3 weken, kan aan voornoemden agent nog ecne andere speciale functie worden opgedragen, nl. het toezicht op den reinigingsdienst. De ervaring leert, dat, waar de verantwoordelijkheid ten deze over al de politiebeambten verdeeld is, het toezicht op dien tak van dienst door de politie uitgeoefend, veel te wenschen overlaat. Zonder nu het toezicht op den reinigingsdienst en het conslateeren van overtredingen te dier zake aan de andere politiebeambten en de beambten van fabricage, wier plicht het blijft daarop voortdurend toezicht te houden, te willen onttrekken, achten wij het hoogst ge- wenscht, dat dit bovendien aan een speciaal politiebeuuibtc wordt opgedragen, die meer dan anderen verantwoordeijk kan worden ge steld, wanneer, zooals thans, dat toezicht te wenschen overlaat. De financiccle gevolgen van ons voorstel zijn deze: Vermeerdering van uitgaven Hoofdinspecteur nu1500 1600 alzoo f 100 Inspecteur le kl nu1300 1400 100 Inspecteur 2e kl. nu1000 1100 100 4 Controleurs van politie a 800 -f 100 kleeding 3600 agent Grijzen voor de hondenbelasting 100 klerk voor het politiebureau300 Totaal ƒ4300 Vermindering van uitgaven: Jongste Inspecteur500 ld. kleeding100 ld. hondenbelasting vaste jaarw200 ld. percentsgewijze belooning 300 ƒ1100 Totale vermeerdering 3200 Op bovenstaande gronden hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: 1°. de volgende regeling van de politie vast te stellen: Er zullen in de gemeente Leiden bij de politie worden aangesteld: een Hoofdinspecteur op eene bezoldiging van 1400 als minimum, telkens na twee jaren te verhoogen met 100, totdat een maximum van 1600 zal zijn bereikt; een Inspecteur le kl. op eene bezoldiging van 1200 op gelijke wijze te verhoogen tot een maximum van 1400; een Inspecteur 2e kl. op eene bezoldiging van 1100 op gelijke wijze te verhoogen tot een maximum van 1300; de Hoofdinspecteur en de Inspecteurs ontvangen bovendien jaarlijks eene vergoeding van 100 voor kleeding; 4 Controleurs van politie op eene bezoldiging van 800 met eene vergoeding van 100 jaarlijks voor kleeding. een klerk op eene bezoldiging van 300; 2°. den Inspecteur Reyenga eervol te ontheffen van zijne betrekking van ambtenaar, speciaal belast met het toezicht op de honden lol richtige invordering der belasting; 3°. te benoemen tot ambtenaar speciaal belast met het toezicht op de honden tot richtige invordering der belasting den agent van politie 2e kl. A. Grijzen op eene jaarlijksche belooning berekend tegen 4 pCt. van de opbrengst der hondenbelasting. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. *1. Leiden, 21 Januari 1895. In de Raadszitting van 10 Januari jl. werd medegedeeld dat de huur van het buis Aalmarkt n°. 5 vervalt met 1 Mei a. s. en die van het huis Aalmarkt n°. 6 inet 1 Februari a. s. en werd besloten de huur van laatstbedoeld huis met drie maanden te verlengen ten gevolge waarvan de huur van beide huizen op dcnzelfden tijd afloopt. Zooals bekend is werden deze huizen ccnige malen in het openbaar verhuurd, wat ons minder wenschelijk voorkomt, terwjjl o. i. de voorkeur moet worden gegeven aan eene onderhandsche verhuring van huizen, welke wijze van verhuring dan ook in den regel wordt toegepast. Het huis n°. 5 tot dusverre verhuurd aan Johannes Brummelkamp en thans nog bewoond door diens weduwe, zouden wg wenschen te verhuren aan J. Romanesko onlangs benoemd tot Algemeen Markt- en Havenmeester, zijnde de buurt waarin het huis is gelegen, uitnemend geschikt voor de vestiging van het kantoor van dien ambtenaar. De huurster van het huis n° 6 de Wed. J. 11. Th. Dijkman, geb. Verhoog, heeft het verlangen te kennen gegeven de huur te conti- nueereu. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering in over weging onder de hand te verhuren het huis Aalmarkt n°. 5, aan J. Romanesko, voor 300 per jaar, en het huis Aalmarkt n°. 6 aan de Wed. J. 11. Th. Dijkman, geb. Verhoog voor 304 per jaar, voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Mei 1895 en mitsdien zullende eindigen met uit. April 1898, en verder onder de beslaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. hebben wij de eer ter vervulling der vacature, ontstaan door het aftreden van den heer Dr. D. Bierens de Haan, aan te bevelen de heeren: Dr. A. W. Kroon en Dr. J. W. Muller. Aan HH. Burg en Weth. der gemeente Leiden. De Commissie der Bewaarscholen te Leiden. A. L. De Stuhlek, Voorzitter. J. A. Van Dijk, Secretaris. N°. S3. Leiden, 21 Januari 1895. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van J. C. Meyboom hebben wij de eer U mede te deelen dat de doebter van adressant, E. M. A. Meijboom. in December jl. de Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft verlaten, zoodal wjj Uwe Vergadering in overweging geven aan adressant vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zijne doebter vroeger leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, over de twee laatste kwartalen van den cursus 1894/95. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft eerbiedig te kennen: Jan Cornelis Meijboom, wonende te Rhijnsburg. Dat zijne dochter E. M. A. Meijboom in het begin van de maand December jl. wegens vertrek naar de gemeente Amersfoort de Hoogere Burgerschool voor Meisjes ten uwent (alwaar zfl als leerlinge in de 3e klasse was ingeschreven) heeft verlaten. Dat hy het schoolgeld van af den len September jl. tot den len Maart a. s. heeft voldaan, doch hij alsnu gaarne van de opvolgende voldoening over liet laatste halfjaar zou wenschen le worden ont heven. Redenen waarom hij UEAchtb. beleefdelijk verzoekt hem vrijstelling te willen verleenen van bedoeld schoolgeld. 't Welk doende, Rhijnsburg, 16 Januari 1895. J. C. Meijboom. N8. 24. Leiden, den 24 Januari 1895. Ter vervulling van de vacature, ontstaan aan deOpenbare Jongensschool le klasse, door het aan H. A. Poelman verleend eervol ontslag, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht aan te bieden, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de genoemde school. Die voordracht, opgemaakt in overleg met den Arrondissements- Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der school, is als volgt samengesteld: 1°. M. W. Karstens, thans tijdelijk met de waarneming der betrek king belast 2°. E. J. Bomli, derde onderwijzer aan de school 3e klasse n°. 2 en 3°. C. Roovers, onderwijzer te Groede. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de leden in de Leeskamer zijn nedergelegd, nemen wij de vrjjheid Ute verzoeken tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 22. Leiden, 1 Januari 1895. Onder overlegging van nevensgaande missive van de Commissie voor de Bewaarscholen geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming over le gaan van een lid der Commissie van de Be waarscholen, ter vervulling van de vacature ontstaan ten gevolge van het door Dr. D. Bierens de Haan genomen ontslag. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden. 21 Januari 1895. Voldoende aan het voorschrift, vervat in art. 15 onzer Instructie, Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 4