GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
53
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 191. Leiden, 23 Juli 1895.
Het onderzoek der rekening van^e Stedelijke Werkinrichting over
het jaar 1894 heeft de Commissie van Financiën tot geene opmer
kingen aanleiding gegeven.
Zij stelt U mitsdien voor die rekening "fjhed te keuren, in ontvangst
en uitgaaf ad 17009.31*.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N'. 192. Leiden, 23 Juli 1895.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij
geene bedenkingen heeft tegen de door het Bestuur van het Heilige
Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis ingediende suppletoire staten
van hegrooting en van af- en overschrijving over het dienstjaar 1894,
zoodat zij U tot goedkeuring dier staten adviseert.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N'. 193. Leiden, 24 Juli 1895.
Onder overlegging van bijgaand adres van den heer G. H. Sijthoff,
houdende verzoek om teruggave van schoolgeld, hebben wij de eer
U mede te deelen dat krachtens het Raadsbesluit op de heffing van
schoolgeld lager onderwijs (zie Gemeenteblad n°. 1 van 1888) terug
gave of vrijstelling van de betaling van schoolgeld kan worden ver
leend aan ouders of die hen vervangen, welke tusschentijds de stad
metterwoon verlaten of zich in de gemeente vestigen.
Vermits bovenstaande bepaling niet van toepassing kan worden ge
bracht omdat hier van vestiging in de gemeente of tusschentijds ver
laten geen sprake is en adressant bovendien te Zoeterwoude woon
achtig is, geven wij üwe Vergadering in overweging afwijzend op
het verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad.
Burst, en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met versehuldigden eerbied, te kennen Gerard Henri Sijthoff,
wonende Witte Singel onder Zoeterwoude;
dat zijne dochter Johanna van af den 15en December tot den Jpn
Juli 11. de school van Mejuffrouw Jesse wegens gezondheidsredenen
niet heeft kunnen bezoeken;
dat het verschuldigde schoolgeld in dien tijd toch door hem be
taald is geworden.
Redenen waarom hij beleefdelijk aan Uw College verzoekt eene
evenredige teruggave te mogen erlangen.
't Welk doende,
Leiden, 9 Juli 1895. G. Henri Sijthoff.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de
leden in de Leeskamer zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot eene
benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 196. 4 Leiden, 15 Juli 1895.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van K. Martin, hoogleeraar
alhier, hebben wij de eer U mede te deelen dat de dochter van adres
sant den 10 April jl. de Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft
verlaten.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zijne
dochter vroeger leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes,
over het laatste kwartaal van den cursus 1894/95.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geeft met versehuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekendc,
K. Martin, Hoogleeraar alhier,
dat zijne dochter Alida reeds 10 April 1895 voor goed de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes heeft verlaten,
dat hij het schoolgeld voor haar tot 1 September a. s. voldaan
heeft,
weshalve hij, op grond van het bovenstaande, UEd. Achtb. beleefd
verzoekt restitutie te mogen ontvangen van het te veel betaalde.
't Welk doende enz.
Leiden, 9 Juli 1895. K. Martin.
N*. 197.
Leiden, 31 Juli 1895.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat aan den Burgemeester,
Voorzitter van ons College, verlof is verleend om zich van 2 Augustus
tot 2 September a. s. buiten de gemeente op te houden en dat zijne
functiën gedurende zijne afwezigheid zullen worden waargenomen door
den oudsten Wethouder.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 194. Leiden, 23 Juli 1895.
Wjj hebben de eer U mede te deelen dat wjj ons geheel kunnen ver
eenigen met de hierbij overgelegde rapporten van den Directeur der
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen en den Districts
schoolopziener omtrent de definitieve benoeming van Mejuffrouw A.
S. A. Van Kaathoven tot onderwijzeres in den zang aan de Kweek
school, weshalve wij volle vrijheid vinden U in overweging te geven
tot de bedoelde definitieve benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 15 Juli 1895.
Bij het sluiten van den cursus heb ik de eer U te berichten, dat
Mejuffrouw A. S. A. Van Kaathoven zich op uitnemende wijze van
hare plichten gekweten en aan de gunstige verwachtingen, die van
haar zjjn opgewekt, beantwoord heeft.
Ik geef U daarom in overweging aan den Gemeenteraad voor te
stellen haar definitief als leerares in den zang aan de Kweekschool
voor Onderwijzers en Onderwijzeressen te benoemen.
Aan HH. Burg. en Weth. De Directeur der Kweekschool,
der gemeente Leiden. J> A. Van Dijk.
's Gravenhage, 16 Juli 1895.
Ik heb de eer U te berichten dat ik mij met bet voorstel van den
Directeur der Kweekschool, om Mejuffrouw Van Kaathoven definitief
tot onderwijzeres in den zang te benoemen, gaarne vereenig.
Aan HH. Burg. en Weth. De Schoolopziener in het district
van Leiden. 's Gravenhage,
W. Van Marken.
N°. 19Ö. Leiden, 26 Juli 1895.
Ter vervulling eener bestaande vacature aan de Meisjesschool der
2e klasse, hebben wij de eer U hierbij eene voordracht aan te bieden
opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener na in
gewonnen bericht van het hoofd der school, ter benoeming van eene
derde onderwijzeres met bevoegdheid tot het geven van onderwys in
de Fransche taal, als:
1». Mejuffr. G. J. M. Schretlen, onderwijzeres aan de openbare
school der 4e klasse n°. 1
2'. Mejuffr. E. D. Van Sonsbeek, werkzaam aan een der openbare
lagere scholen alhier en
3*. Mejuffr. C. W. J. Bos, onderwijzeres te Gouda.
N°. 199, Leiden, 29 Juli 1895,
Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen de rekening en
verantwoording van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over
het jaar 1894, inet de daarbij behoorende bescheiden.
De ontvangsten dezer rekening bedragen f 831859.34, de uitgaven
f 779794.09'. Het batig slot is derhalve 52065.24*.
Vermits evenwel voor den bouw en de inrichting van het Archief
gebouw nog een bedrag van /'1322.48s onbetaald is gebleven en 156
wegens vervallen coupons in de geldleeningen der gemeente niet zjjn
opgevraagd, welke betalingen volgens de voorschriften op de inrich
ting der rekening op den dienst van het jaar 1895 ten laste van de
onvoorziene uitgaven moeten worden overgebracht, vermindert het
batig slot met deze beide bedragen, te zamen ad 1478.48'en wordt
het gereduceerd tot 50586.76.
Dit aanzienlijk overschot vindt zijn grond in de omstandigheid dat in de
rekening sommen voorkomen wegens verkochte gemeente-eigendommen,
niet gedanen aankoop van inschrijvingen op het Grootboek en afgeloste
kapitalen, welke sommen uit den aard der zaak tot kapitaliseering
moeten blijven aangewezen.
Het zijn de navolgende ontvangsten:
a. f 40630.50 wegens niet gedanen aankoop van inschrijvingen, af
komstig van de in de begrooting van 1894 voor be
legging aangewezen sommen ad f 19448.77'
en het uit de rekening van 1893 in die begrooting
overgebracht, mede voor belegging bestemd bedrag
van 21181.72'
(zie de Ingek. St. n'. 206 van 1894).
b. f 8000.— wegens teruggegeven kapitaal der gemeente in de
Stads Bank van Leening.
Ct f 500.wegens afgelost kapitaal der gemeente in de geld-
leening van Katwijk.
d. f 20168.40 wegens opbrengst van verkochte gemeente-eigen
dommen.
e. 97.— wegens afkoop van eene grondrente
te zamen tot een bedrag van 69395.90.
Voor telescopeering van den grooten gashouder der Sted. Gasfabriek
is evenwel door Uwen Raad eene som van 24000 gevoteerd en voor
den aankoop van een huisje in de Sionsteeg 661, met bepaling dat
beide sommen door geldleening zouden worden gevonden.
Aan geldleening is echter geen gevolg behoeven te worden gegeven,
doordien van een gedeelte der bovengenoemde, voor belegging be
stemde som, kon worden gebruik gemaakt.
Bovengemeld bedrag van 69395.90, verminderd met 24000 en
ƒ661, alzoo tot een bedrag van f 44734.90, in het slot der rekening
van 1894 begregen, moet blijven bestemd om te worden belegd.
Het batig saldo der rekening van het jaar 1894, voor zoover het
in de gewone middelen van het jaar 1896 in ontvangst mag worden
gebracht bedraagt alzoot ^0586.76
verminderd met44734.JO
5851.86
Bij den gebruikeljjken toelichtingsstaat op de rekening, welke aan
Uwe Vergadering over eenige dagen zal worden overgelegd, zal tevens
een voordracht worden aangeboden tot overbrenging van de betalingen
die nog gedaan moeten worden ad 1478.48' en van het voornoemd,
voor belegging aangewezen, bedrag van 44734.90, in de begrooting
van 1895.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leidea.