68 drie omliggende gemeenten zijn gevestigd 24 slagers en vleesch verkoopersdaardoor wordt het aantal te controleeren localiteiten verbazend uitgebreid; wil van deze controle iets terecht komen, dan is vermeerdering van dienstpersoneel noodig. Verder wordt door het gebied dat bij de gemeente is getrok ken, de gelegenheid tot den invoer van ongekeurd, bedorven of voor de gezondheid schadelijk vleesch zeer vergemakkelijkt. Meerder toezicht, uitgeoefend door de beambten der vee- en vleeschkeuring is dus noodig, daar gebleken is, dat het toe zicht, door hen uitgeoefend, het beste middel is tegen den bedoelden invoer. Zonder vermeerdering van personeel is een dergelijk toezicht niet mogelijk. Eindelijk zullen door de grensuitbreiding de te verrichten keuringen toenemen en plaats vinden in deelen der gemeente, vrij ver van het centrum verwijderd, wat zeer tijdroovend is. Thans is het aantal keuringen reeds zoo groot, dat de keur meesters daaraan hun handen vol hebben. Tengevolge van de grensuitbreiding zoude derhalve in allen gevalle moeten worden overgegaan tot de aanstelling van een nieuwen keurmeester van vee en vleesch, geheel in dienst der gemeente, gelijk G. Polder, en eveneens op een jaarwedde van 600 a f 800. Wordt nu met het tot heden gevolgde stelsel gebroken dan zouden in verband met de grensuitbreiding in het geheel vier keurmeesters noodig zijn, G. Polder daaronder begrepen. Een daarvan zou meer salaris dan de drie overigen moeten ontvangen, daar hij meer verantwoordelijkheid zal hebben, meer zelfstandig zal moeten optredenen soms zelfs als chef over de anderen. De tot heden opgedane ervaring bewijst de wenschelijkheid daarvan. Met het oog op salarissen in andere gemeenten, zou die keurmeester eene jaarwedde van f 800—1000 moeten ont vangen de anderengelijk boven aangegevenf 600f 800. Thans is er een keurmeester op eene jaarwedde van f 600— 800, door de grensuitbreiding wordt een tweede dito noo dig. Verder kunnen worden aangesteld 10 commiezen, waar onder één commies-verificateur. Deze laatsten kunnen reeds na één jaar 120, respectievelijk ƒ135 voor den commies verificateur, ontvangen. Voor deze regeling zal dus gewoon lijk (2 X 600) -f (9 X f 120) -f- 135 2415 als minimum en (2 X f 800) -j- (9 X f 120) f 135 f 2815 als maximum moeten worden uitgetrokken. Bij de thans voorgestelde reorganisatie zal 2600 als mini mum en 3400 als maximum moeten worden begroot. Wij geven Uwe Vergadering op grond van het vorenstaande alsnu in overweging den dienst van de vee- en vleeschkeuring als volgt te regelen: Behalve den Inspecteur der vee- en vleeschkeuring zullen worden aangesteldeen eerste keurmeester van vee en vleesch op eene jaarwedde van f 800, drie keurmeesters van vee en vleesch elk op eene jaarwedde van 600, met bepa ling dat de jaarwedden na vier- en achtjarigen definitieven dienst twee malen kunnen worden verhoogd met f 100 tot een maximum voor den eersten keurmeester van f 1000, en voor de drie keurmeesters van f 800. Verder kunnen wij U mededeelen dat het voornemen bestaat de keurmeesters voorloopig voor den tijd van één jaar te benoemen en de benoeming te doen ingaan één maand vóór het ontslag aan de commiezen-Rijksambtenaren verleend, ter voorkoming van onregelmatigheden in den dienst. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 205. Leiden, 25 Augustus 1896. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergade ring mede te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 Augustus j. 1. tot afstand in eigendom aan de Wed. J. van Weeren van eene strook gemeentegrond van de Kaiserstraat hoek Bakkerssteeg, gelegen voor de perceelen N°. 24 en 32ter grootte van ongeveer 7.60 Centiarentegen betaling van een koopprijs van 5 per Centiare, en van de kosten van overdracht. Zij stelt U daarom voor tot de overdracht van den ge- vraagden grond te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 206. Leiden, 27 Augustus 1896. Door de benoeming van Mejuffr. G. C. S. Dikshoorn tot tweede onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare school der 3de klasse n°. 3 is aan die school eene vacature van derde onderwijzeres in genoemd leervak ontstaan. Ter vervulling dier vacature hebben wij de eer U hierne vens eene voordracht aan te bieden die is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-schoolopziener, na ingewon nen bericht vari het hoofd der school, en als volgt samengesteld: 1°. Mejulf. Tillema, vroeger onderwijzeres aan de tengevolge van de grensverandering opgeheven school voor nuttige handwerken te Leiderdorp; 2°. Mejuffr. J. H. van Linden; en 3°. Mejuffr. M. Ritman, beiden 4de onderwijzeres in de hand werken aan de betrokken school. Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten ter inzage van de leden in de Leeskamer zijn nedergelegdverzoeken wij U tot eene benoeming te willen overgaan. Tevens stellen wij U voor, om, wanneer Mej. Tillema wordt benoemd, de jaarwedde vast te stellen op 175.—, omdat zij reeds op eene jaarwedde van dat bedrag gedurende eenige jaren te Leiderdorp is werkzaam geweest. N°. 207. Leiden, den 27 Augustus 1896. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen het adres van Dr. J. M. W. Kramer, houdende verzoek om ontslag als Stads Genees- en Heelkundige, met het ingewonnen advies van het College van Stads Genees- en Heelkundigen. Ons vereenigende met dat adviesgeven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenenmet ingang van 1 October a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 27 Augustus 1896. In antwoord op uwe missive N°. 4169 d° 25 dezer, betref fende het eervol ontslag van den Heer .T. M. W. Kramer, als Stads Genees- en Heelkundige, heeft het College van Stads Genees- en Heelkundigen de eer U WelEdel Achtbaren te berichten, dat er van zijne zijde geen bezwaren bestaan om zoodanig ontslag met ingang van 1 October a. s. te verleenen. Namens het College van Stads Genees- en Heelkundigen, Dr. A. C. Hartevelt, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Edel achtbare Heeren. De ondergeteekende heeft de eer beleefd te verzoekenom eervol ontslag uit de betrekking van Stads Genees- en Heelkun dige. Hij verzoekt UEdelachtb. beleefd het ontslag, zoo mogelijk, te doen ingaan op den eersten October aanstaande. Met verschuldigde hoogachting, Dr. J. M. W. Kramer, Arts. Leiden, 24 Aug. 1896. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 208. Leiden, 27 Augustus 1896. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van D. A. J. Hoogenstraatenter bekoming van een strook grond van de Kerksteeg, langs den zijgevel van het perceel aan het Steen- schuur hoek Kerksteeg, ter lengte van ongeveer 24 meter en ter breedte van hoogstens 10 centimeter, hebben wij de eer U mede te deelen dat de Commissie van Fabricage tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar heeft, o. a. ook op grond dat de breedte van de steeg, zooals uit de overgelegde teekeningen blijkt, na de onttrekking van de strook grond, daar ter plaatse nog 2 centimeter meer zal bedragen dan het nauwste gedeelte op andere plaatsen in de steeg. Ons College evenwel kan geen vrijheid vinden Uwe Vergade ring voor te stellen aan het verzoek te voldoen, op grond dat daardoor de reeds zeer smalle steegwaarlangs eene drukke passage is, zonder dat daarvoor dringende noodzakelijkheid be staat, zoude worden vernauwd, waardoor hinder voor de passage in de beide richtingen zoude kunnen ontstaan. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Mochten echter onze bezwaren door Uwe Vergadering niet worden gedeeld, dan zoude o. i. moeten worden besloten: 1°. te verklaren dat eene strook grond van de Kerksteeg langs het perceel Steenschuur hoek Kerksteeg, kadastraal bekend Sectie DN°. 544lang. ongeveer 24 meter en breed 40 centimeterniet meer voor den openbaren dienst bestemd is. 2°. dien grond in eigendom af te staan aan D. A. J. Hoogen straaten ter verheeling aan zijn perceel Steenschuur hoek Kerksteeg, tegen betaling van een koopprijs van 5 per centiare en van de kosten van overdracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 4