DONDERDAG 9 JANUARI 1896.
3
dat hij, onder overlegging van bijgaand attest van Or. A. Nijkamp,
geneesheer te Leiden, UEdelAchtb. Heeren verzoekt, hem een verlof
te willen toestaan tot den 15en April a. s.
't Welk doende enz.
Leiden, den 9en Januari 1896. E. A. H. Seipgens.
Ik stel voor om ook dit verzoek dadelijk te behandelen daar er
haast bij is.
De volgende rapporten zijn er bijgevoegd:
Leiden, 9 Januari 1896.
Ondergeteekende verklaart bjj dezen, dat het voor herstel van ge
zondheid noodzakelijk is aan den heer E. A. H. Seipgens verlof te
geven tot 15 April a. s.
Dr. A. Nijkamp.
Leiden, 9 Januari 1896.
Wjj hebben de eer U te berichten dat er bij ons geen bezwaar
bestaat tegen het toestaan van hel verzoek van den heer E. A. 11
Seipgens om een verlof voor den tijd van drie maanden, weshalve
wij U in overweging geven aan den Gemeenteraad voor te stellen
dit verlof te verleenen.
Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Toezicht op het
der gemeente Leiden. Middelbaar Onderwijs,
L. C Quant, waarn. Voorzitter.
J. W. Mulle», waarn. Secretaris.
Wordt tot dadelijke behandeling besloten en zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming overeenkomstig het gunstig advies van Burg.
en Weth. op hel verzoek beschikt.
De Voorzitter. Nu zal ik de vraag aan de orde stellen op welke
wjjze in de tjjdeljjke vacature zal moeten worden voorzien. Het
komt Burg. en Weth. voor het beste te zijn, dat de Raad Burg. en
Weth. machtigt om in overleg met de Commissie van Toezicht en
met den Directeur van de school in de waarneming van de tjjdelijke
vacature te voorzien, later zal dan aan den Raad worden voorgesteld
regeling van het bedrag voor die tijdelijke waarneming benoodigd.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming deze machti
ging aan Burg. en Weth. verleend.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een lid van de Commissie der Bewaarscholen.
(Zie Ing. St. n#. 306.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Kroon, Stadhouder en Verhey
van Wijk uitnoodigen om met mij het slembureau uil te maken?
Met 23 stemmen wordt benoemd de heer Treub, 1 briefje was in
blanco.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne
welwillende medewerking.
II. Verzoek van W. F. Van der Heyden, omtrent het doen rooien
van een boom aan den Stationsweg voor perceel N*. 7/9.
(Zie Ing. St. n". 308.)
De heer Do Riëu. Ik wensch te verklaren dat ik voor het voor
stel ben, maar ik wil nog verder gaan.
De boomen, zooals zjj daar tegenwoordig staan, vormen een onre
gelmatige reeks. In vroeger jaren stond daar een groote, deftige rij
boomen, en aan den anderen kant van het voetpad was een grachtje,
dat sedert gedempt is en waarop later boomen geplant zijn. Allengs
is dit nu een leelijkc en onregelmatige boel geworden. Nu daar
achter reeds knappere en betere woningen gekomen zijn en nog
komen, is, meen ik, het oogenblik daar om die kleine kastanjeboomen
weg te nemen en op den hoek van het trottoir evenals aan den an
deren kant, een nieuwe rjj boomen te plaatsen. Zoo leeljjk en on
regelmatig als het nu is kan het niet blijven, daarover is men
hel eens.
De Voorzitter. Een dergelijk omvangrijk voorstel als de heer Du
Rieu ter sprake brengt, is nu niet aan de orde en kan bij deze ge
legenheid niet in behandeling komen.
De heer Do Rieu. Ik zou gaarne zien, dat de Commissie van Fa
bricage de zaak, zooals ik haar met eenige woorden schetste, onder
zocht, ten einde eenen nieuwen, zuiveren toestand te krijgen. In
dien tusschenlijd zou ik dezen boom willen vcrwjjderen.
De Voorzitter. Ik zal het bij Burg. en Weth. ter sprake brengen
en daarvan zal afhangen of het advies der Commissie van Fabricage
wordt gevraagd.
De heer Verster van Wulverhorst. Toen door ons geacht mede
lid den heer Van Lidth de Jeude in de vorige vergadering uitstel
van dit punt verzocht werd, heeft hg er op gewezen, dal hel hem
voorkwam dat w(j onbillijkheid zouden plegen tegenover een vroe-
geren adressant, aan wien pertinent geweigerd werd een boom te
verwijderen. Die boom staal er nog en niettegenstaande dat heeft de
man een stoep kunnen metselen. Nu beweert deze adressant dat dit
hem onmogelijk is, maar dat kan ik niet aannemen.
Ik ben het volkomen eens met den heer Du Rieu, dat die rij
boomen niet mooi is, maar dat is niet aan de orde. Met liet zoo
even genoemde antecedent voor oogen, zou ik het zeer onbillijk ach
ten, indien dit verzoek werd toegestaan, ten ware er tevens een an
der besluit aan verbonden werd waarbij ook aan de vorige adressant
werd toegestaan den boom die hem hinderlijk is te verwijderen.
De Voorzitter. Die vraag is nu niet aan de orde.
De heer Van Hamel. Toen de heer Van Lidth de Jeude in de
vorige Vergadering hierover sprak, meende ik ook dat hg gelijk had,
eu ik heb, omdat ik evenals de heer Verster van Wulverhorst bij
toestaan van dit verzoek eenige onbillijkheid zag, met 't oog op eene
afwijzende beschikking op een verzoek van den vorigen adressant,
de stukken eens nagezien; ik ben tot de conclusie gekomen, dat
hetgeen de heer Versier van Wulverhorst zegt niet geheel juist is.
Den 21slcn April 1892 werd op voorstel van Berg. en Weth. een
verzoek, door Wienhoven ingediend om een boom te mogen
rooien, toegestaan met 15 tegen 7 stemmen; ik zelf behoorde tot de
tegenstemmers. De heer Wienhoven had eerst een request ingediend
om een stoep voor zijn huis te mogen leggen. In de vergadering
van 31 Maart waarin dit verzoek behandeld zoude worden, kwain
een tweede request van hem in waarbij hij verzocht een boom te
mogen rooien en in verband met dit verzoek werd toen de behande
ling van zjjn verzoek om een stoep te mogen leggen, op mijn voorstel
aangehouden, nadat de heer Verster van Wulverhorst over het ver
zoek het woord had gevoerd.
Den 21 sten werd, zooals ik zeide, het verzoek tot rooiing van een
boom toegestaan, nadat liet was geamendeerd door Burg. en Weth.
in dien zin, dal de boom zou worden verplaatst naar den hoek.
Daartoe was toen evenwel het seizoen niet gunstig en zoude gewacht
worden op liet voorjaar. Of bet toen is gebeurd weet ik echter niet.
De heer De Sturler Naar aanleiding van de gemaakte opmer
kingen, wensch ik mede te deelen, dat het verzoek om dezen boom
te mogen rooien, niet zoozeer gedaan is om een sloep te leggen,
maar wel om een keldergat te maken voor een kelder, welke adres
sant voor zijn bedrijf noodig heeft. Nu kan deze niet goed gemaakt
worden wanneer die boom blijft staan; bel keldergat zou er vlak
langs gemaakt moeten worden, en de boom zou dan noodzakelijk
beschadigd worden en niet kunnen bljjven leven. Daarbij komt nog
dat hg alleen slaat, het zoude niet alleen niet schaden wanneer hjj
weg is, maar het zoude zelfs een beter gezicht geven.
Wordt zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt.
III. Voorstel omtrent het verleenen van geheele of gedeeltelijke
vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor leerlingen van de
Kweekschool voor onderwijzers, wonende buiten de gemeenle.
(Zie Ing. St. n'. 311.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
IV. Verzoek van Z. Van der Mey, ter bekoming in eigendom van
een stukje grond aan den Maresingei.
(Zie Ing. St. n«. 312.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft bericht tegen
dit verzoek gren bezwaar te hebben.
De heer Kaiser. M. d. V.! Het bedrag door Burg. en Weth. bjj
hun voorstel gesteld op f 10 per centiare zou ik willen voorstellen
te verminderen tot op de helft, 10 meen ik is een te hooge prijs
voor dien grond en ik geloof dat w(j alle reden hebben, om Van der
Meij billijk te behandelen, want hij heeft op zeer flinke wijze ge
handeld door te kennen te gegeven dat hij bouwde op een stuk
grond aan de gemeente toebehoorende. Wanneer hg dit niet had
medegedeeld zou waarschijnlijk niemand er iets van geweten hebben.
Maar hij is eerlijk geweest en heeft zich tot de gemeenle gewend
om het stukje groud in eigendom te krjjgen. Zoo men hem den
grond al niet geheel gratis kan geven, geloof ik toch dat er alle
reden is om in dit geval een zeer matigen prijs te berekenen.
De Voorzitter. Wat de heer Kaiser daar opmerkt is zeker niet
geheel juist. De eigen mcdcdeeling van Van der Mey was volstrekt
niet noodig geweest, want uit de kadastrale opmeting zou wel degeljjk
gebleken z(jn dat hg bad gebouwd op een stuk grond aan de gemeente
behoorende. Burg. en Weth. hebben bem zelfs zeer zachtzinnig be
handeld, wij hadden kunnen eischen dat hetgeen gebouwd was werd
afgebroken, omdat eerst vergunning tot den bouw op gemeentegrond
had moeten worden gevraagd. Dit hebben wjj echter niet willen
doen, maar om hem nu minder voor den grond te vragen omdat bij
zelf iets is komen zeggen wat later toch zou zijn uitgekomen, daar
voor beslaat niet de minste reden. Het betreft hier een zeer klein
stukje grond; de Commissie van Fabricage beeft voorgesteld den prijs
te bepalen op 10 per centiare en de man zelf beeft daartegen geen
bezwaar ingebracht bjj Burg. en Weth.
De heer Kaiser. Bjj mij wel, M. d. V.! Het is ook volstrekt nog
niet uitgemaakt dal de grond aan de gemeente behoort. Kadastraal
moge bij als zoodanig zijn aangegeven, dat zegt nog niet veel, want
in rechte is hel moeielijk te bewijzen. Ik meen dat bet niet meer
dan billijk is als de gemeente in dit geval een lagen prijs eischt. Ik
stel daarom vooo den prjjs te bepalen op 5 per centiare.
Het amendement wordt voldoende ondersteund en kan derhalve
een onderwerp van beraadslaging uilmaken.
De Voorzitter. Uw amendement verdient zeker niet te worden
aangenomen op grond van hetgeen u zegt, die mindere prjjsbepaling
zoude moeten gelegen zijn in de mindere waarde van den grond. De
architect is mjj komen mededeeleu dal Van der Mey volgens de
kadastrale teekening had gebouwd op gemeentegrond. Zoo iels komt
altijd uil, want dit wordt steeds door de gcineeiile-ambtcnaren nauw
keurig nagezien en blijkt later uit de kadastrale opmeting. Hjj
beeft door zijne mededeeling dus alleen voorkomen onze mededeeling
aan bem, dat bij reeds gebouwd had op gemeentegrond.
De heer De Sturler. Eenigen tijd geleden hebben wij grond ver
kocht aan de Spanjaardsbrug voor 8 per centiare. En aangezien
deze grond dichter bjj de stad is gelegen, is hjj werkelijk wel 10
waard.
Het amendement van den heer Kaiser in stemming gebracht wordt
met 18 tegen 6 stemmen verworpen.
Voor hebben gestemd de heeren Kaiser, Pera, Van Kempen, Van
Rbjjn, Zillesen en Hasselbach.