20 DONDERDAG 9 MEI 1895. en de voordracht is opgemaakt met volkomen eenstemmigheid tusschen de ie vakonderwijzeres, het hoofd der school, burg. en Weth. en den Arrondissements-Schoolopziener. Ik geloof dat deze mededeeling, waaraan ik nog veel zou kunnen toevoegen, volkomen de voordracht rechtvaardigt zooals die door Burg. en Weth. is opgemaakt. Benoemd wordt met 20 stemmen Mej. J. Schophuyzen. Verder wer den uitgebracht op Mej. M. A. A. C. Biersteker 4 en den heer Kore- vaar 2 stemmen, terwijl 1 blanco billet was ingeleverd. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel willende medowerking. III. Verzoek van Mej. S. H. E. Prins, om ontslag als tweede onder wijzeres aan de Meisjesschool 2de klasse. (Zie Ing. St. n°. 96.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 15 Augustus een eervol ontslag verleend. IV. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1894, van de Bank van Leening. (Zie Ing. St. n°. 98.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. V. Voorstel omtrent de verhuring van de verschillende perceelcn van het Raamland onder Zoeterwoude. (Zie Ing. St. n°. 400.) De heer Stadhouder. Die perceelen zijn toch zeker aan verschil lende personen verhuurd? Is er in die huurcontracten uitdrukkelijk bepaald waarvQQr dat land gebruikt mag worden? Als dit zoo is, dan vind ik het vreemd dat een aantal vuilniswagens op dat land geborgen worden; naar mijne raeening behooren die er niet, ook is mij ter oore gekomen dat er gehooid wordt. De Voorzitter. De verplichting om te weiden staat niet met zoovele woorden in het contact. Dit is bjj verhuring van weiland ook niet gebruikelijk. De natuurlijke bestemming van weiland is, dat er op geweid wordt. Wel is in 't contract bepaald, dat er niet gehooid mag worden. In het algemeen is het ook niet verboden, dat de huurder een of meer wagens op het land plaatst. Zoolang die wagens het weiland niet bederven, is daartegen ook volstrekt geen bezwaar. Wij hebben hier eigenljjk te doen met de continuatie van het oude achtconlract, dat tegen 1 Maart was opgezegd met het oog op den ouw van het krankzinnigengesticht. De wederinhuring geschiedt dus op dezelfde voorwaarden als bjj het oude contract waren vastgesteld. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Verzoek van Mej. W. D. Boursse Wils, om ontslag als Regentes van het H. U. ol Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. n'. 102.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming een eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de vele gewichtige dien sten door adressante in genoemde betrekking aan de gemeente be langeloos bewezen. VII. Idem van W. H. Hasselbach en A. Lijsen, omtrent de opdracht aan de gemeente Leiden van de kindercantate «Leiden's Strjjd en Zegepraal." (Zie Ing. St. n'. 103.) De heer Verhet van Wijk. M. d. V.! Wanneer de Raad besluit de opdracht te aanvaarden dan zou ik in overweging willen geven Burg en Weth. uit te noodigen om de cantate, wanneer zjj gedrukt zal zijn, op eene der lagere scholen te doen instudeeren, om dan, wanneer zij uitgevoerd wordt, over de muziek te kunnen oordeelen. De Voorzitter. Burg. en Weth. zijn voornemens bij aanneming van ons voorstel, de cantate in de leeskamer neder te leggen ter inzage van de leden. Of zjj geschikt is om op de lagere school te worden ingestudeerd weet ik niet, ik vertrouw wel dat de heeren musici ons daaromtrent zullen willen inlichten. Op het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt. VIII. Idem van Mevr. Van der PuttenGroeneveld, om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Jongens enz. (Zie Ing. St. n*. 104.) De heer Drdcker. M. d. V.l In de nos. 811 worden vermeld verzoeken van verschillende personen, waaronder er ook zijn van het vrouwelijk geslacht. Nu wordt een van die dames vereerd met den titel van mevrouw, terwijl de andere kortweg weduwe wordt betiteld. Ik geloof niet dat het op den weg der autoriteiten ligt, dergeljjk onderscheid in titels te maken. En al erken ik, dat de dames zelve door hare adressen, waarin de eene zich «mevrouw'' en de andere zich «weduwe" zonder meer noemt, aanleiding geven tot het maken van dergeljjke onderscheiding, toch geloof ik dat het beter is óf allen mevrouw te noemen óf allen bjj haar naam te vermelden. De Voorzitter. Ik zal uw wenk ter harte nemen. Ik heb er overigens - nooit iets tegen om een weduwe mevrouw te noemen, omdat die titulatuur aan de gemeente geen geld kost. Uniformiteit is evenwel, dit ben ik met u eens, wenscbelijk. Op het verzoek wordt overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. zonder hoofdelijke stemming beschikt. IX. Idem als voren van N. Vallentgoed Jr., voor de Kweekschool voor onderwijzers. (Zie Ing. St. n'. 105.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. X. Idem als voren Dr. M. Réthy, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 106.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming afwijzend op beschikt. XI. Idem als voren van de Wed. D. II. Van Geer, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 108.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XII. Concept-Verordening houdende aanwijzing van de plaatsen, dagen en uren voor de verschillende' markten binnen de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. n°. 109.) De Voorzitter. Voor ik de beraadslaging over dit voorstel open, wensch ik ie kennen te geven dat aan het slot veiligheidshalve eenige woorden moeten toegevoegd worden. In art. 11 tweede lid staat: «Alle vorige raadsbesluiten, betrekking hebbende op aanwijzing der plaatsen, dagen en uren voor de verschillende markten binnen de gemeente Leiden zijn bij de in werking treding dezer verordening vervallen". Nu is natuurlijk door Burg. en Weth. bedoeld dat ver vallen zullen de in den considerans aangehaalde bestaande verorde ningen, vermeldende de plaatsen, dagen en uren voor de verschillende marktenniet meer en niets minder. Van welwillende zijde is mjj de opmerking gemaakt dat men mis schien ook daaruit zou kunnen afleiden dat ook vervallen zouden zijn de strafbepalingen tegen overtreding van de Verordening op de markten, vastgesteld in de Algemeene Politieverordening. Ik ben het niet eens met die opmerking, maar veiligheidshalve heb ik geen be zwaar tusschen de woorden «Leiden" en «zijn" in te voegen: «be halve de strafbepalingen vastgesteld in de Algemeene Politieveror dening". De artt. 17 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over art. 8, luidende: voor uitdragers en verkoopers van vodden. De heer Do Ried. Het is mij voorgekomen dat er hier een woord zou moeten veranderd worden en wel: «verkoopers van vodden". Ik weet wel dat het publiek alles vodden noemt, oude kleéren als an derszins dat op die markt komt. Ik zou denken dat «vodden" een artikel is dat alleen bij hel pondengoed behoort en hetgeen hier ver kocht wordt, is beter dan vodden. Ik geloof niet dat het woord be antwoordt aan de bedoeling «oude kleéren enz.". De Voorzitter. Het woord is overgenomen uit de bestaande Ver ordening. Het woord heeft hier burgerrecht verkregen. Iedereen weet dat met deze vodden niet bedoeld wordt pondengoed, maar dat het iets meer is. Heeft evenwel de heer Du Rieu een beter woord De heer Du Rieu. Wanneer achter vodden «enz." geplaatst wordt? De Voorzitter. Dat woord «enz." is nog al leeljjk. De heer Du Rieu. Men ziet er oude kleéren verkoopen. Ik durf het niet met een woord te omschrijven. «Vodden" is in mijn oog te verachtelijk; het is iets anders dan oude kleéren. De Voorzitter. Ik weet er geen ander woord voor. Ieder begrijpt nu de bedoeling. De heer Du Rieu. Zou men niet kunnen zetten: oude kleederen, oude kleéren enz. Oude schoenen behooren dan bijv. tot oude kleederen. De heer Stadhouder. Ware het niet beter verkoopers van vodden weg te laten; onder het woord uitdrager is alles begrepen. De Voorzitter. De verordening op de markten dient toch de ar tikelen, die men ter markt brengt, aan te wijzen. Uitdrager is wel een bepaald begrip, maar onder verkooper van vodden verstaat men toch nog wel wat anders. De heer Hasselbach. Laat men dan zetten: oude kleedingstukken en verdere huishoudelijke benoodigdheden. De Voorzitter. Onder huishoudelijke benoodigdheden zijn ook kopjes en schoteltjes begrepen en die worden daar niet verkocht, doch op de Botermarkt. Ik zal nu afwachten of een schriftelijk araendement wordt ingediend, want Burg. en Weth. vinden geene aanleiding om in deze verandering te bren|en. De heer Cock. Ik zou wel in overweging geven om hier nu niet al te puristisch te willen zijn. Bij slot van rekening zal de vraag, wat men te verstaan heeft door de uitdrukking «vodden", door den kantonrechter moeten beslist worden. En nu geldt bij de juristen de goede regel, dat men bij de beslissing over de beteekenis van een woord in de eerste plaats zich de vraag moet stellen, welke betee kenis het algemeene spraakgebruik en de langdurige gewoonte aan eene uitdrukking hechten, zonder te veel te letten óf op algemeene grammaticale gronden, óf op de etymologie van een woord. Verba valent usu! De oude verordening, waaruit het woord is overgenomen, is hier in Leiden minstens dertig jaren lang van kracht geweest en toege- ast, zonder tot eenig misverstand aanleiding te geven. Wanneer de eer Du Rieu dus niet al te groote etymologische bezwaren heeft, zou ik aanraden het oude woord «vodden", zoo lang men geene juistere uitdrukking weet aan te geven, te behouden. Art. 8 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De artt. 911 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 2