DONDERDAG 10 JANUARI 1895. 1 Zitting van Donderdag 10 Januari 1595, geopend 's namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1*. Voorstel omtrent de Havengelden en het verzoek om ontslag van den Algemecncn Marktmeester. (1) 2°, Benoeming van eenen Algemeenen Markt- en Havenmeester. (1) 3°. Verzoek van het Bestuur der Vereeniging «Kennis is Macht", om een subsidie uit de gemeentekas. (331) 4*. Verzoeken van leerlingen der Kweekschool voor onderwijzers om geliecle of gedeelte vrijstelling van de betaling van schoolgelden. (332) 5'. Voorstel omtrent de wegneming van eenige palen bjj de Pauw- brug. (333) 6°. Idem tol wijziging van de Verordening op de heffing van keurloon van Vee- en Vleesch. (334) 7®. Verzoek van R. Froger, om terugbetaling van schoolgeld. Lager onderwijs. (2) 8'. Idem van H. H. Ter Meer, om een loozing perceel Apolhekersdjjk aan te sluiten aan liet gemeenteriool. (3) 9*. Idem als voren van J. Stoeke voor zijn perceel Hoefstraat. (3) Tegenwoordig waren 23 leden, alsdeheeren: Pera, Kaiser, Driessen, Stadhouder, Kroon, Urueker, Fockema Andreae, De Goeje, De Vries, Van Lidth de Jeude, Zaaijer, Du Rieu, Zillesen, Dekhuyzen, De Slurler, llasselbacb, Van Kempen, Van Dissel, Verster van Wulvcrhorst, Cock, Le Poole, Verhey van Wyk en Van Hamel, alsmede de Burge meester, Voorzitter. üc Voorzitter. Mijne Heeren! Ik heet u welkom in deze eerste Vergadering van het nieuw ingetreden jaar. Moge 1895 voor de gemeente Leiden en voor ons allen een gelukkig jaar zijn. Het is mijn oprechte wensch dat gij voorspoed zult onder vinden in uwe maatschappelijke betrekking, gezondheid en geluk in uwen huiselijken kring, lust en opgewektheid oin krachtig mede te werken aan hel bestuur van deze gemeente. Mogen onze beraadslagingen bij de vele gewichtige zaken die ons wachten, strekken tot bevordering van den bloei van onze dierbare gemeente. (Applaus.) Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Kerstens, Juta, Van Hoeken en Siegenbeek van lleukeloin. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 20 December worden gelezen. De Voorzitter. Verlangt iemand liet woord over de notulen? De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Niet over de notulen, maar naar aanleiding van het gebeurde in de vorige vergadering wil ik een enkel woord spreken. Ik wensch le constateeren dat in het officieele verslag van de zitting van Donderdag 20 December 1894 staat vermeld, dat u om trent de zaak van de Wed. 11. Born hebt medegedeeld, dat genoemde weduwe dat gedeelte van de vordering, waartegen de gemeente be sloot zich le verweren, heeft laten vallen, en de voortzetting der procedure mitsdien overbodig is geworden. Het komt mij voor dat uwe mededeeling volkomen juist is vermeld en ik zou er prijs op stellen, dat, indien een der leden van den Gemeenteraad meent dnt dit niet het geval is, hjj daarvan doe blijken, opdat het ieder duidelijk zal worden, dat de man die u in een der dagbladen verdacht trachtte te maken den Raad onjuist te hebben ingelicht, zich inderdaad heeft vergist. Wanneer geen van de leden van den Raad meent dat het officieel verslag eenige onjuistheid bevat, tmeen ik te mogen constateeren dat dit verslag juist is. De notulen worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1*. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 31 December/5 Januari jl., B, n®. 4548, (3e aid.) G. S. n'. 37/2, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 20 December jl., tot het doen van af- en overschrijving ad f 150 op de geraeentebegrooling, dienst 1894. (Verhooging van den post: Onderstand, vervoer en verplegingskosten mitsgaders die van geneeskundige hulp aan arme doortrekkende per sonen). 2*. Missive van de Ged. Staten van Zuid-llolland dd. 31 December/5 Januari jl., B, n®. 4522, (3e aid.) G. S„ n\ 38. ten geleide van het goedgekeurd 2e suppl. kohier der plaats, directe belasting, dienst 1894. 3'. Missive van den heer W. Massink, dd. 2 Januari jl. houdende mededeeling dat hij de benoeming lot leeraar in de Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 4®. Verzoek van Jacs. Van der Heyden, om vergunning tot het doen overwulven van een gedeelte Zoeterwoudsche singelsloot voor het perceel kadastraal bekend gemeente Zoeterwoude Sectie F, n®. 1069. 2°. Verzoek van den heer A. Packet, om eervol ontslag uit de be trekking van leeraar in de Fransche taal aan het Gymnasium. 3®. Verzoek van Co. De Klerk te Hoogmade, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor het bezoeken van de Kweekschool Cornelis- HasseltGelpke, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Mid delbaar Onderwijs. 5®. Verzoek van W. Mathol de Jongh, om eervol ontslag uit de betrekking van controleur bij de Stadsbank van Leening, met ingang van 1 Mei a. s. 6®. Verzoek van de directie der Leidsche Duinwatermaatschappij om vergunning tot levering van duinwater aan ingezetenen van Rijnsburg Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 7®. Verzoeken van J, H. Oldenburg en J. Plu Pz., om in aanmer king le komen voor de betrekking van Algemeenen Marktmeester- Havenmeester. Deze verzoeken luiden aldus: Aan den EdelAchtb. Raad der gemeente Leiden. EdelAchtb. Heeren Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Johan Hendrik Olden burg, Adjunct-Marktmeester, alhier, dat hij, kennis genomen hebbende van het voorstel van Heeren Burg en Weth. oin over te gaan tol de benoeming van een Algemeenen Markt-llavenmeesler, zich tot de benoeming voor die betrekking bjj UEdelAchtbaren eerbiedig aanbeveelt. De ondergeteekende meent lot zijne aanbeveling in herinnering te mogen brengen, dat hij van af 1854 lot 1875 in deze stad als agent van politie gediend heeft, en bij Raadsbesluit van 9 December 1875 in zijne tegenwoordige betrekking benoemd is, in welke beide be trekkingen, vooral in de laatste, hij vermeent ervaring en bekwaam heid verkregen le hebben, gevorderd voor den te benoemen titularis. 't Welk doende, Leiden, 8 Januari 1895. J. H. Oldenburg, Adjunct-Marktmeester. Aan de EdelAchtb. HH. Burg. en Weth. van Leiden. Geeft met den meest verschuldigden eerbied te kennen: Jan Plu Pz., geboren te Leiden 6 April 1847, thans woonachtig te Leiden Janvossensteeg n®. 31, gehuwd, hebbende 7 kinderen, Nederd. Herv. gemeente. Daar hij na volbrachten diensttijd als militair bij de lichting 1867 is gepasporlecrd op 12 Mei 1872, daarna is benoemd op 15 Nov. 1872 als bewaarder 2c klasse in het Huis van Militaire Detentie bij Leiden, daarna is benoemd op 1 April 1873 als brievenbesteller te Leiden, en een eervol ontslag is verleend op 1 Juli 1883 van genoemde be trekking, met een jaarlijksch pensioen van f 174. Daar hij de geëerde letteren uit de Gemeenteraadsvergadering ge lezen heeft, dat door UEdelAchtb. HH. den heer C. Plu eervol ont slag zal worden verleend, ingaande I Februari 1895, en daarvoor de heer J. Romanesko, welke thans ook in een schoone positie ver keert, zal worden aanbevolen. Nochthans neemt bjj de vrijheid zich tot DEdel.Achtb. te wenden om mede le dingen naar deze eventueele betrekking. Mocht het zjjn dat UEd.Achtb. zou overgaan den heer Oldenburg te benoemen mij dan zou kunnen verheugen in de plaats als hulp- marktmeester, of als ik UEdelAchtb. mocht voorstellen een mijner 2 zonen waarvan de oudste is Anlonius Johannes oud 23 jaar, de 2e Johannes Plu oud 21 jaar, kon dit zijn, hel was ons ook zeer aan genaam daar deze mjjn zoons hunnen financieelen kring in de wereld nog moeten zoeken. Alzoo wendt hij zich met de nederige bede tot UEdcleAchlb. welke nog belrekkcljjk jong met zulk een klein genoemd pensioen en een gezin met vrouw en nog 6 kinderen ten zijnen laste bet leven moet voortzetten, waarvoor hij ten allen tijde de beste getuigenenissen zullen kunnen worden ingezonden, hein, den suppleant een gunstig advies te verleenen. 't Welk doende, UEdAchtb. Dw. Dienaar, Leiden, 9 Januari 1895. J. Plu Pz. Te behandelen bjj punt 2 der agenda. 8®. Verzoek van E. J. F. lloosemans, om vergunning tot het doen maken van een riool van het perceel Aalmarkt 26 naar het gemeente riool in de Vischpoort. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 9®. Missive van den heer Dr. D. Bierens de Haan, dd. 28 Decem ber jl. houdende mededeeling dat hjj ontslag neemt als lid van de Plaats. Schoolcommissie en van de Commissie voor de Bewaarscholen. Deze missive luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. v Mijne Heeren. Wegens redenen van gezondheid, voel ik mij verplicht mijn ontslag te nemen als lid van de Plaatselijke Schoolcommissie en van de Com missie der Bewaarscholen. In 1863 tot lid der Plaatselijke Schoolcommissie benoemd, werd ik sedert 25 maal tot haar Voorzitter verkozen. Het was steeds ons streven, de belangen van de scholen met die der gemeente zooveel mogelijk te verbinden. Dankbaar voor den steun Uwer Vergadering, hoop ik, dal die steeds aan de Commissie ten deel zal vallen. En denzelfden wensch koester ik ten opzichte onzer Bewaarscholen. Gij zijl le zeer overtuigd van het belang van het onderwijs, om niet aan de noodzakelijke wenschen der beide Commissiën te voldoen. Met verschuldigde hoogachting, Uw dienstwillige, Leiden, 28 December 1894. D. Bierens de Haan. __Dg_Vogrzitter zegt: Ik stel voor van dit schrijven kennis te geven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 1