DONDERDAG 9 JANUARI 1896. 7 omdat u op deze geen controle hebt zooals op den aannemer en op de Gemeenteambtenaren, zoodat wanneer de leden niet door hun plichtsgevoel tot spoed geleid worden, er aandrang van builen moet komen. Welnu dat wil ik ook en daarom geef ik twee andere mid delen tot aandrang in overweging. Overigens stel ik met u het plichtsgevoel der Raadsleden buiten twijfel. Rehalve in mogelijke gevallen van familieomstandigheden, ziekte enz., zullen de leden het verslag wel tijdig terugzenden, en daarom juist geef ik de voorkeur aan een zachleren aandrang dan den voorgesteldcn. Ook is door u gesproken van correctie door een ander dan den spreker zelvcn. Ik voor mij stel mij niet tevreden met eene correctie van mijn werk door een ander, die er misschien nieuwe fouten inbrengt Het blijft in mijne oogen onbillijk, dal niemand kan zien of het verslag door den spreker zeiven gecorrigeerd is. Hoe noodig dat is, zelfs wanneer het stenografisch verslag overigens volkomen juist is, blijkt mij tel kens, wanneer zich het geval voordoet en dit heeft niet zelden plaats dat een door mij gebruikt argument, waaraan ik veel waarde hecht, eenvoudig is weggelaten. Ik wil geen verantwoorde lijkheid op mij nemen van iels. dal ik verhinderd ben geweest te lezen en dat mjj dus onbekend is. Ik zal dan ook, tenzij de Raad mocht besluiten de discussie over dit punt te sluiten, wat ik mij echter niet kan voorstellen, een amendement indienen om die woorden er aan toe te voegen. Liever nog had ik de oude regeling waarbij eene rede later kon worden opgenomen, doch ik vrees dat dit denkbscld niet evenveel bijval zal vinden. De Voorzitter. Ik meen reeds gezegd te hebben dat bij Burg. en Welb. geen bezwaar beslaat legen hel denkbeeld van den heer Cock. Wanneer hij er op staat willen wy steeds, wanneer eene rede onge corrigeerd wordt opgenomen, er bjj doen vermelden dat zy ongecor rigeerd is. De heer Van Kempen. M. d. V.l Het schijnt dal de heeren lust hebben om nog wat over deze quaestie door te pralen; ik trek dus myne motie 'in. De beer De Goeje. M. d. V.! Ik heb tegen deze alinea dit be-* zwaar dat de Voorzitter en de leden van den Raad nu zullen wor den overgeleverd au bon vouloir van den aannemer. Dat er een prikkel tot spoedige correctie zal bestaan vind ik goed, vooral nu de Voorzitter heeft verklaaad dat wanneer iemand door ziekte of andere zeer dringende reden verhinderd is te corrigeeren, de rede niet zal worden gedrukt. Nu kan echter de uitgever rechtens doen afdruk ken, zelfs eene rede van den Voorzitter, wanneer eene dringende noodzakelijkheid het corrigeeren belet heeft, zonder dat de Voor zitter daaraan iets kan doen. Ik zou dus wel willen voorstellen om in plaats van de laatste woorden: «wordt het door hen gesprokene onveranderd opgenomen" te lezen; kan de aannemer door den Voorzitter gemachtigd worden om het door ben gesprokene onveranderd op te nemen. Anders kan de aannemer eenvoudig afdrukken wanneer hij niet in tijds het ge corrigeerde verslag heeft ontvangen. De Voorzitter. Tegen het denkbeeld van den heer De Goeje moet ik mij ten sterkste verzetten. Dan wordt het altijd eene beleefdheid of onbeleefdheid van den Voorzitter, hij krijgt dan allerlei onaange naamheden met de leden van den Raad, wanneer redevoeringen on gecorrigeerd worden geplaatst. Laten de leden liever hun woede dan koelen op het contract, op den aannemer desnoods maar niet op den Voorzitter. Burg. en Weth. zijn altijd in eenigszins gunstiger positie dan de leden van den Raad, wij krjjgen altijd op het stadhuis eerst nog drukproeven, maar ik vind het verkeerd om aan den Voor zitter op te dragen over het al of niet afdrukken te beslissen. Ik ben gaarne beleefd tegen iedereen en dit zou er mij toebrengen om niet spoedig te machtigen tol ongecorrigeerd afdrukken van eene rede, waardoor de uitgifte van het verslag weder zoude vertraagd worden. De heer De Goeje. Het is alleen om in geval van stellige verhin dering in te grijpen. Ik vind het toch wel wat erg dal wij ons allen moeten onderwerpen aan den goeden wil van den aannemer, en dat wij daardoor onze vrijheid volkomen laten binden, zoodat zelfs de Voorzitter niet by machte is ons bescherming te verleenen. De Voorzitter. Wanneer blijkt dat zich een dergelijk geval, als de heer De Goeje bedoelt, voordoet, nl. dal hel een Raadslid, bijv. door uilstedigheid onmogelijk is geweest het verslag te corrigeeren, dan bestaal er voor hem gelegenheid even op de secretarie aan te loopen en daar in het ongecorrigeerde werk de correctie aan te brengen, die in de twee dagen niet kon plaats hebben. Wij zullen elkander geen strikken spauuen. Wij zijn verplicht deze bepaling in de voorwaarden op te uemen. Door het voorstel van den heer De Goeje krijgt de Voorzitter van den Raad een bezigheid, die hij niet kan volhouden, om ongeveer iedere 14 dagen allerlei ellende met hel verslag uit te staan. Is de heer De Goeje bevredigd? De heer De Goeje. Ik weet niet wat ik er anders op zeggen zal. De heer Cock. M. d. V.! Ik vraag verontschuldiging, dat ik voor de derde maal het woord vraag, maar tevens voor mijn gebrek aan attentie, nu ik hoor, wal ik niet goed bad verslaan, dal u hoege naamd geen bezwaar hebt tegen mijn denkbeeld oui te vermelden, als dat noodig is, dal eene rede ongecorrigeerd is Nu u aan mijn wensch wilt tegemoet komen, vraag ik in welken vorin dal moet geschieden De Voorzitter. Hel zal ter zijde vermeld worden van het gedrukt verslag. De heer Cock. Aan myn verlangen zou voldaan worden, indien achter alin. 5 werd ingevoegd: «met vermelding dal hel door den betrokken spreker niet is gecorrigeerd". De Voorzitter. Zou het woord «betrokken" niet weggelaten kun nen worden? De heer Cock. Daartegen heb ik geen bezwaar, M d. V. De Voorzitter Burg. en Weth. nemen het amendement over. De heer FocgEMi\ Andreae. M. d. V.! Wanneer eene rede zal kunnen worden afgedrukt zonder dal de slenographische aanleeke- ningen die bij den spieker thuis zijn bezorgd, bij den uitgever zijn terug ontvangen, dienen die aanleekeningen wel in duplo gemaakt te worden. Is dit de bedoeling, en brengt dit geene verhooging van kosten mede? De Voorzitter. Ja, implicite volgt uit deze bepaling dal de uit gever verplicht is copie te neinen van de redevoeringen, door middel van een copieerpers of op welke andere wijze ook Daartegen schijnt geen bezwaar Ie bestaan volgens het gevoelen van deskundigen, met wie wij de zaak besproken hebben. De heer Cock. Nu mijn amendement door het Dag. Bestuur is overgenomen, wensch ik nog even het woord te voeren over een ander amendement. Ik heb nl. gemerkt dal er toch eenige leden zijn die meer zin zouden hebben iu eene andere regeling, nl de regeling van voor 25 jaar, ten gevolge waarvan in plaats van de door Burg. en Welti, overgenomen zinsnede zou moeten worden gelezen: deze rede zal later worden medegedeeld. Toentertijd kwain hel verslag veel eerder uil dan nu. Het was eene moreele aansporing voor de leden, die er natuurlijk volstrekt niet op gesteld waren, dat van het door hen gesprokene in hel ge drukte verslag telkens viel te lezen: «deze rede zal later worden medegedeeld". En die moreele aansporing was zoo krachtig dal de leden zeer snel hel door hen gecorrigeerde verslag terugzonden. De Voorzitter U komt dus terug op het vroeger door u voor gestelde en door ons overgenomen amendement; u stelt nu weder een amendement voor waardoor uw vorig amendement moet worden geschrapt. (J hebt twee middelen voorgesteld om aan een bezwaar van u tegemoet te komen; één daarvan is op uw verzoek door Burg. en Weth. welwillend overgenomen en op de aldus op uwe aanspo ring gewijzigde bepaling, gaat u thans weder een amendement voor stellen waardoor de eerste door u gewenschte wijziging weder vervalt en dat alleen omdat er leden zyn die meenen dat uw tweede middel ook aanbeveling verdient. De heer Cock. M. d. V.! Ik kom niet terug op mijn vorig amen dement. Doordat dit is overgenomen door Burg. en Weth., heeft het opgehouden een amendement te zijn. Ik stel thans een amendement voor op eene bepaling van het contract. De Voorzitter. Ik blijf er bjj dat wat thans door u wordt gedaan eene minder juiste behandeling van zaken is. De heer Cock. Ik zoude de laatste woorden van deze alinea alsnu in dien zin veranderd wenschen te zien: «wordt in het verslag ver- •meld dat het door hen gesprokene later zal worden medegedeeld." Het amendement wordt voldoende ondersteund en kan derhalve een onderwerp van beraadslaging uitmaken. De Voorzitter. Ik moet nog eens herhalen dat ik groot bezwaar heb tegen dit amendement. Hel is ons te doen om te krijgen een goed verslag, niet een verslag waarin geplaatst worden redevoeringen in verschillende vergaderingen uitgesproken. Aan den moreelen prik kel als gevolg van dit amendement, waarop de heer Cock zoo heeft gedrukt, hecht ik niet zooveel waarde. Integendeel! Om nu eens een heel goede redevoering te leveren, iets bijzonder moois, zullen er wellicht leden zijn die de slenographische aanleekeningen lang zullen houden om ze zeer zorgvuldig te corrigeeren. En hel gevolg zal zijn dat het verslag in zijn geheel eigenlijk onleesbaar wordt. Men zal wel spoedig een gedrukt verslag thuis krijgen, maar hel zal zijn een verslag, gelyk een visch, waarin de beste moolen ontbreken, die men dan later 111 een ander verslag weder terugvindt. Dan acht ik het nog beter om de zaak te laten zooals zy is. De heer Cock. M. d. V.! De ondervinding is de beste leermees teres. En de ondervinding heeft vroeger doen zien dat de vermel ding dat eene rede later zoude volgen, zeer weinig voorkwam. Zoo zal het nu ook wel gaan Toen slak het hier zeer gunstig af by de redevoeringen in de Tweede Kamer gehouden, waar men telkens in de Handelingen vermeld zag dat eene rede later zou worden upgenomen. Ik herinner mij niet dat het hier meer dan drie of viermaal in den loop van één jaar is voorgekomen en toch verscheen het verslag spoediger dan tegenwoordig, byna altijd binnen een week na de vergadering. Het amendement van den heer Cock wordt in stemming gebracht eu met zl legen 3 stemmen verworpen. Voor hebben gestemd de heeren: Cock, Stadhouder en Verster van Wulverhorsl. Het gewyzigde artikel 2 wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. De artt. 35 en het door aanneming van het amendement van den heer Fockema Andreae gewijzigde art. 6 worden achtereenvol gens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. üc Voorzitter. In art. 7 moeten de woorden «de beste" worden vervangen door: goede. Art. 7 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. De Voorzitter. In art. 8 worden de woorden: «geen afdrukken mag plaats hebben" vervangen door: er mag niet worden afgedrukt. De artt. 8 en 9 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hooldelyke stemming goedgekeurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 7