Art. 8. Door den concessionaris mag geen hooger bedrag worden
gevorderd voor de aansluiting van een binnen de grenzen der ge
meente gelegen perceel aan het Centraalbureau, met inbegrip van
bediening en ingebruikgeving en onderhoud van alle daartoe ncodige
toestellen dan van f 35 'sjaars.
Art. 9. De beste toestellen, die op dit gebied te verkrijgen zijn,
moeten worden gebruikt, nadat ze door Burg. en Weth. zullen zjjn
goedgekeurd.
Art. 10. De concessionaris is verplicht om zoodra de eigenaar of
gebruiker van een lokaal, binnen de gemeente gelegen, verbinding
aan het Centraalbureau verlangt, daaraangevolg te geven, tenzy Burg.
en Weth. wegens de ligging van het lokaal buiten de bebouwde kom
der gemeente of de onmogelijkheid om het met het Centraalbureau
te verbinden daarvan ontheffing verleenen. Bij iedere nieuwe aan
sluiting kan de vooruitbetaling van den abonnementsprijs voor een
jaar worden gevorderd.
Art. 11. Eene verbinding moet worden gemaakt, waardoor de abon-
nenten gedurende den nacht een alarmschei in het politiebureau
kunnen in beweging brengen en de politie op het Centraalbureau
onmiddellijk kan zien van welken abönnent dit alarmsignaal komt
en zich met dezen kan in betrekking stellen, waarvoor de toegang
tot het Centraalbureau gedurende den nacht aan de politie moet
worden verleend.
Art. 12. De dienstregeling zal niet dan met goedkeuring van Burg.
en Weth. worden vastgesteld. Nachtdienst kan eerst dan verplichtend
worden gesteld, wanneer het aantal geabonneerden tot twee honderd
vijftig is geklommen. Onder nachtdienst wordt verstaan, de dienst
tusschen 's avonds elf en den volgenden morgen zeven uren.
De verplichtingen in het vorig artikel omschreven, worden niet als
nachtdienst beschouwd.
Art. 13, De concessie mag niet dan met goedkeuring van den Ge
meenteraad aan een ander worden overgedragen.
Art. 14. De concessie kan worden ingetrokken:
a. Wanneer zij niet binnen 6 maanden, nadat zij is verleend zonder
voorbehoud is aanvaard;
b. Wanneer niet binnen één jaar na de aanvaarding een Centraal
bureau is geopend en in exploitatie gebracht;
c. Wanneer niet binnen drie maanden na de eerste aanneming
daartoe de aan de gemeente verschuldigde gelden zijn betaald of de
waarborgsom is aangevuld of deze concessie zonder goedkeuring van
den Gemeenteraad aan een ander is overgedragen;
d. Wanneer aan de voorwaarden niet wordt voldaan of de exploitatie
naar het oordeel van den Gemeenteraad op zoo onvoldoende wijze
geschiedt, dat de intrekking gevorderd wordt.
Art. 15. De concessie vervalt wanneer de door de regeering ver
leende vergunning wordt ingetrokken.
Art. 16. Het Gemeentebestuur kan na afloop of by intrekking der
concessie alle geleidingen, verbindingen, toestellen en in het algemeen
al hetgeen zich in of boven de openbare wegen en wateren en boven
of aan de gebouwen bevindt, geheel of gedeeltelijk naasten tegen
den prijs waarop die zullen worden geschat door drie deskundigen,
van welke een door Burg. en Weth., een tweede door den concessio
naris en de derde door de beide eerstbedoelden zullen worden be
noemd of ingeval van verschil door den Kantonrechter te Leiden.
Art. 17. De concessionaris is verplicht ingeval de in het voorgaande
artikel bedoelde naasting niet geschiedt en de vergunning intusschen
niet is verlengd, tot wegneming van al hetgeen zich in of op den
openbaren weg en boven of aan de gemeentegebouwen bevindt op
de wjjze en binnen den termijn daarvoor door Burg. en Weth. te
stellen; bij niet voldoening waarvan dat college de bevoegdheid heeft
zonder eenige andere ingebrekestelling daartoe voor rekening van
den concessionaris over te gaan.
Art. 18. Ter uitvoering van deze concessie kiest de concessionaris
domicilie ter Griffie van het Kantongerecht te Leiden en onderwerpt
hij zich aan de rechtsmacht van den gewonen rechter der gemeente
Leiden, zoodat alle exploiten, dagvaardingen en vervolgingen ook de
executie betreffende, waartoe deze concessie of handelingen of ver
zuimen van den concessionaris aanleiding mochten geven, desverlangd
aan de gekozen woonplaats kunnen geschieden en voor den rechter
dier woonplaats kunnen worden aangebracht en vervolgd, terwijl de
gekozen woonplaats zonder goedkeuring van Burg. en Wet van Leiden
niet mag worden veranderd.
Art. 19. Al de kosten en rechten op de vergunning en de daarvan
op te maken notariëele acte komen voor rekening van den conces
sionaris.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging op het verzoek
tot verlenging der concessie, gunstig te beschikken en alzoo:
Is. de huur van het lokaal in het Baadhuis gelegen achter de
Leeskamer aan het einde van de groote Pers krachtens Raadsbesluit
van 9 Februari 1888 tot wederopzeggens verhuurd aan de conces
sionarissen voor den aanleg en de exploitatie van een telefoonnet in de
gemeente Leiden voor de som van ƒ50 per jaar, ten einde te worden
ingericht voor centraalbureau van de Telefoon, op te zeggen met
ingang van het tijdstip daarvoor door Burg. en Weth. te bepalen;
2°. de localiteit boven de Waag te verhuren aan de concessionarissen
voor den aanleg en de exploitatie van een telefoonnet in de gemeente
de HH. Ribbink, Van Bork en C0., ten einde voor hunne rekening te
worden ingericht als Centraalbureau van de Telefoon, in te gaan op
het tijdstip daarvoor door Burg. en Weth. te bepalen gedurende den
tijd waarvoor de concessie is verleend, tegen betaling van een huur-
som van f 100 per jaar en onder de volgende voorwaarden:
dat de inrichting van het centraalbureau geschiedt overeenkomstig
de aanwjjzing door of van wege Burg. en Weth. te geven,
dat tot het centraalbureau steeds toegang worde verleend aan de
door Burg. en Weth. of den Burgemeester aan te wijzen personen,
dat de Gemeenteraad de bevoegdheid heeft de huur ook vóór den
afloop van de concessie ten allen tijde op te zeggen mits daarvan
minstens zes maanden te voren aan de huurders schriftelijk kennis
worde gegeven,
en dat de kosten op de huurovereenkomst vallende komen ten laste
van de huurders;
3'. de aan de HH. Ribbink, Van Bork en C°. krachtens Raadsbesluit
van 11 Februari 1886 verleende concessie voor den aanleg en de
exploitatie van voor het publiek bestemde electro telefonische ver
bindingen in de gemeente Leiden, die eindigt op 1 Maart 1905, welke
concessie is verleend voor zooveel het Gemeentebestuur aangaat en
behoudens de rechten van derden met uitsluiting van anderen, met
15 jaren te verlengen, alzoo eindigende 1 Maart 1920 onder de be
staande voorwaarden en verder onder bepaling dat a de abonnements
prijs, wanneer in eenige andere gemeente, met uitzondering van die
gemeenten waarin, ter beoordeeling van Burg. en Weth., de exploitatie
van het telefoonnet niet op gelijken rang met die van Leiden mag
worden gesteld, tegen lager tarief wordt geexploiteerd en deze ex
ploitatie gedurende drie jaren is volgehouden, tot op het in die ge
meente toegepast tarief moet worden verlaagd;
b de abonnementsprijs voor gemeentelijke doeleinden na 1
Maart 1905 niet hooger wordt gesteld dan f 30 per jaar of zooveel
minder als in andere gemeenten als bovenbedoeld wordt betaald.
Aan dert Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 158. Leiden, den 10 Juni 1895.
Wjj hebben de eer U hierbij eene voordracht aan te bieden ter
benoeming van een leeraar in het Nederlandsch en Duitsch aan de
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, ter vervulling
van de vacature die is ontstaan ten gevolge van het overlijden van den
leeraar H. Kuiper Jr.
De voordracht opgemaakt in overleg met den districts-schoolop-
ziener na ingewonnen bericht van den Directeur der Kweekschool, is
als volgt samengesteld:
1'. M. J. Van der Meer, candidaat in de Nederlandsche letteren, te
Groningen
2°. S. Hoogstra, candidaat in de Nederlandsche letteren en leeraar
aan het Gymnasium te Zetten, en
3'. A. Opprel, doctorandus in de Nederlandsche letteren, te Oud-
Beierland.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken en rapporten ter
inzage in de Leeskamer zjjn nedergelegd, verzoeken wjj U tot eene
benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N*. 159.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
3—9 Juni 1895.
N*.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Juni
3
7.30—9.15
7
16.8
2
4
7.30—9.30
8
16.6
3
5
7.30—9.30
7
16.6
4
6
7.30—9.15
8
16.8
5
7
7.30—9.30
7
16.6
6
8
7.30—9.30
8
16.4
7
9
7.30—9.30
8
16.4
N°. 160. Leiden, 6 Juni 1895.
Door het Hoofdbestuur van de Schippersvereeniging Schuttevaer is
bjj nevensgaand adres verzocht dat van wege de gemeente Leiden
aan het einde van de Zijl bij het Kagermeer een gekleurd licht
wordt geplaatst, ten gerieve van de scheepvaart aldaar.
Na overleg met de Commissie van Fabricage komt het ons voor
dat het niet op den weg der gemeente Leiden ligt voor de verlich
ting van den ingang van de Zijl in het belang van de scheepvaart
zorg te dragen, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven
afwijzend op het verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Schippersvereeniging
.Schuttevaer" dat op hare laatstgehouden algemeene vergadering
klachten inkwamen over de moeiclijkheden die de scheepvaart bjj
nacht ondervindt, wanneer zij van het Kagermeer komende, uwe
gemeente moet aandoen.
De Kagermeer toch is met eenige eilandjes bezet en bij donker
weêr is de ingang van de Zijl niet altjjd gemakkelijk te vinden.
De scheepvaart neemt aldaar meer en meer toe en waar de ge
meente Leiden sints eenigen tijd een heffing van havengeld heeft in
gevoerd, mag men toch zeker wel verwachten, de billijkheid eischt,
dat de toegang tot de gemeente te water behoorlijk wordt verkend.
'tls daarom adressante Uw College beleefd maar dringend verzoekt
aan het einde van de Zijl bjj het Kagermeer een gekleurd licht te
doen plaatsen, ten einde aan een groot ongerief voor de scheepvaart
te gemoet te komen.
't Welk doende enz.,
Namens het Hoofdbestuur der
Schippersvereeniging .Schuttevaer"
Amsterdam, 29 April 1895. H. Smeenge, Voorzitter.
J. Varekamp, Secretaris.
m
9