WOENSDAG 10 APRIL 1895. 17 Zlttiag Tan Woensdag 10 April 1895, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1*. Verzoek van C. E. J.' Verhaaff, om ontheffing van de bepaling van art. 221 der Algemeene Politieverordening voor een houten gebouwtje achter perceel Pieterskerkgracht n'. 0. (88) 2'. Verzoek van W. J. Bink, om ontheffing van de bepaling van art. 221 der Algemeene Politieverordening voor den gevel van het perceel 1ste Groenesteeg n'. 8. (89) 3'. Voorstel tot afstand van eenige stukken van het Gemeente-archief aan het Hoogheemraadschap van Rijnland. (90) 4*. Verzoek van F. Gordon, om vrijstelling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (86) 5*. Bezwaarschrift van P. Van Es, tegen zijnen aanslag op het Suppletoir Kohier der Plaatselijke Dir. Belasting dienst 1894. (92) 6*. Verzoek van de wed. S. Van der Held, om aflooppijpen van perceel Haarlemmerstraat n'. 143, te doen uitloozen in het gemeenteriool in de Kuipersteeg. (84) 7*. Voorstel omtrent de oprichting van een krankzinnigengesticht. (93) 8*. Rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie voor 1894. (85) 9*. Voorstel omtrent uitbreiding van de werken van de Leidsche Duinwater-Maatschappij te Katwjjk. (94) Tegenwoordig waren 23 leden, als de heerenHasselbach, Dekhuyzen, Stadhouder, Van Hoeken, Van Dissel, Kaiser, De Goeje, Van Lidth de Jeude, Kroon, Verster van Wulverhorst, Van Kempen, Verhey van W(jk, Du Rieu, Zillesen, Kerstens, Le Poole, Driessen, Cock, De Vries, Siegenbeek van Heukelom, Juta, Fockema Andreae en Pera, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Zaaijer, Van Hamel, De Sturler en Drucker. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 28 Maart worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1'. Missive van den Minister van Binnenl. Zaken dd. 29 Maart jl. n". 1511, afd. 0, houdende mededeeling dat ten behoeve van de Kweekschool voor onderwijzers voor 1895 een rijksbijdrage van ƒ5042.50 is verleend. 2°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dd. 26 Maart/1 April jl„ B, n". 987, (3e afd.) G. S„ n". 35, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 14 Maart jl. tot afstand in eigendom van grond en water van de Binnenvestgracht aan de Leidsche Katoen- maatschappij. 3*. Schrijven van D. Komen te Utrecht, waarbij deze mededeelt dat h(j de benoeming tot hoofdopzichter bjj de gemeentewerken alhier aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1'. Verslag van Curatoren van het Gymnasium, omtrent den toestand dier inrichting over 1894. Wordt opgenomen in het gemeenteverslag. 2°. Adres van den arbeidsraad voor de bouw- en aanverwante vakken te Leiden, houdende verzoek om het voorstel van Burg. en Wéth, van 31 Januari jl. in zake het opnemen in bestekken van aan besteding van gemeentewerken van bepalingen omtrent minimum-loon en arbeidsduur aan te nemen. Te behandelen bij het betrekkelijk voorstel van Burg. en Weth. 3°. Voordracht ter benoeming van een lid van het Bestuur der Ver- eeniging »de Practische Ambachtsschool." 4°. Adres van de ürma Ribbink, Van Bork C°. in zake de over brenging van het telefoonbureau van het Raadhuis naar het Waag gebouw en de verlenging der concessie tot exploitatie. 5'. Verzoek van P. De Graaf, om restitutie van plaats, directe be lasting, dienst 1895, wegens woonplaatsverandering. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Adres van besturen van verschillende vereenigingen alhier in zake het aannemen van het voorstel van Burg. en Weth. van 31 Januari jl. omtrent het opnemen in bestekken van aanbesteding van gemeentewerken van bepalingen, betreffende minimum-loon en maxi mum-werktijd. Te behandelen bij het voorstel van Burg. en Weth. 7#. Verzoek van Mej. W. D. Boursse Wils, om ontslag uit de be trekking van lid van het bestuur van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 8#. Staat van af- en overschrijving, dienst 1894, van de Stads Bank van Leening. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 9'. Verzoek van Mej. S. H. E. Prins, om eervol ontslag uit de be trekking van 2e onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e klasse. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 10°. Missive van het Bestuur Mathesis om het gebruik der Gehoor zaal voor de Tentoonstelling van de teekeningen en werkstukken der leerlingen van dal Genootschap. (De heer Le Poole komt ter Vergadering.) De Voorzitter. Dit verzoek is wat laat ingekomen, toch is het zeer wenschelijk dat daarover nog in deze Vergadering wordt beslist, omdat het niet zeker is dat voor Mei nog eene Vergadering van den Raad zal plaats hebben. Ik stel dus voor om de zaak dadelijk te behandelen. Daartoe wordt besloten. Burg. en Weth. stellen verder voor om het verzoek in te willigen. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming be sloten. De Voorzitter. Het was m(jn voornemen om in deze Vergadering aan de orde te stellen het voorstel van Burg. en Weth. tot het op nemen in bestekken van bepalingen omtrent maximum-werktijd en minimum-loon. Eenige dagen geleden evenwel heb ik een verzoek van den heer Drucker ontvangen, die thans in het buitenland is, om de behandeling van dit onderwerp uit te stellen tot dat hjj teruggekeerd is. Aangezien dit in den aanvang van Mei het geval zal zijn en er b(j het onderwerp niet zoo dadeljjk haast is, r.u de zaak toch eenmaal uitgesteld is, heb ik gemeend aan zjjn verzoek gevolg te moeten geven. Aan de orde is: I. Verzoek ven C. E. J. Verhaaff, om ontheffing van de bepaling van art. 221 der Algemeene Politieverordening voor een houten ge bouwtje achter perceel Pieterskerkgracht n". 6. (Zie Ing. St. n'. 88.) II. Verzoek van W. J. Bink, om ontheffing van de bepaling van art. 221 der Algemeene Politieverordening voor den gevel van het perceel ie Groenesteeg n*. 8. (Zie Ing. St. n'. 89.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming afwijzend beschikt. III. Voorstel tot afstand van eenige stukken van het Gemeente- Archief aan bet Hoogheemraadschap van Rijnland. (Zie Ing. St. n°. 90.) De heer Dn Ried. M. d. V.'. De Commissie voor het oud-archief is door den Archivaris niet gehoord over dezen afstand van stukken, wat toch wel wenscheljjk was geweest. De Commissie heeft tegen den afstand geen bezwaar, maar het komt haar voor, dat het regelmatiger ware geweest indien zij in deze door den Archivaris eerst ware gehoord. De Voorzitter. Toen de zaak reeds op de agenda voor deze Ver gadering was gebracht, heb ik eerst ontdekt dat het advies van de Commissie ontbrak, hoewel toch bij Burg. en Weth. besloten was eerst dat advies in te winnen. Het komt ook mij voor dat dit de regelmatige weg ware geweest. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. IV. Verzoek van F. Gordon, om vrijstelling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. n°. 86 Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming [gunstig op beschikt. V. Bezwaarschrift van P. Van Es, tegen zijnen aanslag op het suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1894. (Zie Ing. St. n'. 92.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burg. en Weth. besloten. VI. Verzoek van de Wed. S. Van der Held, om aflooppijpen van perceel Haarlemmerstraat n°. 143, te doen nitloozen in het gemeente riool in de Kuipersteeg. (Zie Ing. St. n*. 84.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VII. Voorstel omtrent de oprichting van een krankzinnigengesticht. (Zie Ing. St. n'. 93.) De Voorzitter. Alvorens de beraadslaging over dit onderwerp te ope nen, verander ik de openbare Vergadering in eene met gesloten deuren. De openbare Vergadering wordt hevat en de beraadslaging geopend. De heer Van Hoeken. Zooals het voorstel in den beginne luidde, zou de opriehting van dit gesticht 350000 kosten, waarvan de helft door de gemeente Leiden te dragen. Nn komen mij de geraamde kosten ad ƒ417000 in plaats van ad ƒ350000 nog al tamelijk hoog voor. Ik zeg vooraf dat ik zeer voor de oprichting ben, maar ik betwijfel of de indirecte voordeelen voor de gemeente Leiden nu zoo groot zullen zijn, om zulk een grootere uitgaaf te rechtvaardigen. Zoudt u mij, M. d. d., daaromtrent eenige inlichtingen kunnen geven? De Voorzitter. In de toelichting van het voorstel is_ de reden aangegeven waarom de oorspronkelijke raming welke uit den aard der zaak slechts zeer globaal kon zjjn tot een hooger bedrag is uitgetrokken. Het gesticht is nl., in overleg met de heeren Inspec teurs, bestemd niet voor 300, maar voor 350 krankzinnigen met het oog op den vermoedeljjken eisch van de provincie om een aantal plaatsen steeds beschikbaar te iiouden voor provinciale krankzinnigen. Bovendien is het heiwerk, waarvoor 28900 noodig is, zeer tegen gevallen, en zijn er nog eenige posten bijgekomen, waarop aanvan kelijk niet was gerekend. Zoo is het gekomen dat de begrooting hooger is. Ik kan er evenwel bijvoegen dat de uiterste zuinigheid is betracht, en dat wjj tevens van onzen deskundige, den Gemeente-Architect, de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 1