28 M°. N°. J LI» INGEKOMEN STUKKEN. N°. OO. Leiden, 14 Maart 1896. Oe Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij geene bedenkingen heeft tegen de voordracht van Commissarissen der Bank van Leening lot het doen van af- en overschrijving op de begrooting van die inrichting voor het jaar 1893. Zij stelt U mitsdien voor den overgelegden staat, in ontvangst en uitgaaf ad f 252.79, goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N'. fil. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 17 Maart 1896. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. 1 Maart 1 6.8.15 7 16.4 2 9 2 6.8.— 8 16.8 3 3 6.8.15 7 16.8 4 9 4 6.8.15 8 16.6 5 9 5 6.8.— 7 16.4 6 6 6.8.15 8 16.8 7 9 7 6.8.15 8 16.8 N®. 68. Leiden, 14 Maart 1896. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft legen het voorstel van Burg. en Weth. van 9 Maart jl. in zake den onderhandschen aankoop van de daarbij bedoelde perceelen in de Nieuwsteeg van de Wed. F. S. Van de Pavord Sinits voor de som van 8000 met de kosten ge raamd op 400. Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten en den overgelegden suppletoiren staat van begrooting, dienst 1896, vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 63. Leiden, 14 Maart 1896. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zjj geen bezwaar heeft tegen het voorstel van Burg. en Weth. van 2 Maart jl. tot verhooging van het kapitaal der ge meente in de Stads Bank van Leening met 8000 en het daardoor te brengen op 75000. Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten en tot de vaststelling van den overgelegden suppletoiren staat van begrooting dienst 1896, over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 64. Leiden, 16 Maart 1896. Wij hebben de eer U mede te deelen dat er ook bij ons geen be zwaar beslaat tegen de inwilliging van het verzoek van P. J. Dill, om ontslag als derde onderwijzer aan de school der 3e klasse n®. 1, zoodat wjj Uwe Vergadering in overweging geven hem dat ontslag eervol te verleenen en zulks ingevolge zijn verzoek met ingang van 1 Mei e. k. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. EdelAchtb. Heeren. De ondergeteckende Pieter Jan Dill, 3de onderwijzer aan de open bare school 3de klasse n®. 1 in Uwe gemeente neemt bij dezen de vrijheid tegen 1 Mei a. s, door benoeming te 's Gravenhage, beleef delijk eervol ontslag te vragen als onderwijzer aan bovengenoemde school. Met hoogachting noemt hij zich van UEdelAchtb. Heeren den onderd. dienaar, Leiden, 13 Maart 1896. P. J. Dill. Aan den Heer Burgemeester der gemeente Leiden. In antwoord op Uw aposlillc van 14 dezer, waarbij een verzoek van den 3en onderwijzer P. J. Dill, om tegen 1 Mei e. k., eervol uit zijne betrekking te worden ontslagen, heb ik de eer U te berichten, dat bij mjj geen bezwaar bestaat tegen eene gunstige beschikking op dat verzoek. Het hoofd der O. sch. 3e kl. n®. 1, A. Van der Harst. Leiden, 16 Maart 1896. M'. 65. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 15—2! Maart 1896. Datuin. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen 1 Maart 15 6.15—815 7 16.6 2 16 6.15—8.15 8 16.4 3 17 6.15—8.30 7 16.4 4 9 18 615—8.15 8 16.8 5 9 19 6.15—8.15 7 16.6 6 9 20 6.15—8.30 8 16.6 7 9 21 6.15—8.15 8 16.8 N°. 66. Leiden, 23 Maart 1896. Naar aanleiding van art. 3 van het Raadsbesluit regelende de helling van schoolgeld voor de leerlingen der gemeentelijke Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen geven wij Uwe Vergadering in overweging, vrijstelling van schoolgeld te verleenen voor Hermanus Brummelkamp te Aarlanderveen, leerling der Kweekschool voor enkele vakken, als hebbende een inkomen beneden 600. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. G7. Leiden, 24 Maart 1896. Het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen heeft de eer U mede te deelen dat in de maand April a. s uit zjjn midden aftreden de heeren W. C. Mulder en Dr. A. W. Kroon Jr., beiden door Uwe Vergadering benoemd. Ter vervulling dezer vacatures hebben wij de eer U aan te bevelen voor de vacature Muider: de heeren W. C. Mulder en H. J. Jesse; voor de vacature Kroon: de heeren Dr. A. W. Kroon Jr. en Mr. H. L. Drucker. Aan den Raad der gemeente Leiden. Het Bestuur voornoemd, II. B. Greven, Voorzitter. Ch. M. Dozt, Secretaris. N®. 68. Leiden, 26 Maart 1896. Ter vervulling der vacature ontstaan door de benoeming van Mej. J. Nieuwenburg tot 2e onderwijzeres in de handwerken aan de school 3e klasse n®. 1 hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht over te leggen ter benoeming van een derde onderwijzeres in de handwerken aan de school der 4e klasse n®. 1. Die voordracht, opgemaakt in overleg met den Arrondissements- Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, is als volgt samengesteld: 1®. Mejuffr. C. F. Kühlman, 4e onderwijzeres in de handwerken aan de betrokken school; 2°. Mejuffr. M. G. A. Van Sermondt, werkzaam aan de school der 4e klasse n®. 2; en 3®. Mejuffr. J. H. Van Linden, werkzaam aan de school der 3e klasse n®. 1. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de leden in de Leeskamer zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 6». Leiden, 30 Maart 1896. Bij Raadsbesluit van 31 Januari 1895 werden de jaarwedden van de Inspecteurs van politie als volgt geregeld: voor een Hoofdinspec teur op f 1400 als minimum telkens na twee jaren te verhoogen met f 100, totdat een maximum van f 1600 zal zjjn bereikt; voor den Inspecteur 1ste klasse f 1200, op gelijke wjjze te ver hoogen tot een maximum van 1400; voor den Inspecteur 2de klasse f 1100, op geljjke wijze te ver hoogen tot een maximum van f 1300. Bovendien ontvangen de Hoofdinspecteur en de Inspecteurs jaarlijks eene vergoeding van 100 voor kleeding. De regeling van de jaarwedde van den Inspecteur 2e klasse ad f 11001300 is in zooverre minder regelmatig, omdat by cventueele benoeming van een Inspecteur 2de klasse, die het maximum geniet tot Inspecteur 1ste klasse f 1200f 1400) diens jaarwedde, althans gedurende de eerste twee dienstjaren in dien verhoogden rang, met 100 zoude worden verminderd. In 1895 bestond intusschen voor de regeling dier jaarwedde van Inspecteur 2de klasse op f 1100f 1300 gegronde reden, omdat tot die betrekking zoude worden benoemd de jongste Inspecteur van politie J. Reijenga, die als Inspecteur eene jaarwedde genoot van 500, en als ambtenaar belast met het toezicht op de honden, van welke betrekking hij tengevolge van de gewijzigde organisatie der politie werd ontheven, f 200 en ongeveer f 300 wegens percentsge wijze belooning ad 10 pCt. van de opbrengst der belasting, te zamen ongeveer 1000. Wanneer destijds de jaarwedde van den Inspecteur 2de klasse ware vastgesteld op f 10001200, dan zoude alzoo de Inspecteur Reijenga, in de eerste twee jaren althans, geene verhooging van tractement hebben kunnen genieten, terwijl het toch in verband met de reorga nisatie der politie billijk werd geacht dat zijne inkomsten eenigszins werden verbeterd. Thans nu de Hoofdinspecteur W. Landzaat eervol is ontslagen en daartoe is benoemd de Inspecteur 1ste klasse R. Pronk en tot In specteur 1ste klasse de Inspecteur 2de klasse J. Reijenga, is het wenschelijk eene betere regeling vast te stellen, in dier voege dat de jaarwedde van den Inspecteur 2de klasse wordt vastge steld op f 1000f 1200 en alzoo aansluitende aan de jaarwedde van den Inspecteur 1ste klasse 1200f 1400, W(j geven Uwe Vergadering mitsdien op grond van het vorenstaande in overweging de regeling van de jaarwedden der Inspecteurs van politie, vastgesteld bij Raadsbesluit van 31 Januari 1895, in dier voege te wijzigen dat de jaarwedde van den Inspecteur 2e klasse wordt vastgesteld op een minimum van 1000, telkens na twee jaren te verhoogen met f 100 totdat een maximum van 1200 zal zjjn bereikt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 70. Leiden, 30 Maart 1896. Op de begrooting voor dit jaar werd op Volgn. 98, Onderhoud van huizen enz. een bedrag van f 250 uitgetrokken voor het maken van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 1