4
DONDERDAG 9 JANUARI 1896.
Op het verzoek wordt daarna zonder hoofdelyke stemming, over
eenkomstig het voorstel van Burg. en Welh., gunstig beschikt.
V. Idem van C. Van Hensbergen, om terugbetaling vnu schoolgeld,
lager onderwijs.
(Zie Ing. St. n'. 313.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
VI. Voorstel omtrent den afstand in eigendom van Lilhographische
steenen aan de Universiteitsbibliotheek.
(Zie Ing. St. n°. 315.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VII Idem tot wijziging van het Raadsbesluit van 21 April 1892
omtrent de verhuring van de lapijlklopperij.
(Zie Ing. St. n'. 317.)
De heer Fockema Andreae. Ik wensch te vragen of door het Dag.
Bestuur eene berekening is gemaakt, van hetgeen de retributiën
ongeveer zouden opbrengen, wanneer dit voorstel wordt aangenomen,
en of daardoor enkel de kosten gedekt zouden worden. Ik heb
daaromtrent in de toelichting geene bijzonderheden gevonden.
De Voobzitter. Ik heb daaromtrent eene berekening gemaakt, die
ik den Raad kan mededeelen. Men zal zich herinneren dat in
de Raadsvergadering van 4 Februari 1892 eene uitvoerige discussie
over deze zaak is gevoerd, waaraan de heer Fockema Andreae en ik
een groot aandeel hebben gehad. Toen is door mij medegedeeld dal
na ingewonnen informalien op de klopperij ongeveer 1500 kleeden
per jaar worden geklopt. Nu is dit laatste ook nagegaan door den
man die op dal terrein zijn werkzaamheden heeft en deze heeft een
soort van statistiek gemaakt. De raming is dat 1200 kleeden per
jaar uitgeklopt zullen worden; rekent men nu dat elk kleed 4 M.
bij b M. dus 20 MV is, dan zullen 24000 M1 tapijt worden uitgeklopt,
een halven cent per M', makende dus uil een som van f 120. Uit
hebben wji zoowat noodig, wanneer men rekent op vernieuwing van
de loods om de 8 a 10 jaar en op de dekking van rente en aflossing.
De berekening van een halven cent komt ons juist voor; wij zyn
daartoe gekomen na een onderzoek van deskundigen.
De heer Fockeiia Andreae. Ik dank u, M. d. V.!
Het voorstel wordt zonder hoofdelyke stemming aangenomen.
VIII. Idem omtrent de openbare aanbesteding van de levering van
het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad enz.
(Zie Ing. St. n'. 314.)
De algemeene beraadslaging wordt geopend.
De heer Drucker. Ik wil een punt ter sprake brengen, dat niet
in een der artikelen voorkomt, en daarom dien ik er nu over te
spreken.
In het algemeen heb ik met genoegen deze voordracht gezien,
omdat zij mij de hoop geeft, dat in het vervolg het Verslag van den
Raad spoediger zal verschijnen dan lot dusverre hel geval was,
althans dat het Verslag spoediger zal komen in handen van u, M. d.
V., van degenen die op het Stadhuis zijn en van de leden van den Raad.
Nu is echter nog een ander deel van het menschdom geïnteresseerd
by dit Verslag, nl. de belangstellende burgers in de gemeente Bepa
lingen in hun belang mis ik in deze voorwaarden. Mij dunkt, er is
wel min of meer een algemeen belang bij betrokken, dat ieder, die
zich interesseert voor betgeen in den Gemeenteraad voorvalt, gele
genheid heeft daarvan kennis te neinen uil hel olüciëele Verslag,
en zich niet tevreden behoeft te stellen met berichten in de dag
bladen, die uit den aard der zaak niet zoo nauwkeurig kunnen zyn,
waarvoor in ieder geval een lid van den Raad door zyne medebur
gers niet aansprakelijk kan gesteld worden.
Nu zou het mij voorkomen, dat by een van de artikelen in te
lasschen zou zyn eene bepaling, waardoor de aannemer verbonden
werd het Verslag binnen bekwamen tijd, d. w. z. binnen zeer korten
tyd, nadat het is toegezonden aan de rechthebbenden in de eerste
plaats, verkrijgbaar te stellen voor het publiek tegen een maximum
prijs. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de ondernemer, die op deze
voorwaarden aanneemt, uit zichzelf aldus handelt. Misschien stelt hij
abonnementen verkrijgbaar, of voegt het Verslag als bijvoegsel bjj
een courant. Maar ik zou gaarne zien en ik kan mij niet voor
stellen, dat er bezwaar tegen kan zijn, dat eene bepaling werd
opgenomen van deze strekking, dat aan den aannemer de verplichting
werd opgelegd, het officiëel Verslag van den Raad en de Ingekomen
Stukken binnen een maximum-lijd en voor een maximum-prijs be
schikbaar te stellen voor het publiek, dat daartoe den wensch te
kennen geeft.
De Voorzitter. In het algemeen geloof ik niet dat tegen het
opnemen van eene dergelijke bepaling bezwaar bestaat, alleen meen
ik dat wij ons moeten onthouden van eene bepaling van den prijs
waarvoor de uitgever het Verslag zal hebben te leveren aan het
publiek, want daarmede zouden wy treden buiten het verband van
onze overeenkomst. Het geldt eene overeenkomst in het belang van
de leden van den Raad en van het Stadhuis. Gaan wij nu den prijs
van levering aan het publiek zeer laag stellen, dan zouden wy daar
door de aanneming zeer kunnen drukken. Door de hoogere inschrij
ving zal wellicht dan een gedeelte betaald worden door de gemeente,
wat alleen door particulieren zoude moeten gedragen worden.
Ik zou het beter achten de bepaling van den prijs geheel over te
laten aan den uitgever, wiens belang toch medebrengt om zoo goed
koop mogelijk aan de ingezetenen het Verslag te leveren. Tot nog
toe heeft, geloof ik, de ervaring bewezen dat op levering aan het
publiek niet veel winst is te behalen. Dat het getal abonnés klein
is, is wellicht een gevolg daarvan dat het Verslag te laat uitkomt,
maar zeker niet een gevolg van den prjjs, want deze is tegenwoordig
zeer matig.
Burg. en Weth willen dus wel overnemen eene bepaling tot waar
borg van eene tijdige bezorging van het Verslag en de Stukken aan
de abonné's. mits daarmede niet gepaard gaat eene bepaling van den
prijs, omdat dit niet ligt op den weg van den Gemeenteraad.
De heer Drucker. M. d V Wat ik daar straks heb gezegd kwam
niet geheel uit mij zelf. Meermalen hoorde ik door personen die
belang stellen in onze gemeentezaken klagen, niet over den prijs van
hel verslag, maar over het feit dat hel verslag voor hen geen waarde
had, omdat het zoo laat uitkwam. Want krijgen de leden van den
Raad het tegenwoordig laat, de particuliere abonné's ontvangen het
nog veel later. Een paar jaren geleden was in de leeskamer eene
statistiek nedci'gelegd van de dagen, waarop hel verslag aan de leden
van den Raad was bezorgd. Die statistiek heb ik vergeleken met
aanleekeuingen, door een abonné alhier gehouden, en daaruit bleek
mij dal deze het verslag ontving dagen nadat wij hel hadden ontvangen.
Qui die reden acht ik bepaling van een maximum tijd weuschelijk en
noodig. En wat de bepaling van den prijs aangaat, ik zou willen
vragen of die er niet moet worden bijgevoegd. Doen wy dit niet en
heeft de aannemer niet veel lust om aan hel publiek te leveren, dan
kan hij den abonnementsprijs wel op f 200 per jaar stellen, zoodat
niemand het verslag koopt. Ik heb er niet legen dal de maximum
prijs niet te laag wordt gesteld, zoodal de inschrijving daardoor niet
gedrukt kan worden, maar eene bepaling van den prijs acht ik noodig
om te voorkomen, dat eene levering aan hel publiek geheel illusoir
kan worden gemaakt door den uilgever.
Wellicht zou aan hel bezwaar zyn tegemoet te komen door te be
palen, dal de prijs ten genoege moet zijn van Burg. en Wetli., of dat
de prijs moet worden vastgesteld onder goedkeuring van Burg. en
Weth. Er zyn meer bepalingen in het contract, waarbij de uilgever
ten slotte is overgeleverd aan de beslissing van Burg. en Welh.
De Voorzitter. Ik heb alleen tegen eene prijsbepaling dit bezwaar
dat zij naar mijne meening in een contract als dit met thuis behoort.
Het is overigens een punt van zoo weinig belang dat als de hecren
Wethouders er geen bezwaar tegen maken, ik wel eene bepaling wil
overnemen in den geest van den heer Drucker, mits hij deze be
hoorlijk formuleert.
De algemeene beraadslaging wordt gesloteu.
Beraadslaging over art. 1, luidende:
•Onder deze aanbesteding wordt verstaan het leveren van een
stenographisch gedrukt verslag van hel verhandelde in de Zit
tingen van den Gemeenteraad, het doen drukken van alle stukken
welke door of namens Burg. en Welh. worden aangewezen en het
leveren van die gedrukte stukken; voorts het maken en leveren van
een gedrukt jaarlijksch alphabelisch register op de Handelingen en
de Ingekomen Stukken, een en ander overeenkomstig het ten Raad-
huize nedergelegd model".
De beer Fockeiia Andreae. M. d. V.! Uit art. 1 in verband met
art. 6 blijkt dat het de bedoeling is om het register op de Hande
lingen en de Ingekomen Stukken te doen maken en te doen leveren
door den aannemer van het drukwerk.
Het komt ray niet weuschelijk voor, dal aldus wordt gehandeld.
Ik acht geraden dat het register wordt vervaardigd ter secretarie
door den Secretaris, of althans onder directe controle van dezen.
Het maken van een register vereischt veel zorg; zooals het thans
bestaat op de Handelingen en de Ingekomen Stukken, heeft het
wij allen hebben het ondervonden weinig nut. Ik heb wel eens
medegedeeld hoe ik in verschillende jaargangen lang had gezocht,
waar toch de belangryke discussie stond, indertyd gevoerd over het
voorstel van de heereu De Goeje, Van der Hoeven, Kranlz en u,
M. d. V., en dat iny ten slotte gebleken is. dat men die duscussie
in het Register moest vinden onder het hoofd »Raadsbesluiten", waar
ik hel natuurlijk niet verwachtte. Dan had men evengoed één ru
briek «verordeningen enz." kunnen maken.
Inderdaad en ieder die er mede te maken heeft weel het
is het maken van een register een werk dat groote nauwkeurigheid
vordert en dat bovendien niet gecontroleerd kan worden vóór dal
hel in dienst gesteld is, dan door iemand die vooraf hel zelfde werk
heeft gedaan als de samensteller. Wil men geen dubbel werk, dan
moet het register gemaakt worden door iemand, van wien men mag
verwachten dal hij er de noodige zorg aan besteedt.
Nu is het maken van een register op de Secretarie niet zoo moei-
lijk, wanneer hel plaats heeft vel voor vel. Wanneer men maar in
volgorde op vellen aan één kant beschreven schrijft: hoofden en al
wat onder die verschillende hoofden te vinden is, kan men aan het
einde van het jaar alles uilknippen en alphabelisch rangschikken.
Dat is geen zaak van groote moeite voor de Secretarie, wel van toe
wijding. Daar het aan den Secretaris en aan de personen onder zijn toe
zicht toe te vertrouwen, zijn wy veel beter verzekerd van een goed
register. Wy doen dus wel in de artt. 1 en fi zoodanige wyzigingen
te brengen, waaruit blyke dal de copic van het register wordt gele
verd aan den aannemer door de gemeente.
Daarom heb ik de eer voor te stellen in art. 1 te doen vervallen
de woorden: »makcn en" en in art. 6 wanneer ik dat meteen mag
zeggen de woorden: »vóór den 15den Februari van hel jaar volgende
op dat, waarop het betrekking heeft, zijn gedrukt en geleverd", te
vervangen door: «binnen 14 dagen nadat de copie hiervoor is ver
strekt in proef ter secretarie worden bezorgd en drie dagen nadat
de revisie is terug ontvangen zyn gedrukt en geleverd".
Er blijkt dan voldoende uit dal de copie van het Register wordt
verstrekt door de Secretarie.
De Voorzitter. Ik dank den heer Fockema Andreae voor de wel
willendheid om de door hem voorgestelde wijzigingen aan het Dag.
Bestuur vooraf mede te deelcn. Wat de amendementen betrelt op de
artt. 1 en 6, Burg en Welh. konden zich daarmede niet vereenigen
omdat werkelijk de bedoeling van het contract is om het ontwerp-
maken van een register aan den aannemer op te dragen. Wanneer