76
MAANDAG 2S OCTOBER 1S95.
De Voorzitter. Ik stel voor één naam aan te houden wegens een
abuis in den staat. Er wordt in de opgaaf genoemd een zekeren A.
C. Gebhardl te Zoelerwoude. Dit is niet de leerling zelf maar de
persoon bij wicn zij inwoont, de leerling heet A C Cramer; hare
ouders wonen in Indië, zoodat' een nader onderzoek zal moeten plaats
hebben.
Overeenkomstig het advies van den Voorzitter wordt besloten en
het voorstel aangenomen.
VIII. Rekeningen over 1894 van het R. K. Armbestuur en het R.
K. Wees- en Oudelicdenhuis.
(Zie Ing. St. n®. 253.)
Worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IX. Voorstel van Commissarissen der Stedelijke Caslabriek omtrent
de invoering van den muntgasmeter.
(Zie Ing. St. n°. 254.)
X. Idem tot het vcrleenen van tractementsverhooging aan derde
onderwijzers en onderwijzeressen, niet in liet bezit van den hoofd
onderwijzersrang.
(Zie Ing. St. n®. 256)
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
(De heer Kerstens komt ter vergadering.)
XI. Begrooting voor 1896, van de Bank van Leening.
(Zie Ing. St. n®. 258.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XII. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Be
lasting, dienst 1895. Eerste gedeelte.
(Zie Ing. St. n®. 257.)
De Voorzitter. Dit voorstel is in de gehouden besloten Vergade
ring reeds behandeld ,en wordt behoudens een paar in die zitting
vastgestelde wijzigingen met algemecne stemmen goedgekeurd.
XIII. Begrooting van de Inkomsten en uitgaven der gemeente voor
1896.
(Zie Ing. St. n°. 248.)
De algemeene beraadslaging wordt heropend.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! De begrooting voor 1896 en
in bet algemeen het beleid van het Dag. Bestuur maken op mij, en
op mij zeker niet alleen, een zeer gunstigen indruk; ik ben overtuigd
de tolk van velen te zijn wanneer ik begin met aan het Dag Bestuur
voor dal beleid hulde te brengen. Wat ik vooral in deze begrooting
en in het beleid van het Dag. Bestuur met groot genoegen zie, is
dat de Raad over het algemeen zeer volledig ingelicht pleegt te
worden en de zaken der gemeente ons volledig worden bloot gelegd.
En toch komt bij mij wel eens de wensch op naar nog iets meer
licht, een licht dat men niet pleegt te ontvangen, ook niet in andere
gemeenten, en dat wellicht ook, althans in de eerste jaren, niet kan
schijnen voor het publiek, maar dat zijn nut zou doen wanneer het
dan slechts scheen voor de leden van den Raad.
Ieder particulier die zijne zaken behoorlijk behartigt, maakt van
tijd tot tijd min of meer nauwkeurig een balans op van wal hij bezit.
Dit pleegt niet te geschieden, althans niet publiek, door publiek
rechtelijke lichamen.
Wanneer in vroegere jaren in deze gemeente sprake was van
leeningen, dan werd wel eens gezegd: wanneer gij spreekt aan de
schulden van Leiden, dan moet gij daarbij niet vergeten dat het ook
kapitaal bezit. Die opmerking was volkomen juist, maar mij dunkt
wanneer hel voor een particulier van belang is om nu en dan te
welen of hij vóór dan achtaruil gaat, dan is dit zeker ook van be
lang voor een publiekrechtelijk lichaam. Ik geloof dat het voor de ge
meente werkelijk van beteekenis zoude zijn, wanneer men geleidelijk
eens kon opmaken een zuiveren balans. Ten aanzien van Leiden
zou men dan, dit durf ik wel onderstellen, tot de conclusie komen
dat het vooruit gaat. Ik wil op dit oogenblik allerminst eenig voor
stel daaromtrent doen; ik ontveins mij niet de moeielijkheid aan het
opmaken van een dergelijken balans verbonden voor ecne gemeente
die tal van eigendommen heeft, welke wel waarde hebben maar geen
bepaalde handelswaarde en speciaal voor publieken dienst bestemd zjjn.
Toch geloof ik dat met eenigen goeden wil aan mijn verzoek wel
ware te voldoen. Ik zou daarom aan het Dag. Bestuur de vraag in
overweging willen geven of het niet doenlijk en gcwenscht is op ge
regelde of ongeregelde tyden aan den Raad een balans overteleggen
van de bezittingen der gemeente, naar waarde geschal, en hare schuld,
Ik verlang thans zelfs geen antwoord van het Dag. Bestuur, omdat
het eene onvoorziene opmerking is, die ik slechts in de ernstige over
weging van het Dag. Bestuur aanbeveel.
De Voorzitter. Ik wensch den heer Fockema Andreae dank te
zeggen voor het waardeerend woord gesproken tot het Dag. Bestuur.
Wij zijn hem er zeer erkentelijk voor, want wij stellen het zeer op
prijs, dat onze werkzaamheden hij den Raad goedkeuring vinden.
Het denkbeeld door hem aangegeven zal door Burg. en Welh. over
wogen en ernstig worden besproken en er zal, is het eenigszins
mogelijk, gevolg aan worden gegeven. Waarom zouden wij het niet
doen? Wij wenschen allen zooveel mogelijk licht te werpen op de
publieke zaak, op de belangen van onze gemeente.
Ik meen er echter dadelijk bij te moeten voegen dat ik persoonlijk
van gevoelen ben, dat er niet gemakkelijk gevolg aan kan gegeven
worden met het oog op de moeilijkheid om de waarde te bepalen
van de bezittingen der gemeente, waartoe uit den aard der zaak vele
incourante fondsen behooren.
De algemeene beraadslaging wordt gesloten.
De Voorzitter. Volgens gewoonte zal ik eerst de uitgaven en
daarna de inkomsten in behandeling brengen.
De Volgn. 5674 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over Volgn. 75. luidende: Onderhoud en aankoop
van meubelen voor die gebouwen of vertrekken f 796.
De heer Du Rieu. Ik heb met genoegen gezien dat er plan bestaat
om voor betere ventilatie van dit vertrek te zorgen. Ik wil er op
drukken dat het, met het oog op het verdoekte schilderij, van belang
is dat hel plan uitgevoerd wordt.
De Voorzitter. Weldra zal den Raad een voorstel bereiken tot het
maken van eene betere ventilatie, die f 120 zal kosten.
De heer Van Keupen. De veranderingen die het Dag. Bestuur
wenscht aan te brengen zeer apprecieerende, moet ik toch verklaren
dat het mij leed doet. dat het onaesthetisch monsterachtig gedaante,
omringd door verschoten gordijnen en vuurschermen zal blijven. Ik
had gaarne gewild dat er een ander voorwerp voor in de plaats komt,
dal aeslhelisch is en beter werkt bijv. eene Auierikaansche vulkachel,
welke in groote gebouwen met veel succes gebruikt wordt. Deze kachel,
die ook zeer hinderlijk is, ontsiert de schoone raadzaal van onze stad.
Het aanbrengen van roosters in den zolder, welke evenwel, zooals
regel is, boven onze hoofden tochten, zal misschien eenigszins tegemoet
komen aan de groote warmte in de zaal.
De heer De Stürler. Bij de verbetering van de ventilatie zal tevens
eene verandering worden gemaakt in de plaatsing van de kachel; de
leelyke punt op het middenstuk zakt dan meer naar beneden. Met
een vulkachel zal men eveneens een scherm moeten maken om de
uitstralcude hitte te temperen. Wat de leelijke kleur der gordijnen
betreft, daaraan is gemakkelijk tegemoet te komen door deze eene
andere kleur te geven. Eerst moet afgewacht worden hoeveel lager
de kachel zal worden om daarnaar de omkasling te regelen.
De heer Van Kempen. Ik doe alleen nog opmerken dat men bij
een vulkachel geen scherm noodig heeft, die kan men temperen zoo
veel men wil.
De heer Hasselbach. Aan het bezwaar van den heer Van Kempen
is het best te voldoen door in plaats van de gordijnen, om de kachel
een ijzeren mantel te maken, welke men dan zoo schoon en aesthe-
tisch kan verwen als men zelf wil.
De Voorzitter. Burg. en Weth. willen het wel overwegen, maar
het geldt hier eene quaestie van smaak. Ik vind de kachel niet zoo
leelijk; zoolang ik lid van den Raad ben en Burgemeester, dat is nu
bijna 12 jaren, is de heer Van Kempen de cenige die klaagt over
het ontsierlijke van de kachel.
Volgn. 75 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Volgnrs. 7686 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over Volgnr. 87, luidende: Onderhoud van stralen en
pleinen f 26040.
De heer Van IIauel. M. d. V.! Uit het antwoord van Burg. en Weth.
hebbben wij gezien dat asphalteering van de Breestraat van de Vrou-
westeeg lot Koornbrugsteeg zal kosten 29388 Dat is eene respec
table som; ik zou tegen dien prijs niet gaarne tol de asphaltceering
willen overgaan, afgescheiden nog van de andere bezwaren daaraan
verbonden. Kon men nu echter de Breestraat van de Gehoorzaal
tot aan de Maarsmansteeg met klinkers bestraten, dan zoude dit in
de kosten aanzienlijk verschillen en het geraas voor de Gehoorzaal
en voor de school van Juffr. Winkler veel minder worden.
Dezelfde bestrating met klinkers zoude ik wel willen aanbevelen
voor het gedeelte straat tusschcn de school van den heer Wuyster
en de huizen aan den kant der broodfabriek (de verbinding Mare-
Korte Langegracln). Ik heb dezer dagen bij het bijwonen van eene
openbare les zelf ondervonden hoe ontzettend hinderlijk het leven op
de straat is door het geratel van rijtuigen en allerlei andere vervoer
middelen. Het verkeer daar is in den laalslen tijd sterk toegenomen,
vroeger scheen men meer eene andere route te nemen, maar tegeu-
woordig gaat alles wat zich van de Haarlemmertrekvaart naar de
Beestenmarkt begeeft langs die school. Den geheelen dag duurt het
leven voort, zoodat de onderwijzers soms hun eigen woorden niet
kunnen verstaan, in het bijzonder is dit het geval Vrijdags en Zater
dags, Wellicht ware door eene klinkerbestrating aan dat bezwaar
tegemoet te komen.
De heer De Stürler. Den heer Van Hamel moet ik op het feit opmerk-
saam maken dat klinkerbestrating wel minder geraas geeft, maar daar
waar veel passage is, veel te duur is. omdat de straat ieder oogenblik
zoude moeten gerepareerd worden. Daarom is men er toegekomen, in
het midden der straten waar veel passage is, keien en geen klinkers
te nemen.
De Voorzitter. Ik geef den heer Van Hamel toe dat het geraas
bij de school van Mej. Winkler en bij die van den heer-Wuyster
hinderlijk kan zyn. Er is tegenwoordig veel verkeer, maar daaraan
is toch, dunkt mij, weinig te doen. Wat mij betreft, ik zou mecnen,
dat de Breestraat door eene klinkerbestrating zeer ontsierd zou
worden.
Wat nu den last betreft, ik zit bijna den geheelen dag op het
stadhuis aan den straatkant en heb er bij ondervinding bijna geen
last van. Het is wat leven maar men wordt er langzamerhand ge
woon aan. Wij willen de zaak nog eens overwegen, speciaal wat de
school van den heer Wuyster betreft.
Volgn. 87 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over Volgn. 88, luidende Onderhoud van wenen en
voetpaden f 4093.