GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
99
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 32Ï. Leiden, 17 December 1894.
Wij hebben de eer IJ biernevens ter vaststelling over te leggen
het Tweede Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting voor
den dienst van 1894, met een getal van 195 aanslagen en ecne op
brengst van 1fi50.79.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth, van Leiden,
N®. 328. Leiden, 18 December 1894.
Ter vervulling der vacaturen, die in onze Commissie ontstaan door
de periodieke aftreding op ultimo December e. k. van de heeren:
I. Dr. 11. G Van de Sande Bakhuyzen,
II. Dr. J. VV. Muller,
UI. Dr Th. H. Mac Gillavry
IV. Dr D. G. Hesseling,
hebben wij de eer de volgende aanbevelingen van twee personen aan
Uwe Vergadering te doen toekomen.
I. 1°. Dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen,
2°. I)r. 11. A. Lorenlz.
II. 1". Dr. J. W. Muller,
2°. Dr. II Van Gelder.
III. 1®. Dr. D. C. Hesseling,
2°. Dr. P. II. Damsté
Kaar aanleiding der vacature ontslaan door het periodiek aftreden
van den heer Dr. Mae Gillavry, die den wenseh uilgesproken heeft
niet weder tol lid der Plaatselijke Schoolcommissie gekozen te worden,
hopen wij aan Uwe Vergadering eerlang een dubbeltal aan te bevelen.
Aan den Raad der De Plaatselijke Schoolcommissie,
gemeente Leiden. D Bierens de Haan, Voorzitter.
D. C, Hesseling, wn. Secretaris.
N°. 329. Leiden, 17 December 1894.
Tegen de irt handen van de Commissie van Financiën gestelde voor
dracht van Burg. en Weth. van den 13en dezer (Ing. St. n°.'326) tot
verhooging van den post Onderhoud, vervoer- en vcrplegingskosten
enz. Volgn. 147 met 150 en dien van «Plaatsing en verzorgings-
kosten in de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid" Volgn.
149 met f 58. beide op de begrooling voor 1894 en te vinden door
afschrijving van den post Onvoorziene Uitgaven, bestaat bij baar geen
bezwaar.
Zij stelt U derhalve voor de overgelegde Staten van af- en over
schrijving vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën
K°. 2SO. Leiden, 17 December 1894.
In handen der Commissie van Financiën is gesteld de voordracht
van Lurg. en Weth van 3 December (Ing. St. n°. 319). Volgens de
verordening die haren werkkring omschrijft, heeft de Commissie al
leen over het eerste gedeelte der voordracht advies uit te brengen.
In het vertrouwen, dat de geldelijke verhouding der gemeente tot
de 3 October-vereeniging thans voor goed zal worden geregeld, geeft
de Commissie U in overweging, U met dit gedeelte der voordracht
te vereenigen en vast te stellen den bij de voordracht gevoegden
staat van af- en overschrijving op de begrooting van 1894.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
K 331. Leiden, 28 December 1894.
Bij de beoordeeling van het verzoek door het Bestuur der Vereeniglng
Kennis is Macht meenen wij op den voorgrond te moeten stellen dat
alleen sprake zal kunnen zijn van geheele of gedeeltelijke inwilliging
van dat verzoek, indien de steun door de gemeente te verleencn,
in welken vorm ook, uitsluitend ten goede komt aan het door die
Vereeniging te geven onderwijs, (art. 3 sub. 5 van haar Reglement)
en zulks immer uit de rekening blijke. Wij vestigen hierop de aan
dacht, omdat de inkomsten der Vereeniging ook gebruikt worden ter
bestrijding van kosten van de in art 3 sub 1 tot 4 genoemde doeleinden,
waarvoor o. i nimmer subsidie van de gemeente zoude mogen ge
bruikt worden.
Juist omdat hel hier dus naar onze meening eene zaak van onder
wijs geldt, hebben wij het wenschelijk geacht het oordeel van de
Plaatselijke Schoolcommissie in te winnen, en waardeeren wij hel zeer dat
dit College ons zijn advies niet heeft onthouden al moge ook het
hier bedoelde onderwijs strikt niet tot het L O. kunnen worden
gerekend.
Ofschoon in beginsel geen voorstanders van het verleencn van
nieuwe subsidiën uit de gemeentekas, evenmin als van bet verhoogen
van bestaande subsidiën, meenen wij toch dat eenige steun tot een
bescheiden bedrag aan deze Vereeniging kan verleend worden:
1°. omdat zij reeds 18 jaren zonder eenige subsidie, op bevredigende
wijze in behoefte aan onderwijs heelt voorzien, en alleen de dringende
eisch tot eenige uitbreiding en betere regeling van ouderwijs o. a. in
handelscorrespondentie, de Vereeniging noodzaakt de hulp der gemeente
in te roepen.
2®. omdat de Vereeniging voorziet in eene leemte welke hier ter
stede in hel voortgezet onderwijs bestaat Immers waar door de ge
meente zooveel gedaan wordt voor onderwijs aan toekomstige werk
lieden en bazen in de bouwvakken; voor toekomstige onderwijzers
en onderwijzeressen; voor berhalingsonderwijs aan on- en minver
mogenden. wordt tot dusverre alleen door de Vereeniging Kennis is
Macht onderwijs gegeven aan jeugdige handels- en kantoorbedienden,
ten einde het vroeger geleerde te onderhouden en uit te breiden.
Vooral voor jongelieden die byy. op 12—14-jarigen leeftijd reeds in
betrekking kwamen, en dus het onderwijs op de school 2e klasse
niet konden volgen, was het onderwijs door Kennis is Macht gegeven,
allernoodzakelijkst, en verdient de vereeniging erkenning van de
diensten op dit gebied bewezen.
Wat het bedrag eener te verleencn subsidie betreft wenschlcn wij
het door de Sehoolcommi sie aangegeven denkbeeld te volgen, nl.
door voor den hoofdcursus localen in een der scholen in gebruik te
geven, waardoor eene uitgave van 200 voor locaalhuur, verwarming
verlichting, enz., en nog bijv. ƒ50 voor onderhoud van meubilair door
de Vereeniging bespaard, alzoo f 250 voor onderwijsdoeleinden zouden
kunnen worden besteed.
Dientengevolge traden wij daarover in onderhandeling met Curatoren
van het Gymnasium en de Commissie van Toezicht op de scholen
voor Middelbaar Onderwijs, doch blijkens de hierbij overge
legde correspondentie, rezen tegen het in gebruik nemen van lokalen
dier inrichtingen door anderen dan door hare eigen leerlingen zoovele
bedenkingen, dat daarvan moest worden afgezien.
Nu dit middel om de Vereeniging Kennis is Macht financieel te
steunen niet voor uitvoering vatbaar is, stellen wij U voor haar tot
wedcropzeggens een jaarlijksch subsidie tot een gelijk bedrag van
f 250 te verleenen, onder voorwaarde dat jaarlijks de rekening en
verantwoording aan Burg en Weth. worde overgelegd, en daaruit
blijke dat de schoolgelden en de gemeentelijke subsidie uitsluitend
voor bestrijding van onderwijs uitgaven worden aangewend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergetcekenden, bestuurders der Handelsbedienden-vereeniging
«Kennis is Macht", Koninklijk goedgekeurd bij besluit van den 23en
April 1894, van welke vereeniging zij de eer hebben U hierbij de
statuten en leerplannen over te leggen, komen tot den Raad der ge
meente Leiden met het eerbiedig, doch dringend verzoek, dat het
uwen Raad mogen behagen, hun eene jaarlijksche subsidie van ƒ500
toe te kennen, ten einde hen in staat te stellen deze nu reeds sedert
18 jaren bestaande vereeniging te kunnen blijven ontwikkelen en
niet in noodzakelijkheid te moeten komen leerlingen af te wijzen.
Zooals U uit de overgelegde statuten en leerplannen zal duidelijk
worden, bestaal het plan hel aantal lesuren te vermeerderen, de
leemte, die in het leerplan A bestond, aan te vullen en daarvoor
leerplan B in de plaats te stellen.
Het onderwijs, dat aan hoofd- en voorbereidenden cursus gegeven
wordt, sluit zich aan bij dat voor scholen voor meer uitgebreid lager
onderwijs en geeft jongelieden gelegenheid, nadat zij de dagschool
hebben verlaten en in de eene of andere betrekking werkzaam zijn,
hunne kennis in talen, boekhouden enz. niet alleen bij te houden,
maar ook uit te breiden.
Als ergens eene dergelijke school recht van bestaan heeft, is het
volgens hun bescheiden meening in Leiden, waar zoo groote handels-
en fabrieksnijverhcids-bclangen zijn vertegenwoordigd.
Achttien jaar lang heeft het bestuur zonder eenige subsidie van
gemeente of provincie de scholen in stand gehouden. Thans evenwel
gaat hel zijne kracht te boven nu uitbreiding van onderwijsvakken
noodzakelijk is geworden. Vandaar hel verzoek aan Uwe Achtbare
Vergadering, dat het haar moge behagen aan de Vereeniging, Kennis
is Macht eene jaarlijksche subsidie van f 500 toe te staan.
De hierbij overgelegde begrooling zal U doen ontwaren, dat van
luxe of overdrijving in geen enkel opzicht sprake is, allerminst in de
salarissen der onderwijzers, maar alles op den meest bescheiden voet
is ingericht. De resultaten, waarop de Vereeniging mag wijzen, geven
ondergeteckenden de gegronde hoop, dat, waar in Leiden zooveel
voor het onderwijs van alle standen in de maatschappij wordt gedaan,
Uwe Veigadering aan dezen uilgebreiden stand van kantoorbedienden
baar steun niet zal onthouden.
Met verschuldigde hoogachting teekenen
Namens het Bestuur,
Leiden, 13 Juni 1894. J. C. Van der Kam, Voorzitter
R. G. M. Hu eb er, le Secretaris.
N°. 332. Leiden, 27 December 1894,
Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen de verzoeken van
personen builen de gemeente woonachtig om geheele of gedeeltelijke
vrijstelling van schoolgeld voor het bezoeken van de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen met de daaromtrent ingewonnen
inlichtingen.
In verband met de inkomsten van adressanten geven wij Uwe Ver
gadering in overweging:
1®. het schoolgeld wegens het bijwonen van alle lessen te bepalen
op 4 per kwartaal voor O. S. Hoekstra te Garijp, handelende voor
den minderjarige \V. Riemersraa; J. F. Steenmeyer te Amsterdam,
voor zijn zoon A. Steenmeyer; J. Van Leeuwen te Noordwijk, voor
zijn zoon J. Van Leeuwen; A. De Best te Katwijk aan Zee, voor zijn
zoon J. De Best; op 6 per kwartaal voor G. Jansen van Rijssen te
Hazerswoude, voor zijn zoon J. B. Jansen van Rijssen; J. D. Van
Gampcn te Oegstgeest voor zijne dochter Maria Van Campen; op 8
per kwartaal voor de Wed. J. H. Friedrichs van Hengel te Zoeter-
woude voor hare dochter en voor de Wed A. I. Van den GoesVan
Loghcm te Zoeterwoude voor hare dochter;
2®. wegens hel bijwonen van de lessen in één vak voor F. Fopraa
te Zwammerdam. en C. Lafeber te Leiderdorp, op 1.25 per kwartaal;
3°. van de verplichting tot het betalen van schoolgeld geheel vrij
te stellen P. De Zwaan, P. Schaap, beiden te Rijnsburg; A. ColleeJr.
en F. Boon te Rijnsburg; W. Dubbeldam, G. Wallien, K. Hiemstra^