GE'iïEEMER A AD VAN LEiilEN.
8
INGEKOMEN STUKKEN.
N*. 4. Leiden, 7 Januari 1895.
De Commissie 'van Financiën heefl de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de in hare
handen gestelde voordracht van Burg. en Weth. vau 31 December
1894 (Ing. Stukken n° 335) in zake de wijziging van de verordening
van 22 Juni 1893 op de heffing van keurloon van vee en vleesch in
verband met de gewijzigde verordening van 8 November 1894 op
den invoer, het vervoer en de keuring van vee en vleesch en den
handel in vleesch (tiem.blad n°. 10 van 1894).
Zy geeft U derhalve in overweging overeenkomstig het voorstel van
Burg. en Weth. te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N'. 5. Leiden, 7 Januari 1894.
Onder overlegging van nevensgaand adres van den Directeur der
Leidsche Duinwatermaatschappij geven wij Uwe Vergadering in over
weging aan genoemde Maatschappij vergunning te verleenen om duin
water te leveren aan ingezetenen vau de gemeente Rynsburg onder
dezelfde voorwaarden waaronder het water aan de ingezetenen van
Leiden wordt verstrekt en onder bepaling dat door die vergunning
geene verandering wordt gebracht in de volgens art. 2 der concessie
op de Maatschappij rustende verplichting nl. om er voor te zorgen
dat het aangevoerde duinwater steeds in voor de verbruikers vol
doende hoeveelheid en zuiver aanwezig zy.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth, van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen mr. W. Van der Vliet*
Directeur der Leidsche Duinwatermaatschappij gevestigd te Leiden.
dat vele personen wonende in de gemeente Rijnsburg het water
der duinwaterleiding, wenschen te gebruiken;
dat requeslrant verineent, dat hel zoowel in het belang dezer ge
meente Leiden als met hel zyne is met die personen abonnementen
voor het waterverbruik te sluiten.
Reden waarom hij zich tot U wendt, met het verzoek hem te
machtigen op grond van art. 12 der concessie, het water aan inge
zetenen van de gemeente Rijnsburg te leveren, volgens het tarief en
de voorwaarden by art. 11 der concessie bepaald.
't Welk doende,
Leiden, 5 Januari 1895. W. Van deb Vliet.
N'. O. Leiden, 11 Januari 1895.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook
ons geen bezwaar bestaal legen de inwilliging van het verzoek
van den heer A. Packet, om ontslag uit zijne betrekking van leeraar
in de Franschc taal aan het Gymnasium alhier, zocdat wij U in over's
weging geven hem dat ontslag eervol te verleenen met ingang van
1 Maart e. k.
De betrekkelijke stukken worden U hierby aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
EdclAchtb. Heeren!
De ondergeteekende Alphonse Packet, leeraar aan het Gymnasium
alhier, brengt met verschuldigden eerbied ter Uwer kennis dat hij
benoemd is tot leeraar aan de tloogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus te 's Gravenbage en heeft dientengevolge de eer eervol ontslag
uit zijn betrekking te verzoeken tegen 1 Maart 1895.
't Welk doende,
Leiden, 26 December 1894. Alphonse Packet.
's Gravenbage, 7 Januari 1895.
In antwoord op bovenvermeld schrijven heb ik de eer Uw College
te berichten, dat er by mij geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging
van hel verzoek van den beer A. Packet, om eervol ontslag uit zijne
betrekking van leeraar in de Fransche taal aan het gymnasium Uwer
gemeente met ingang van 1 Maart e. k.
Aan het College van Curatoren van De Inspecteur der Gymnasia,
het Gymnasium te Leiden (w gC. J. Eggink.
Voor afschrift
J. C. Van der Lip.
Leiden, 9 Januari 1895.
Met terugzending van het in onze handen gesteld adres van den
heer A Packet, hebben wij de eer U te adviseeren aan den Gemeente
raad voor te stellen het gevraagd eervol ontslag tegen 1 Maart e. k.
te verleenen.
Ds Inspecteur der Gymnasia, wiens advies hierby in afschrift wordt
overgelegd, heeft hiertegen geen bezwaar.
Aan HH. Burg. en Weth. Curatoren van het Gymnasium,
van Leiden. C. Cock, Voorzitter.
J. C. Van der Lip, Secretaris.
N*. 7. Leiden, 14 Januari 1895,
Onder overlegging van^ bijgaand verzoekschrift van J.H.Oldenburg,
om ontslag uit de betrekking vau adjunct-Marktmeester, hebben wij
de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er by ons tegen de
inwilliging van het verzoek geene bedenkingen bestaan, zoodat wy
U in overweging geven hem dat ontslag eervol te verleenen, inge
volge zijn verzoek met ingang van 1 Februari e. k.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den EdelAchtb. Raad der gemeente Leiden.
EdelAchtbare Heeren!
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Johan Hendrik Olden
burg, adjunct-Marktmeester alhier; dat hij tengevolge zijner klim
mende jaren en langen diensltyd, zich tot UEd Achtb. wendt met
verzoek, om tegen 1 Februari 1895 uit zyne betrekking eervol te
worden ontslagen.
't Welk doende,
Leiden, 14 Januari 1895. J. H. Oldenburg.
N*. 8. Leiden, den 14 Januari 1895.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij oyer te leggen een
adres van den heer W. Mathol De Jong, houdende verzoek om ont
slag uit de betrekking van Controleur bij de Stads-Bank van Lcening,
onder mededecling dat er bij ons, na in overleg getreden te zijn inet
heeren commissarissen van die instelling, geen bezwaar beslaat tegen
de inwilliging van het verzoek.
Wy raeenen U daarom in overweging te mogen geven aan adres
een eervol ontslag uit de genoemde betrekking te verleenen, over
eenkomstig zijn verzoek met ingang van 1 Mei a. s.
De verder te dezer zake betrekkelijke stukken zjjn ter inzage van
de leden in de Leeskamer nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
De ondergeteekende. Controleur bij de Bank van Leening der ge
meente Leiden, verzoekt eerbiedig, om gewichtige gezondheidsredenen,
dat het Uwe Vergadering moge behagen hem tegen 1 Mei dezes
jaars, ontslag te verleenen uit gemelde betrekking, waartoe hy bij
Raadsbesluit dd. 12 November 1874 werd benoemd.
't Welk doende enz.,
Leiden, 7 Januari 1895. W. Mathol dr Jong.
N'. 9. Leiden, 10 Januari 1895.
Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan J. Van der Plas te Zoeterwoude, behou
dens voor zooveel noodig vergunning van de Ged. Staten en van het
Hoogheemraadschap Rjjnlan 1, tot wederopzeggens vergunning te ver
leenen, om voor het perceel kadastraal bekend gemeente Zoeterwoude
Sectie F n°. 782, een brug te leggen over de Zoeterwoudsche singel-
sloot volgens overgelegde teekening. onder voorwaarde:
a. dat de berm door de gemeente voor rekening van adressant
wordt in orde gemaakt en dat het gehccle werk ten genoege van
Burg. en Weth. wordt uitgevoerd, onder toezicht van den Gemeente-
Architect
b. dat daags vóór den aanvang van het werk daarvan schriftelijk
kennis wordt gegeven aan den Gemeente-Architect;
c. dol eenc recognitie wordt betaald van een gulden per jaar;
d. dat de vergunning vervalt wanneer daarvan niet binnen 3 maan
den wordt gebruik gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
AaD den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen Jan Van der Plas,
particulier, wonende te Zoeterwoude; dat hij op een gedeelte van perceel
kadaster Sectie F, n®. 782 der gemeente Zoeterwoude aan den Zoeler-
woudschen Singel, wcnscht te bouwen een woonhuis en tot toegang
daarvoor wenschte te plaatsen een brug, waarvoor hy beleefd de
toestemming van Uwen Raad verzoekt.
't Welk doende,
Zoeterwoude, 31 December 1894. J. Van der Plas.
N'. 10. Leiden, 14 Januari 1895.
Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen eene lijst van
reclames legen het kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst
1894, meercndeels de le suppletoire beschrijving betreffende.
Wij stellen U voor dienaangaande te beslissen overeenkomstig ons
advies opgenomen in kolom 10 van dien staal en dientengevolge af
te wijzen de reclames van: E. G. Wichers (n#. 269), A. Delfos (n®.
270), W. Van de Wijngaarde (n#. 271), W. P. Demmcnie (n®. 272),
H. J. Van der Worm (n®. 273), J. Van der Linden (n®. 274), M. B.
Lebet (n°. 276), H. G. Verhuist (n®. 277), W. J. N. Aleijer (n®. 278),
K. A. Minnigh (n®. 280), J. P. C. Meerburg (n®. 281), J. Van Erp(n*.
282), J. II. Wijnbeek (n®. 283) en T. C. Verhoef (n°. 284)
en te verminderen den aanslag van de Wed. P. J. Yperlaan (n® 275)
met f 1.22 en J. G. Brands (n®. 279) met f 5.48.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N'. 11. Leiden, 10 Januari 1895.
Na overleg met de Commissie van Fabricage hebben wy de eer
U mede te deelen dat geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van
nevensgaand verzoek van Jacobus Van der Ileyden, zoodat wy Uwe
Vergadering in overweging geven:
1®. aan adressant, behoudens voor zooveel noodig toestemming van
de Gedeputeerde Staten en van het Hoogheemraadschap van Ryuland,
vergunning te verleenen, om een gedeelte der Witte Singclsloot voor