DONDERDAG 20 DECEMBER 1894.
107
tk geloof, dat Burg. en Weth., wanneer het besluit mocht genomen
worden door den Raad overeenkomstig ons voorstel, het bedrag van
de subsidie niet tot den laatsten stuiver zullen uitrekenen. Mocht
het blijken, dat er nog eeriige noodzakelijke uitgaven te doen zijn,
dan zal daarop bij het fixeeren der cijfers kunnen gelet worden.
Wij begrijpen zeer goed, dat er in het begin van het jaar uitgaven
zijn te doen en er dus eenig geld in de kas moet overblijven. Wij
hebben een maximum van 800 voorgesteld, opdat de vereeniging
daarnaar haar hegrooting zoude maken. Men kan de feestviering
steeds uitbreiden. Als men de harddraverij, welke onlangs op den
Vestwal werd gehouden tot aan »de Vink'' ging uitbreiden zou dit
naluurlyk meer kosten. Doch men moet de tering naar de nering
zetten en er rekening mede houden, dat de subsidie van 800 een
maximum is. Van den anderen kant is het niet noodig, dat, wanneer
de vereeniging eens een mooi jaar maakt, zooals bijv. in 1886. op
«Zoraerzorg'', de gemeente 800 aan de vereeniging betaalt, welke
duidelijk blijken niet noodig te zjjn geweest.
In dit voorstel hierop wensch ik de heeren te wijzen is
niets onaangenaams bedoeld tegen het bestuur der Drie-Octoberyer-
eeniging. Wij sympathiseeren met de vereeniging en haar bestuur
ten zeerste, maar wij vonden het niet geraden den tegenwoordigen
toestand te continueeren.
Bet bestuur der vereeniging beschikte als het ware gedurende tal
van weken over de werklieden van de gemeente, die op die manier
aan onze controle werden onttrokken en voor de gemeentewerken al
dien tjjd verloren waren. Het is bovendien een onregelmatige toe
stand, dat de steun van de gemeente afhangt van de uitbreiding,
welke de vereeniging aan haar feest wil geven. Uit is cene slechte
administratie.
Wij hebben de subsidie zoo ruim mogelijk gemaakt, maar wij moe
ten het in handen houden om te voorkomen, dat de vereeniging
kapitaal formeert.
Men moet ook niet vergeten, dat het geld, dat de Octobervereeniging
ten koste legt, in hoofdzaak niet betaald moet worden door de ge
meente, maar door de burgerij. Ziet de vereeniging dus, dat zy
met de subsidie niet uitkomt, dan zal de burgerjj moeten bijspringen
hetzij door verhoogde contributie te betalen, hetzij door toetreding
van meer contribuanten.
Maakt de heer Verhey van Wijk een amendement van zijn voorstel?
De heer Vebhet van Wijk. Dank u, M. d. V.l
De heer De Goeje. M. d. V.! Er wordt in de stukken gesproken
van een jaarlijksche subsidie uit de gemeentekas. De bedoeling is
toch zeker: »tot wederopzegging toe?
De Voorzitter. Natuurlijk. Ik wil er dit gaarne invoegen.
De heer Zillesen. Uw laatste gezegde, dat men bij de burgerij
moet aankloppen, wanneer mocht blijken, dat de vereeniging geen
geld genoeg in kas heeft, is een argument, waaraan ik ik beken
het niet had gedacht, maar dat mjj reden geeft mijn amendement
dat waarschijnlijk toch weinig kans bad van te worden aangenomen,
in te trekken.
De heer Van Hoeien. M. d. V.! Ik wenschte u een vraag te doen,
welke u voor een groot deel reeds den heer De Goeje heeft be
antwoord.
Moet de aanvrage jaarlijks geschieden, of behoeft de vereeniging
dit niet te doen en loopt de uitbreiding der subsidie stilzwijgend door?
De Voorzitter. Het is een post, die jaarlijks op de begrooling
wordt gebracht, zonder dat de Drie-Octobervcreeniging het behoeft
aan te vragen.
De heer Van Hoeken. Dank u, M. d. V.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
X. Begrooting voor 1893 van het R. K. Weeshuis.
(Zie Ing. St. n°. 324.)
XI. Idem als voren van het R. K. Armbestuur.
(Zie Ing. Sl. n°. 324.)
XII. Staten van af- en overschrijving op de begrooting voor 1894.
(Zie Ing. St. n°. 326 en 329.)
XIII. Tweede suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belastingen,
dienst 1894.
Deze stukken worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XIV. Bezwaarschriften tegen het kohier der plaatselijke directe be
lasting. dienst 1894, tweede en laatste gedeelte.
(Zie Ing. St. n*. 298.)
De Voorzitter. Daar sommige leden naar aanleiding van dit punt
het woord wenschcn te voeren, stel ik voor de behandeling in een
gesloten Vergadering te doen plaats hebben.
Daartoe wordt besloten.
De openbare Vergadering wordt gesloten en veranderd in eene met
gesloten deuren.
De Voorzitter. Daar het amendement door den heer Zillesen is inge
trokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Te Leiden ter Boekdrukke^ van Gebroeders Moré.