102 DONDERDAG 29 NOVEMBER 1894. der gemeente Leiden en drie door de algemeene vergadering de laatsten uit de leden der vereeniging worden benoemd." De door den Raad te benoemen leden behoeven dus noch Raads leden, noch leden der Vereeniging te zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Benoemd wordt als eerste lid de lieer Juta met 22 stemmen, 1 briefje was in blanco. Als tweede lid wordt benoemd de heer Kroon met 21 stemmen, 2 stemmen waren uitgebracht op den heer Van Dissel. Als derde lid wordt benoemd de heer Van Lidth de Jcude met 22 stemmen, 1 stem was uitgebracht op den heer Verhey van Wijk. Als vierde lid wordt benoemd de heer Mulder met 22 stemmen, 1 stem was uitgebracht op den heer De Sturler. De drie cerstbenoemde leden verklaren achtereenvolgens de be noeming te aanvaarden, terwijl den heer Mulder van zjjne benoeming zal worden kennis gegeven. II. Idem van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen. (Zie Ing. St. n'. 303.) Benoemd wordt met 21 stemmen de heer De Sturler, de heercn Dekhuyzen en Mulder verkregen ieder 1 stem. De heer De Sturler verklaart zich bereid de benoeming te aan vaarden. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopneraers voor de mij ver leende hulp. III. Verzoek van A. A. R. Verhoog en P. L. Van Erkel Jr., om een brug te leggen over de sloot langs den Lagen Rijndijk en het rooien van een boom. (Zie Ing. St. n*. 287.) IV. Idem van W. Bronkhorst, om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n#. 288.) Beide verzoeken worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan. V. Idem van het Bestuur der Afdeeling Leiden van het Nederlandsch Onderwijzers genootschap, om het kosteloos gebruik van een lokaal der Gehoorzaal. (Zie Ing. St. n°. 290.) De heer Kroon. Ik heb met genoegen gezien dat Burg. en Weth. het voorstel doen om in het verzoek van adressanten te treden. Met minder genoegen, zelfs met eenigen spijt heb ik gezien, dat er de clausule is bijgekomen, dat slechts in zooverre vrijstelling wordt gegeven van het gebruik van vuur en licht als dit niet meer be draagt dan in het schoollokaal hiervoor werd uitgegeven. Wanneer eenmaal dit genootschap dat een nuttig genootschap is gebleken te zijn 17 jaren lang gratis van de gemeente vuur en licht heeft ontvangen, thans in een ander gebouw hare vergade ringen moet houden en daardoor gedwongen wordt misschien slechts weinig meer voor deze noodzakelijke behoeften uit te geven, dan vind ik het onbillijk haar dit in rekening te brengen. Ik ben derhalve zoo vrij voor te stellen het voorstel van Burg. en Weth. dusdanig te wijzigen, dat toegestaan wordt het gebruik van een der lokalen der Gehoorzaal met vrij gebruik van vuur en licht. De heer De Vries. Ik had gehoopt M. d. V., dat hetgeen de heer Kroon zoude zeggen, mij het vragen van het woord overbodig zoude maken, doch nu dit niet het geval is, wcnschte ik op te inerken, dat er naar mijn inzien voor dit voorstel betrekkelijk weinig gronden zijn aangevoerd, zoodat ik tot tegen stemmen geneigd ben, tenzij ik beter ingelicht wordt. Als mijne herinnering mij niet bedriegt, is in de laatste tijden herhaaldelijk verzocht lokalen van de Stadsgehoorzaal in gebruik te mogen hebben met gedeeltelijke of geheele vrijstelling van huur. De stemming van den Raad, alsook het praeadvies van Burg. en Weth. waren voor zulke aanvragen nooit gunstig. Nu men thans weder een voorstel doet het geheel gratis afstaan van een lokaal, onder steunen Burg. en Weth. dit verzoek ten zeerste. Ik voor mij heb echter in de gronden, die Burg. en Weth. aan voeren geen aanleiding gevonden, deze verandering van meening te rechtvaardigen en daarom wenschte ik gaarne eenige nadere inlich tingen te ontvangen. De Voorzitter. Ik meende, dat de gronden in het advies van Burg. en Weth. voldoende waren, doch nu dit niet het geval blijkt te zijn, wil ik de gevraagde inlichtingen gaarne verstrekken. Het genootschap heeft reeds 17 jaren lang van de gemeente gratis gebruik gehad van een gemeentelokaal. Nu is gebleken, dat het tegenwoordige lokaal steeds meer en meer ongeschikt wordt. Het lokaal is bedompt, de menschen, die de vergadering bezoeken, hebben den volgenden dag hoofdpijndeze vergaderingen geven telkens aan leiding tot het verzetten van banken en het plaatsen van tafeltjes en stoelen, hetgeen natuurlijk ook onkosten medebrengt en last in de school veroorzaakt. Nu komt het Burg. en Weth. voor, dat het alleszins billijk is, dit genootschap, dat toch reeds het gratis gebruik van een gemeente lokaal had, een ander tegen dezelfde conditiën af te staan, dat blijkt beter te zijn. Juist, omdat wij op dergelijke voorwaarden niet dikwijls een ver zoek van dien aard inwilligen, hebben wij in overeenstemming met adressanten zeiven en dit diene tot antwoord op het door den heer Kroon aangevoerde voorgesteld een lokaal van de Gehoorzaal in gebruik te geven onder conditie, dat het vrije gebruik van vuur en liebt wordt toegestaan voor zoover de onkosten hiervan hetzelfde gedragen als in het oude lokaal. Adressanten hebben hiermede volkomen genoegen genomen, waarom wij het voorstel, zooals het thans luidt, aan den Gemeenteraad ter goedkeuring hebben aangeboden. De heer De Vries. Ik wensch toch wel te wijzen op een onder scheid, dat hier mijns inziens blijft bestaan. De vereeniging heeft, zooals ik gezien heb, 17 jaren lang het vrij gebruik gehad van een sc/ioollokaal. Dit is toch niet hetzelfde als een lokaal van de Stadsgehoorzaal. Een schoollokaal is uit den aard der zaak niet bestemd, om er winst mede te maken, terwijl de lokalen der Gehoorzaal bestemd zijn, om door verhuring baten af te werpen voor de gemeentekas. Door het gratis in gebruik geven van een schoollokaal doen wij der gemeentekas volstrekt geen nadeel; door het gratis in gebruik geven van een lokaal der Stadsgehoorzaal doen wjj der gemeentekas wel degelijk nadeel, zij het ook een gering nadeel. De Voorzitter. Ik zal natuurlijk niet tegenspreken, dat een school lokaal iets anders is, als een lokaal der Stadsgehoorzaal. Maar beide zijn toch gemeentelokalen en als zoodanig zie ik voor dit geval het groote onderscheid niet in. De heer Van Hamel. Wanneer er een vereeniging is, waarvoor ik sympathie gevoel, dan is het zeer zeker voor deze. Ik zou dus zeer gaarne in het verzoek treden, om deze vereeniging het gevraagde lokaal af te staan, maar er is hiervoor bij mij één bezwaar. Eenige maanden geleden is ons een dergelijk verzoek gedaan. Ik heb toen, in strijd ruet het voorstel van Burg. en Weill., een amen dement ingediend, dat met algemeene stemmen is verworpen op de mijne na, omdat het in strijd was met de armenwet. Nu vrees ik van inconsequentie te zullen worden beschuldigd, wanneer ik hier het onderwijzersgenootschap een verzoek toesta, dat destijds een ander genootschap, insgelijks voor een uitmuntend doel, geweigerd is. De Voorzitter. Bedrieg ik mij niet, dan gold het geval, waarop u doelt, een verzoek van »Sempre Crescendo" om een armenconcert in de zaal te geven. Inwilliging van dit verzoek achtte men in strijd te zijn met de armenwet. Dit onderwijzers genootschap heeft geen liefdadig doel. De gevallen staan dus niet gelijk. De heer De Goeje. Een enkel woord M. d. V. De onderwijzers gezelschappen zijn ten allen tijde in de wet op het lager onderwjjs erkend en aanbevolen en hebben daarom steeds en overal onder steuning genoten van de gemeentebesturen. Dit is ook de grond geweest, waarom de Leidsche afdeeling van het Nederlandsch-onder- wijzers-genootschap hier bij den gemeenteraad hulp gevonden heeft. De heer Van Kempen. Ik geloof, dat het voorstel van Burg. en Weth. correct is. 17 jaren lang is hun toegestaan een lokaal gratis tev gebruiken. Nu blijkt dit ongeschikt te zijn en wil men derhalve een ander geven. Zij maken geen bezwaar het meerdere bedrag aan vuur en licht te betalen. Zij houden derhalve juist hetzelfde, wat zij vroeger hadden. Men maakt evenwel bezwaar een lokaal gratis af te staan, dat feitelijk bestemd is door verhuring geld op te brengen. Maar hierbij wensch ik te doen opmerken, dat dit genootschap in den regel slechts vijfmaal per jaar zitting houdt en de lokalen der Stadsgehoorzaal toch niet alle iedcren dag verhuurd worden, weshalve er uit een financieel oogpunt geen bezwaren kunnen zijn. De heer Kroon. Na de inlichtingen door u verstrekt, M. d. V., dat namelijk met het genootschap in overleg is getreden en dit vol komen met de schikking tevreden is, trek ik mjjn voorstel in. De heer Fockema Andreae. Men wil met het onderwijzersgenoot schap in dier voege contracteeren, dat dit een zoodanige som zal voldoen, als het verschil is tnsschen beide rekeningen van verwarming en verlichting. Is het niet eenvoudiger een bepaalde som te doen betalen? De Voorzitter. Dit was ook eerst onze gedachte. Er is zelfs een cijfer genoemd, maar bij nader inzien ging dit niet op. Bijvoorbeeld in de zomervergaderingen heeft men weinig licht en geen vuur, zoodat het beter is te berekenen, wat per avond gebruikt is en dan te redeneeren: vroeger zoudt gij zooveel verbruikt hebben op dien avond, thans zooveel, het verschil moet derhalve betaald worden. Nog wensch ik mede te deelen, dat er door het genootschap een brief van warme dankbetuiging aan het Dag. Bestuur is gezonden voor de indiening van dit voorstel, waaruit blijkt, dat adressanten tegen deze regeling hoegenaamd geen bezwaar hebben. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Idem van N. Kloots, om een brug te leggen over de Mare- singelsloot. (Zie Ing. St. n*. 291.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ingewilligd. VII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1894. Herstelling van het perceel Agnietensteeg. (Zie Ing. St. n°. 292 en 302.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft in haar advies, dat overigens gunstig is, gevraagd, welke herstellingen zouden moeten worden aangebracht. Ik geef het woord aan den Wethouder van Fabricage tot het geven der gevraagde inlichtingen. De heer De Sturler. De werkzaamheden bestaan in het vernieuwen van den kap, het herstellen van muren, vloeren, zolderingen, dak- gooten; het maken van een privaat en een klein portaal; het repa- reeren van de kozijnen en ramen en het verven van het geheel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 2