10
DONDERDAG 9 JANUARI 1896.
De heer Driessen. M. d. V.! Ik zou willen voorstellen dit punt
heden niet te behandelen maar de zaak eerst te stellen in handen
van het Bestuur van de Stedelijke Werkinrichting.
De Voorzitter. Het stellen in handen van het Bestuur van de
Stedelijke Werkinrichting gaat niet aan, dat is geene vaste Commissie
uit den Raad welke advies moet uitbrengen. Tegen uitstel heb ik
overigens geen bezwaar, dan kan genoemd Bestuur zich inmiddels
met eventueele bewaren wenden tot Burg. en Wclh., of tot den Raad,
wat het ook had kunnen doen vóór de behandeling van de zaak.
De heer Driessen. Daarvoor heeft de tijd ontbroken.
De Voorzitter. Ik stel dus voor dit punt aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
XV. Idem omtrent aansluiting aan den Telefoon van de woning van
den Wethouder van Fabricage.
(Zie Ing. St. n*. 5.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
XVI. Begrooting, dienst 1866, van het H. G. of Arme Wees- en
Kinderhuis.
(Zie Ing. St. n*. 318.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XVII. Voorstel tot bet doen rooien van hoornen.
(Zie Ing. St. n*. 6.)
De Voorzitter. Ik stel voor dit voorstel aan te houden tot de
volgende Vergadering, omdat eerst gisteren de ljjsl definitief is kunnen
worden vastgesteld.
Daartoe wordt besloten.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering
gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.