GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
21
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 71. Leiden, 18 Maart 1895.
Ingevolge artikel 7 der Verordening van 12 Juli/20 November 1873,
houdende reglement voor de Bank van Leening te Leiden, hebben
wij de eer, voor de vervulling der met 1 Mei a. s. openvallende be
trekking van Controleur van de Bank, de navolgende alphabetisch
gestelde voordracht aan UEd. Achtb. te doen geworden:
D. Be Bruijn, onderkassier bij de Bank van Leening;
P. J. C. Dee, boekhouder ten kantore van de firma Lisman en
Waller:
P. Essers, kerkeljjk ontvanger en boekhouder der Nederduitsch
Hervormde gemeente; alle drie te Leiden.
Aan den Gemeenteraad
te Leiden.
3°.
Commissarissen der Bank van Leening
te Leiden.
H. Van der Hoeven, Voorzitter.
W. Mathol de Jongh, Secretaris.
72. Leiden, 15 Maart 1895.
Ten gevolge van het aan Mejuffrouw F. E. Verpoorte verleend
eervol ontslag als derde onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken
aan de school der 3e klasse n°. 2 is er eenc vacature ontstaan, ter
vervulling waarvan wij de eer hebben Uwe Vergadering hierbij eene
voordracht aan te bieden, opgemaakt in overleg met den Arrondisse-
ments-Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school,
als:
1°. Mejuffr. C. J. G. Boekwijt gcb. Van der Upwich, thans 4e onder
wijzeres in de handwerken aan dezelfde school;
2°. Mejuffr. M. Ritman, 4e onderwijzeres in de handwerken aan de
school 3e klasse n°. 3 en
Mejuffr. J. II. Van Linden, 4e onderwijzeres in de handwerken
aan de school 3e klasse n°. 1.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de
leden in de Leeskamer zijn nedergelegd, verzoeken wjj U tot eene
benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°- 73. Leiden, 21 Maart 1895.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
de aanbeveling van de Commisie van Fabricage voor de benoeming
van een Hoofdopzichter der gemeentewerken, waarmede wjj ons
vereenigen.
Wjj geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de benoeming
van een Hoofdopzichter der gemeentewerken op eene jaarwedde van
ƒ1500 over te gaan.
De betrekkelijke stukken zjjn in de Leeskamer nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 20 Maart 1895.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
de stukken der sollicitanten, ten getale van 78, naar de betrekking
van Hoofdopzichter der Gemeentewerken.
Na overweging van de stukken en na persoonlijke kennismaking
met de meeste der sollicitanten, hebben wjj de navolgende aanbe
velingslijst van drie personen opgemaakt, ingevolge het Reglement
van onze Commissie;
1°. D. Komen, Buitengewoon Hoofdopzichter aan de Gemeentewerken
te Utrecht;
2". P. Kolpa, Burgeropzichter bij de Genie te Beverwijk;
3°. A. S. Doccn, Bouwkundige te 's Gravenhage.
De plaatsing van A. S. Docen als n°. 3 op de aanbevelingslijst is
geschied na loting met J. P. Spruit, opzichter bij de Gemeentewerken
te Gouda, en J. G. Van den Berg, Buitengewoon opzichter bjj de Ge
meentewerken te Arnhem.
Het lid van onze Commissie, de heer P. J. Van Hoeken, heeft zich
verklaard tegen de plaatsing van den derden candidaat op de aanbe
velingslijst bjj loting en had voorgesteld J. G. Van den Berg als n".
3 daarop te plaatsen.
Tevens kunnen wjj U mcdedeelcn dat in onze Vergadering van 13
Maartjl. was besloten als n°. 1 op de aanbevelingslijst te plaatsen
P. Van der Weiden, Technisch ambtenaar bij de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen te Vlissingen.
De heer Van der Weiden heeft echter sedert, wegens zjjne bevor
dering tot Technisch ambtenaar Ie klasse, zijne sollicitatie ingetrok
ken, op grond waarvan deze gewijzigde aanbevelingslijst is opgemaakt.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabrieage.
N°. 74. Leiden, 11 Maart 1895.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wjj Uwe Ver
gadering in overweging om, evenals bij vorige Lustrumfeesten, te
besluiten dat voor het Gymnasium in dit jaar de vacantie van de
Pinksterweek op de week der Maskeradefeesten wordt overgebracht
en de Paaschvacantie een dag of wat wordt verlengd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 6 Maart 1895.
Wij hebben de eer U hiernevens aan te bieden een afschrift van
een door ons ontvangen schrjjven van den Rector van het Gymnasium
waarbjj deze de wcnscheljjkheid betoogt om, ter bevordering van den
geregelden gang van het onderfvijs, voor het jaar 1895 de vacantie
van de Pinksterweek op de week der Maskeradefeesten over te brengen
en de Paaschvacantie een dag of wat te verlengen.
Naar aanleiding van dit schrijven, waarmede wjj ons geheel kunnen
vereenigen, hebben wjj de eer U in overweging te geven dienover
eenkomstig een voorstel aan den Gemeenteraad te doen.
Aan HH. Burg. en Weth. Curatoren van het Gymnasium,
van Leiden. C. Coca, President.
J. C. Van der Lip, Secretaris.
Aan het College van HH. Curatoren van het Gymnasium.
De rector van het Gymnasium heeft de eer aan het College van
Heeren Curatoren het volgende voorstel in overweging te geven.
Paschcn valt dit jaar op 14 en 15 April, Pinksteren op 2 en 3 Juni.
In de tweede helft van Juni komt, naar alle waarschijnlykheid, de
week der Academiefeesten, De groote vacantie moet, volgens de voor
schriften der Verordening, in de eerste helft van Juli aanvangen.
In het belang van den geregelden gang van het onderwjjs acht de
rector het noodig, dat gedurende de feestweek de lessen stilstaan en
in verband hiermede de Pinkstervacantie voor dit jaar vervalleen de
Paaschvacantie een dag of wat verlengd worde.
Dezelfde schikking is in 1890 en 1885 met goed gevolg toegepast.
Hij neemt derhalve de vrijheid aan Heeren Curatoren voor te stellen,
dat de noodige maatregelen genomen worden ten einde deze regeling
tot stand kome.
Leiden, 3 Maart 1895.
De Rector,
(w. g.) H. W. Van der Mem.
Voor afschrift,
J. C. Van der Lip.
N°. 75.
Naar aanleiding
Leiden, 16 Maart 1895.
van nevensgaand verzoek van F. Gordon, geven
wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant wegens vestiging
in de gemeente met 1 Maart jl. terugbetaling te verleenen van school
geld voor zijne dochter, leerlinge der Meisjesschool le klasse, over de
maanden Januari en Februari, tot een bedrag van 10.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden;
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende F.
Gordon, Ontvanger der Registratie en Domeinen te Leiden, dat hij
onlangs alhier gevestigd, met 1 Maart van het loopende jaar zjjne
dochter Alwina heeft geplaatst op de Meisjesschool le klasse alhier;
dat hij bljjkens ontvangen kwitantie op 11 Maart 1895 heeft voldaan
f 15 schoolgeld voor het loopend kwartaal aangevangen 1 Januari
1895
dat hjj overeenkomstig de bestaande verordeningen kwijtschelding
en teruggave verzoekt voor 2/3 van dat kwartaal
Leiden, 15 Maart 1895. Gordon.
T'e Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Mond,