70 het dienstbaar maken der telephonic aan brandweer, politie en andere gemeentediensten worden gevolgd. Al naar omstandigheden worden door verschillende gemeenten verschillende dienstregelingen gevraagd. Wie is er beter dan het gemeentebestuur in staat voor eené geschikte plaatsing van steunpunten, en in het algemeen voor meer oordeel- kundigen aanleg te zorgen, en hij dien aanleg met de plaatselijke gesteldheid rekening te houden. Op deze wjjze behooren de woorden van den Minister te worden opgevat. En dat de gemeente dit alles en nog meer even goed kan doen by de tegenwoordige concessie als bij eigen exploitatie, is te Leiden bij ondervinding gebleken. Daar voor zijn de bepalingen der concessie voldoende waarborg. Waar de Minister beweert dat de gemeenten, by het verleeneu der concessiën voor korten tijd een goed oog hebben gehad, zy het ons vergund op te merken, dat Leiden, voor eene exploitatie tegen Fl. 35 voor den »kortsten" termijn concessie gaf. Te Zwolle, Deventer, Nymegen, 's üosch, Tilburg, Breda, Middelburg en Vlissingcn werden concessiën voor 30, 25, 20, 25, 20, 25, 25 en 25 jaren verleend. In Leiden is het op het oogenblik hetzelfde als dat eene nieuwe con cessie voor den tijd van 10 15 25 jaren zou worden verleend, evenwel met dat onderscheid dat men van den candidaat-concessionaris gedurende 5 jaren ondervinding heeft opgedaan, en men niet staat voor eene onbekende exploitatie. De aanhaling van het door den heer Krantz gesprokene bij het verleenen der tegenwoordige concessie na dat 5 jaren van gunstige exploitatie voor de gemeentenaren zijn voorbijgegaan, bewijst juist dat men zich door dergelijke uitingen geen vrees behoeft te laten aanjagen. Toen de heer K. zich zoo uitliet, was cr nog niet veel van telephoonexploitatie bekend. Het is zeer de vraag of ZEd. thans, nu de telephonie zich overal, maar inzonderheid te Leiden, burger recht heeft verworven, nog zou uitlaten. Met de berekening van den heer Van Hamel kunnen wij ons moei lijk vereenigen. Indien wy contant Fl. 5000 onkosten maken, en wij hebben voor geld 5 pCt. te betalen, is dit na verloop van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 jaren aangegroeid tot Fl. 5250, 5512.50, 5788.13, 6077.53, 6381.41, 6700.48, 7035.50, 7387.28, 7756.64,8144.47. Waar de heer Drucker het standpunt toelicht waarop ZEd. zich in deze zaak stelt, en zich om dit te motiveeren beroept op de discussie in de Tweede Kamer, waaruit zou zijn gebleken dat niemand kan voorzien hoe de telephonie er zal uitzien over 20 jaren, wordt door hem voorbijgezien dat die discussie vooral betrekking had op het «intercommunaal telephonverkecr". Daarvan waren, en zyn nog som* mige plaatsen uitgesloten, omdat een te hoog bedrag als waarborg voor brulo-opbrengst door de Regeering werd gevraagd. De Minister verduidelijkte op eene andere plaats zijne meening nog door de ver wachting uit te drukken dat, door opneming van meerdere plaatsen in de aan te leggen intercommunale geleidingen de verlangde bedra gen mogelyk zouden blijken, en daardoor uitbreiding der telephonie kon worden verwacht, (Zie bladz. 1216 Handelingen 2e kolom). Nu heeft de exploitatie van het communale net te Leiden met deze be wering van den Minister alleen daarom al niet meer te maken, omdat voor Leiden, na veel onderhandelen, een waarborgsom van Fl. 600 is gesteld en de bereidverklaring tot het stellen van dit bedrag als waarborg al aan het betrokken departement is opgezonden. De inter communale aansluiting van het net alhier is dus verzekerd, wat ook de toekomst der telephonie moge wezen. Dat trouwens ZE. onderscheid maakt tusschen de verschillende exploitatiën hier te lande, en volgens hem dc exploitatie te Leiden al het minst van de toekomst heeft te vreezen, blijkt uit zijne woor den, voorkomende op bi. 1215 der Handelingen, eerste kolom, geheel onderaan: «Er komt eindelijk eene derde groep van steden, waartoe «plaatsen als «Groningen, Dordrecht, Tilburg, Leiden" enz. gerekend «worden; daar worden abonnementsprijzen geheven, die meer over- «eenkomen met hetgeen hier te lande gevorderd wordt." Ook de Minister toont in deze woorden vertrouwen te stellen in de exploi tatie te Leiden. Tot staving van het door ons beweerde in het eerste Vervolg van dit schrijven, beginnende met: «Uit het vervolg enz." halen wij aan 's Ministers woorden, gedrukt op het midden der eerste kolom van pag. 1216: «Wanneer dit de gesteldheid is van de intercommunale «telephonie, dan is daarmede nog niet gezegd, dat de exploitatie op «den duur aan particuliere handen zoude moeten worden toevertrouwd. «Integendeel, terwijl bij de communale netten het gemeentelijk ver- «keer op den voorgrond staat en uit dien hoofde dc exploitatie of «althans de regeling van gemeentewege behoort te geschieden," enz. enz. En verder, op dezelfde bladzijde, 2de kolom, 2de alinea: «De «gesteldheid is deze, dat het beheer der int. lijnen behoort by den «Staat, die van de communale netten bij de gemeente. Voor elk «geval in het byzonder is te overwegen of de betrokken autoriteit de «exploitatie zelf in handen moet nemen dan wel haar moet toever- «trouwen aan eene maatschappij, onder de noodige waarborgen eener «goede uitvoering." Dat de Regeering geen plan heeft zich met de organisatie der locale netten te bemoeien, en deze organisatie niet te maken heeft met de beweringen van den Minister, blijkt weder uit diens woorden op dezelfde bladzijde, tweede kolom, 1ste alinea: «Ik meen dat moet «worden afgewacht wat ten aanzien der communale netten in de «eerstvolgende jaren geschieden zal." Waar ZE. op hl. 1217 wijst op de gunstige omstandigheid van het weldra afloopen der gemeenteconcessiën, doet hij dit om nieuwe rege lingen te kunnen maken, die aan de eischen van den tegenwoordigen tyd beantwoorden. Dit kan mede niet op Leiden van toepassing zijn, want in Leiden worden dezelfde toestellen gebruikt, die door den Staat worden aangewend. Dc inrichtingen te Amsterdam, Rot terdam en nog eenige plaatsen, niet door ons geëxploiteerd, waren verouderd. In dezelfde redevoering, (Zie bl. 1217, 2e kolom, 3e alinea,) komt eene verklaring voor, die waf betreft de wijze van aanleg, voor de gemeente Leiden geen twijfel meer overlaat. Zij luidt: «Wanneer daartoe" (daartoe beteekent hier: Het leggen van ondergrondsche geleidingen in gemeenten) «van Staatswege werd overgegaan in plaat- «seu als Amsterdam, Rotterdam, den Haag, zoude dan daaruit moeten «volgen, dat ook in elke andere gemeente ondergrondsche geleidingen zullen worden aangelegd? (Wy cursiveeren) «Zal men op die wijze de kosten van aanleg niet buitensporig en zonder eenige noodzaak ver hoog en?" Men heeft hier met zulk een aanmerkelijk verschil in kosten van aanleg te doen, dat slechts de Gemeentebesturen zelve kunnen uitmaken wat ten deze het meest in hun belang is." Uit het bovenstaande blykt duidelijk, dat door de Regeering, èn toestellen, èn geleidingen te Leiden worden beschouwd als: «up to date". Daaruit volgt: dat de door haar gewenschte verbeteringen het net te Leiden zeker niet gelden, en Leiden met gerustheid de toekomst tegemoet mag zien. Indien, onder deze omstandigheden, Leiden voor het feit stond voor het eerst eene telephoonconcessie te moeten vergeven, zou de Raad zeker niet aarzelen, den termyn dier concessie op 25 jaar te stellen. Men zou dan nog moeten afwachten of de exploitatie en de exploitant in den smaak vielen. De gemeente zou, tegenover dien nieuwen aanvrager geen schadevergoeding voor hem buiten zijne schuld aangedane hardheid te behoeven geven, en dus by het ver leenen dier nieuwe concessie geene opofferingen te sparen hebben. Daartegenover staat, dat men ons, die tot aller genoegen exploi- teeren, eene verlenging van 15 jaar niet zou verleenen, terwyl zelfs bij het toestaan dier verlenging de totaalduur onzer concessie nog maar 25 jaar zou zijn. En dat terwijl het geven van schadeloosstel ling van wege de gemeente door die schikking zou vervallen? Maar er is nog meer. Het is U bekend wat wy ons inspanden om Leiden, zonder verhooging van abonnementsprijs, aangesloten te krijgen aan het bestaand net van intercommunale geleidingen. Wy hebben daarbij alleen kans op verlies, «maar niet het minste voordeel," Wy deden wat wij konden om onze geabonneerden te gerieven en hun belang te behartigen. U vondt ons bereid in schikking te treden voor nacht dienst, voor wij daartoe waren verplicht. U gelieve ons niet ten kwade te duiden dat wy ons daarop beroepen. En zal nu de Raad, door ons de gevraagde concessieverlenging niet toe te staan, ons minder vertrouwen geven dan aan den onbekenden aanvrager? «Wij kunnen dit niet gelooven." Maar, mocht het blijken dat dit toch het geval zal zijn, dan zullen wij liever, door ontslagen te worden van onze verplichtingen tegen over de gemeente, den rol spelen van dien eersten aanvrager, en misschien in eene nieuwe concessie van 25 jaar ons een blijk van vertrouwen door den Raad zien geven, dan eene vergoeding van kosten voor overbrenging van hel Centraalbureau te ontvangen, waardoor zeker de daardoor veroorzaakte noodzakelijke wijzigingen in den bovcngrondschen aanleg niet worden vergoed. Met vertrouwen namen wij de vrijheid U het bovenstaande in bil lijke overweging te geven. Met bijzondere hoogachting, UEA. dienstw. dienaren, Breda, 5 Augustus 1895. Ribbink, Van Bobk ds Co. N'. 227. Leiden. 5 September 1894. Blijkens bericht van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar onderwijs telt de le klasse der Hoogcre Burgerschool voor Meisjes in den thans aangevangen cursus 29 leerlingen en i9 zij in twee afdeelingen gesplitst. Evenals de Directrice acht de Commissie het zeer in het belang van het onderwys dat deze splitsing ook tot de handwerken wordt uitgestrekt, waarmede intusschen, krachtens de Verordening op de jaarwedden, eene meerdere uitgave van f 100 gemoeid zal zijn. Ons met dit voorstel vereenigende geven wij Uwe Vergadering in overweging den post der begrooting voor dit jaar Volgn. 124V Kosten van parallelklassen te verhoogen met 34, welk bedrag ongeveer voor dit jaar benoodigd zal wezen, te vinden door afschrijving van dat bedrag uit den post voor Onvoorziene Uitgaven. Een staat van af- en overschrijving wordt hierbij ter vaststelling aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 228. Leiden, 5 September 1895. In art. 1 der Verordening van 4 December 1884, betreffende het verleenen van pensioen en wachtgeld aan gemeente-ambtenaren en bedienden (Gem.blad n". 5 van 1884) is bepaald dat bij het ontstaan van nieuwe ambten of betrekkingen op voorstel van Burg. en Weth. dooi den Gemeenteraad wordt beslist of zij al dan niet op den bij de Verordening behoorenden slaat zullen worden gebracht. Vermits onlangs definitief tol Eersten Keurmeester van vee en vleesch is benoemd G. Polder, op een jaarwedde van f 600, met twee perio dieke verhoogingen van 100 na 4 en 8 jaren deiinitieven dienst, geven wij Uwe Vergadering in overweging den staat bedoeld bij art. 1 der aangehaalde Verordening aan te vullen met den Eersten Keur meester van vee en vleesch. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N*. 229. Leiden, 5 September 1895. Wy hebben de eer U mede te deelen dat uit het kasteel Endegeest eenige rollen gobelin-behang naar het Raadhuis zijn overgebracht en dat het dringend noodig is dat deze worden schoongemaakt en ont daan van het daarop geplakt papier, waarvan de kosten ongeveer f 160 zullen bedragen. Wy geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de noodige gelden beschikbaar te stellen door verhooging van Volgn. 77, Onder- derhoud meubilair Raadhuis, met 160, te vinden door afschrijving

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 2