GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
U:
73
INGEKOMEN STUKKEN.
N®. 238. Leiden, 19 September 1895.
Ter vervulling van de vacaturen, die met 1 October e. k. in ons
College ontstaan, door de periodieke aftreding van de heeren Prof.
Dr. J. E. Van Iterson en Dr. A. VV. Kroon Jr., hebben wij de eer u
ingevolge art. 28 der Verordening van 5 Juni 1879 de
bevclingslijst van twee personen aan te bieden:
j 1. Prof. Dr. J. E. Van Iterson.
volgende aun-
Dr. A. Nijkamp.
Dr. A. W. Kroon Jr.
Dr. T, W. Van Lidtb
Aan den Gemeenteraad
II.
van Leiden.
de Jeude.
Curatoren van het Gymnasium,
J. E. Van Iterson, vice-Voorzitter.
3. C. Van der Lip, Secretaris.
bedenkingen bestaan, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging
geven adressant weder voor den tijd van drie jaren in zijne genoemde
betrekking te bestendigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van LeidcD.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde gevoelens te kennen D. Stigter, arts, dat
de termijn zijner benoeming als Stads Genees- en Heelkundige tegen
1 September e. k. geëindigd zal zijn, weshalve hij beleefd verzoekt in
het ambt van Stads Genees- en Heelkundigen gecontinueerd te worden.
't Welk doende,
Leiden, 19, 9 95. D. Stigter, Arts.
N®. 339. Leiden, 19 September 1895.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat het wensehelyk wordt
geacht thans reeds over te gaan tot de benoeming van een Geneesheer-
Directeur van het op te richten Krankzinnigengesticht op het buiten
goed Endegeest, in afwachting van het bekomen van de voor de op
richting vereischte vergunning krachtens art. 7 der Wel van 27 April
1884 (Stbl. n®. 96) tot regeling van het staatstoezicht op krankzin
nigen, welke vergunning ingevolge Raadsbesluit van 18 Juli jl. is aan
gevraagd en eerstdaags wordt te gemoet gezien.
Met bet oog op het opmaken van de definitieve bouwplannen en
de verdere bepalingen omtrent de inrichting van het gesticht is het
namelijk van groot belang dat de Geneesheer-Directeur te dien aan
zien wordt geraadpleegd, voor dat met de exploitatie wordt aange
vangen. Door de in de bedoelde Raadszitting benoemde Raadscom
missie wordt in overweging gegeven de jaarwedde van den te be
noemen Geneesheer-Directeur vast te stellen op f 4000 met genot
van vrije woning op het terrein, inet bepaling dat de benoemde op een
nader te bepalen tijd zal in functie treden en hem tevens op te
dragen ook vóór zyne in functie treding de noodige adviezen te
geven omtrent den bouw van het gesticht en de verdere inrichting
tegen genot van eene billijke vergoeding voor de in deze bewezen
diensten.
Tevens heeft de Commissie de navolgende voordracht uit de sollici
tanten naar de genoemde betrekking opgemaakt, als:
1®. Dr. J. L. Dobberke, te Rosmalen, tweede geneesheer aan bet
krankzinnigengesticht Coudewater te Rosmalen.
2®. W. H. Cox, te Deventer, geneesheer aan het krankzinnigenge
sticht afdeeling Brinkgreve te Deventer.
Onder mededeeling dat wij ons met de voorstellen der Commissie
kunnen vereenigen geven wij Uwe Vergadering in overweging:
1®. de jaarwedde van den Geneesheer-Directeur van het krankzinni
gengesticht vast te stellen op f 4000 met genot van vrije woning.
2°. over te gaan tot de benoeming een van Geneesheer-Directeur
onder bepaling dat de benoeming geschiedt behoudens het bekomen
van de aangevraagde vergunning tot oprichting van het gesticht
krachtens art. 7 der Wet van 27 April 1884 (Stbl. n3. 96), dat de
benoemde in functie zal treden op een nader door Burg. en Weth.
in overleg met de Commissie te bepalen tijd en dat den benoemde
wordt opgedragen vóór zijne in functietreding de noodige adviezen
te geven aangaande den bouw en de verdere inrichting van het ge
sticht, waarvoor hem eene nader te regelen billijke vergoeding zal
worden toegekend.
De stukken der sollicitanten zijn in de Leeskamer ter inzage van de
leden nedergelegd.
Ten slotte kunnen wij U mededeelen dat de bovengenoemde
Commissie in gevolge hare opdracht krachtens het Raadsbesluit van
18 Juli jl. de noodige voorstellen zal indienen omtrent de. wijze van
directie en beheer en de verder daarbij genoemde onderwerpen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 243. Leiden, 19 September 1895.
Ten vervolge op ons rapport van 5 September jl. (Ing. St. n®. 228)
geven wij Uwe Vergadering in overweging den staat bedoeld bij art.
1 der Verordening op het verleenen van pensioen aan gemeente
ambtenaren mede aan te vullen met de Controleurs van politie, wier
jaarwedde bedraagt f 800, plus f 100 voor kleeding, zoodat de grond
slag voor het pensioen behoort te worden vastgesteld op f 900.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N\ 243.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
1521 September 1895.
.N°.
N°. 240. Leiden, 19 September 1895.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat zij zich kan vereenigen met de voorstellen van Burg.
en Weth. van 10 September jl. (Ing. Stukken n®. 232), strekkende
tot verhooging van de artt. 167 Uilkeering aan het rijk van het aan
deel in de kwade posten wegens de directe belastingen, en 100:
«Grondlasten en Personeelc lasten wegens huizen en landerijen" aan
gezien het blijkt dat de uitgetrokken sommen niet voldoende zijn
om het verschuldigde bedrag te voldoen en van 9 September jl (Ing.
Stukken n®. 231) tot het doen van af- en overschrijving op de be
grooting, dienst 1895, tot vinding der kosten van de voorgestelde
splitsing der 5e klasse aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens
voor de beschrijvende meetkunde en de aanstelling van een candidaat
in de scheikunde voor de lessen in dat vak, een en ander ingaande
1 October 1895.
Zij stelt Uwe Vergadering daarom voor de overgelegde suppletoire
begrootingen en den staat van af- en oversebrijving vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N'. 241.
N®. 244. Leiden, 26 September 1895.
Voldoende aan Art. 5 der Statuten heeft het Bestuur der Vereeni-
ging »de Practische Ambachtsschool te Leiden, de eer den Raad der
gemeente Leiden mede te deelen dat in de Algemeene Ledenverga
dering, gehouden op 25 September jl. ter vervanging van
de heeren Dr. P. J. Kaiser
Dr. M. J. De Goeje
A. E. Van Kempen
de volgende dubbeltallen zijn opgemaakt:
J. A. Van Dyk en J. A. Van Hamel
W. F. Van der Heijden en H. J. Jesse
J. Roem en G. D. Buitendijk.
De Raad wordt beleefd uilgenoodigd uit deze dubbeltallen een
keuze te doen.
Aan den Raad Namens het Bestuur der Vereeniging de
der gemeente Leiden. Practische Ambachtsschool.
G. Van üribl, Seeretaris
Leiden, 20 September 1895.
bijgaand adres van den heer D. Stigter,
Onder overlegging van bijgaand adres van
houdende verzoek om in de betrekking van Stads Genees- en Heel
kundige te worden gecontinueerd, hebben wij de eer U mede te
deelen dat er by ons tegen de inwilliging van het verzoek geene
N®. 245. Leiden, 26 September 1895.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen
het ons door den Minister van Binnenlandsche Zaken toegezonden
afschrift van het Koninklijk Besluit van 16 September jl. n®. 21,
waarbij naar aanleiding van het aan H. M. de Koningin-Weduwe-
Regentes gericht verzoekschrift, aan het Bestuur der gemeente Leiden
vergunning verleend wordt voor de oprichting van een gesticht voor
krankzinnigen op het landgoed Endegeest onder Oegstgeest.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin
der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wij Emma, Koningin-Weduwe, Regentes van het Koningrijk, op de
voordracht van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 12 Sep
tember 1895 n®. 3535, afd. M. P., betreffende een verzoek van het
Bestuur der gemeente Leiden, om vergunning tot oprichting van een
gesticht voor krankzinnigen op het landgoed «Endegeest", gemeente
Oegstgeest;
Gelet op de artt. 7 en 8 der wet vgn-7 April 1884 (Stbl. n'. 96),
gewijzigd by art. 10 sub 46° van de wet van 15 April 1886 (Stbl. n®. 64);
Hebben goedgevonden en verstaan; te bepalen:
Art. 1. Aan het Bestuur der gemeente Leiden wordt vergunning
verleend op het landgoed «Endegeest" gemeente Oegstgeest, eeri ge
sticht voor krankzinnigen op te richten overeenkomstig de door dat
Bestuur overgelegde teekeningen en beschrijving.
Art. 2. In het gesticht, bestaande uit drie paviljoenen voor mannen,
drie paviljoenen voor vrouwen en de noodige dienstgebouwen en
ziekenpaviljoenen, mogen niet meer dan 350 krankzinnigen, 175 mannen
en 175 vrouwen, verpleegd worden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken bepaalt na de voltooiing
van elk paviljoen het tijdstip, waarop dit in gebruik raag worden
genomen en het maximum van het getal verpleegden, dat daarin mag
worden opgenomen.
Art. 3. In elk voor meer dan een verpleegde bestemd slaapvertrek
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng.
1
Sept.
15
7.8.45
7
16.4
2
16
7.8.45
8
16.4
3
17
7.8.45
7
16.8
4
18
7.8.45
8
16.8
5
19
78.45
7
16.4
6
20
7.8.45
8
16.6
7
21
7.8.45
8
16.6