeft al den schijn, dat men, om lid te worden van deze Commissie, een academischen graad moet hebben. Nu rijst al dadelijk de vraag of eene Commissie op die wijze samengesteld waarin bijv. twee medische professoren zitting hebben, wel de meest praktische is voor een Krankzinnigengesticht. Met alle be scheidenheid gezegdkomt het mij voorJat het beter is ook in die Commissie te benoemen personendie zich op een ander maatschappelijk terrein bewegen. En daarom zou ik de vraag willen stellen, of het niet dienstig zoude zijn op den voordracht terug te komen en ze door een andere te vervangen. De Voorzitter. Mag ik doen opmerken dat het hier niet geldt eene voordracht van B. en W.maar eene aanbeveling. De Raad blijft dus volkomen vrij te benoemen wien hij wil, ook buiten de aanbeveling. Mij dacht zoo, dat waar het geldt eene Commissie voor een Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigende heeren Zaaijer en Siegenbeek van Heukelom wel in de eerste plaats de bevoegde personen zijn, om daarin zitting te nemen en daar hun licht te doen schijnen. Zoo heeft de Raad dit begrepen toen zij die Heeren in de eerste plaats benoemde in de Commissie ad hoe. De heer Pera. De Commissie van beheer wordt niet be noemd voor de geneeskundige behandeling van de krankzin nigen, daarvoor zijn de geneeskundigen aangesteld. De taak der Commissie is meer van huishoudelijken aard, zij heeft zich in te laten met allerlei gewone dagelijksche voorvallen en belangen. En die zijn zoo afwisselend en verschillend, dat het mij alleszins aanbevelenswaardig voorkomt, in zulk een kleine Commissie personen te benoemen uit de verschillende kringen van een Maatschappelijk leven. Ik veroorloof mij daarom gaarne de volgende motie voor te stellenDe Raad alle achting betuigende voor en vertrouwen stellende in de door B*. en W. voorgestelde Heeren, om te worden benoemd tot leden van de Commissie van Beheer over het krankzin nigengesticht »Endegeest", acht het toch beterdat die Commissie is samengesteld uit personen, wier dagelijksch be roep meer verscheidenheid aanbiedt., en verzoekt het Dag. Best. den Raad eene gewijzigde voordracht te willen aanbieden, waarbij daarmede rekening gehouden is. De Voorzitter. De motie spreekt alweder van voordracht terwijl het slechts eene aanbeveling is. Wij hebben de aan beveling na zeer ernstige overweging opgemaakt en komen daarop niét meer terug, zoodat de motie in dit opzicht geen doel zal treilen. Overigens, ik herhaal het, is de Raad vol komen vrij om af te wijken van de aanbeveling en te benoemen wie hij wil. De heer Pera. De Raad is natuurlijk vrij, maar nu bestaat de gewoonte, dat de personen worden benoemd die door het Dag. Best. worden aanbevolen. Het is niet mijne bedoeling om met die gewoonte te breken en daarom heb ik mijne motie voorgesteld. De motie wordt voldoende ondersteund en kan derhalve een onderwerp van beraadslaging uitmaken. De Voorzitter. De motie beoogt dus alleen critiek uit te oefenen op de aanbeveling van B. en W. In stemming gebracht wordt de motie verworpen met 12 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren: Du Rieu, Drucker, Van Lidth de Jeude, Driessen, Juta, Van Hamel, Cock, Fockema Andreae De Goeje, Kroon, De Sturler en Kaiser. Voor stemden de heeren: Van Kempen, Van Hoeken, Pera en Stadhouder. Buiten stemming hielden zich de heeren: Van Dissel, Kerstens, Van Rhijn, Zaaijer, Siegenbeek van Heukelom, Zillesen, Hasselbach en De Vries. De Voorzitter. Mag ik dezelfde heeren van daarstraks uitnoodigen inet mij het stembureau uit te maken? Achtereenvolgens worden benoemd: I. de heer Zaaijer met 20 stemmen, de heer Fockema Andreae verkreeg 1 stem, terwijl 8 briefjes in blanco waren. De Voorzitter. Is de heer Zaaijer bereid de benoeming aan te nemen? De heer Zaaijer. M. d. V Onder dankzegging aan die leden van den Raad, die hunne stem op mij hebben uitge bracht, verklaar ik mij bereid voorloopig de betrekking te aanvaarden, onder één voorbehoud evenwel; indien mocht blijken dat de vervulling van de plichten aan deze betrekking verbonden en het komt mij voor dat zij zeer vele zullen zijn in conflict komt met de vervulling van mijne ambts plichten, zal ik de vrijheid nemen het lidmaatschap van deze Commissie neder te leggen. II. De heer Siegenbeek van Heukelom met 19 stemmen; de heer Kerstens verkreeg 1 stem, terwijl 4 blanco briefjes waren ingeleverd. De Voorzitter. Is de heer Siegenbeek van Heukelom bereid de betrekking te aanvaarden? De heer Siegenbeek van Heukelom. Gaarne, M. d. V., maar onder dezelfde reserve als de heer Zaaijer heeft gemaakt. II. De heer Van Dissel met 18 stemmen; de heer Van Kempen verkreeg 3 stemmende heer Ilasselbach 1 stem terwijl 2 blanco briefjes waren ingeleverd. De Voorzitter. Is de heer Van Dissel bereid de benoeming aan te nemen? De heer Van Dissel. Voorloopig gaarne, M. d. V. IV. De heer De Vries met 18 stemmen; de heer Stadhouder verkreeg 2 stemmende heer Kroon 1 stem, terwijl 3 blanco briefjes waren ingeleverd. De Voorzitter. Is de heer De Vries bereid de betrekking te aanvaarden? De heer De Vries. Jawel, M. d. V., maar met dezelfde reserve als de heer Zaaijer. De Voorzitter. Ik heb verder de eer mede te deelen, dat door B. en W. is aangewezen de Burgemeester als Voorzitter van de Commissie van Beheer en als Secretarisde heer De Vries van Heyst. Commies-redacteur. Tevens deel ik mede, dat het mijn voornemen is, den Raad aanstaanden Donderdag te één uur bijeen te roepen tot be handeling van de gemeente-begrooting. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 5