DONDERDAG 29 NOVEMBER 1894. 101 Zitting Tan Donderdag 39 November 1891, geopend 's namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen Benoeming van vier leden van het Bestuur der Verecniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen. (295) Idem van een lid der Commissie voor de Bewaarseholen. (303) Verzoek van A. A. R. Verhoog en P. L. Van Erkel Jr., om een brug te leggen over de sloot langs den Lagen Rijndijk en het rooien van een boom. (287) Idem van W. Bronkhorst, om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwjjs. (288) Idem van het Bestuur der Afdeeling Leiden van het Nederlandsch Onderwijzers genootschap, om het kosteloos gebruik van een lokaal der Gehoorzaal. (290) Idem van N. Kloots, om een brug te leggen over de Maresingel- sloot. (291) Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1894. Herstelling van het perceel Agnietensteeg. (292 en 302) Verzoek van P. Goemans, te Noordwijkerhout, ter bekoming van grond aan de Haarlemmervaart. (293 en 307) Idem als voren van J. De Groot te Noordwijkerhout. (294 en 307) Rekening over 1893 van Vrouwen Kraammoeders. (296) Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de huizen in de Pape gaaispoort. (306) Verzoek van W. G. Van den Broeck, om een loozing te leggen naar het Galgewater. (304) Idem van L. J. F. Hoosemans, firma Gerner <t C®., om gebruik van gemeentegrond aan de Aalmarkt en keldergaten te maken. (308) Verzoek van Dr. W. E. H. Van der Horn van den Bos, om vrij stelling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (303) Idem van II. J. Van den Berg, om ontslag als derde onderwijzer aan de school 3de kl. n°. 2. (299) Begrooting voor 1895, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (309) Idem van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (310) Suppletoire staat van begrooting, en staten van af- en over schrijving op de begrooting voor 1894. Verhooging van enkele posten der begrooting ad 5090. (301) Voorstel om te besluiten dat de gemeente zich in rechte zal verweren naar aanleiding van de dagvaarding ten verzoeke van D. W. Woerdeman, Wed. H. Bom. (300) Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Be lasting, dienst 1894. Tweede en laatste gedeelte. (298) Verzoek van II. A. Poelman, om ontslag als 3e onderwijzer aan de Jongensschool le klasse. (312) Voorstel tot het doen rooien van een boom aan de Vischbrug. (313) 6 Tegenwoordig waren 23 leden, als de heerenPera, Kaiser, Driessen, De Goeje, Hasselbach, De Vries, Van Dissel, Van Kempen, Van Hoeken, Stadhouder, Kroon, Kerstens, Fockema Andreae, Van Hamel, Van Lidth de Jeude, Zaaijer, Du Rieu, Zillesen, Dekhuyzen, De Sturler, Juta, Drucker en Siegenbeek van Heukelom, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Cock, Verster van Wulvcr- horst, Le Poole en Verhey van W(jk. De eerste wegens een lichte ongesteldheid. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 8 November worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1'. Missive van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 5 November jl., B, n(; 982 (4e afd.) G. S., n°. 105, waarbij zij berusten in het Raads besluit tot toekenning van een subsidie ad 3340 aan de Stedel. Werkinrichting voor het jaar 1895. 2". Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 5)10 November jl., B, n°. 3009, (le afd.) G. S., n°. 2, ten geleide van het Koninkl. Be sluit van 29 October jl. n°. 36, waarbij aan den heer J. J. Hassel bach, lid van den Gemeenteraad ontheffing wordt verleend van het verbod gesteld in art. 1506, alinea 3 j° art. 1582 Burg. Wetb. voor den aankoop van een gedeelte gemeentegrond van de Binnenvest gracht hoek Utrechtsche Veer. 3°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 13/17 Novem ber jl. B, n°. 884, 2e afd.) G. S., n°. 82, ten geleide van de vastge stelde begrooting van de dienstd. Schutterij voor het dienstjaar 1895. Zooals deze door den Gemeenteraad voorloopig is vastgesteld. 4°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, ten geleide van de goedgekeurde gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1895. 5". Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 19/24 Novem ber jl. B, n®. 895, (2e afd.) G. S n". 55, houdende ontvangst-bericht van de in afschrift door den Raad dezer gemeente op den 8en November jl. vastgestelde verordening op den invoer, het vervoer en de keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch. Worden voor kennisgeving aangenomen. 6°. Missive van de Ged. Staten dd. 26/28 November jl. B, n°. 1036 (4e afd.) G. S., n°. 2/3, waarbij mededeeling wordt gedaan van het besluit der Prov. Staten in zake de oprichting van een Krankzinnigen gesticht en wordt verzocht om toezending van de begrooting en plannen betrekkelijk het te bouwen Krankzinnigengesticht op het Raamland. Deze missive luidt aldus: 1®, 2°, 3°. 4'. 5®. 6®. 7®. 8'. 9®. 10®. 11®. 12®. 13®. 14®. 15®. 16®. 17®. 18'. 19®. 20®. 21®. 22®. Aan HH. Burg. en Wetb. der gemeente Leiden. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat door de Provinciale Staten in hunne vergadering van den 20sten dezer op het door aan die vergadering ingediend adres, om aan Uwe gemeente subsidie toe te kennen in de kosten van op- en inrichting van een krankzinni gengesticht onde Zoctcrwoude, is besloten ons College uit te noo- digen om met Uwe gemeente in onderhandeling te treden voor het verlcencn van een subsidie voor de helft of 50 pCt. tot een te bepalen maximum in de kosten van op- en inrichting van een gesticht voor 300 krankzinnigen, patiënten 3de klasse, te slichten op het aan Uwe gemeente toebehoorend terrein »het Raamland" (zoo noodig door aankoop vergroot) onder de gemeente Zoeterwoude, onder nader over een te komen en door de Staten goed te keuren voorwaarden, het daarbij aan ons College overlatende binnen een zoodanigen termijn als het belang dezer zaak medebrengt, aan de vergadering der Staten voorstellen te doen. Dientengevolge noodigen wij U uit aan ons College plannen en begrooting van kosten betrekkelijk het voornoemd te bouwen gesticht, te willen doen toekomen. De Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, Fock, Voorzitter. Tavenraat, Griffier. 's Gravenhage, 26/28 November 1894. De Voorzitter. Ik stel voor deze missive te stellen in handen van Burg. en Weth. Hierbij wenschte ik nog het volgende op te merken. De Raads commissie, onlangs benoemd, om deze zaak voor te bereiden, heeft dit groote succes gehad, dat Gedeputeerde Staten en daarna de Provinciale Staten geheel in den zin van hun advies hebben besloten. Namens den Raad stel ik voor der Commissie dank te zeggen voor het in deze verrichtte. Vervolgens zou ik er prijs op stellen, wanneer de Commissie, die ons zooveel steun heeft verleend bij het voorbereiden dezer zaak, zich bereid verklaarde permanent te blijven, om waar Burg. en Weth. dit noodig mochten achten te dienen van advies bij het ontwerpen van de plannen en bij de nadere onderhandelingen met Gedeputeerde Staten. De Commissie verklaart zich daartoe bereid en in dien zin wordt bij acclamatie besloten. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoeken van verschillende buiten de gemeente wonende per sonen, om vrijstelling of vermindering van schoolgeld voor het be zoeken van de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen gedurende den cursus 1894/95. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 2®. Begrootingen, dienst 1895, van het Roomsch Katholiek Arm bestuur en het Roomsch Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 3®. Verzoek van G. H. Langezaal en A- Van Schie, om den eigen dom van een gedeelte gemeentegrond gelegen bij het perceel Kaarse- makersstraat 2, dat zij thans in gebruik hebben tegen betaling van recognitie. 4®. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aan slag in de plaats, dir. belasting 1894, bij suppletoir kohier. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 5®. Voordracht ter benoeming van een derde onderwijzeres aan de school 3e klasse n°. 2. 1°. Mej. G. C. v. d. Heyden. 2®. Mej. P. A. Boorsma. 3°. Mej. M. Van Vliet. 6°. Voordrachten tot definitieve benoeming van de tijdelijk aangestelde 4e onderwijzeressen in de handwerken aan de scholen 3e en 4e klasse. Worden ter inzage van de leden in de leeskamer nedergelegd. 7". Verzoek van den heer J. J. Hasselbach, om vergunning lot het doen leggen van twee stoepjes voor het nieuwgebouwde perceel aan de 4e Binnenvestgracht hoek verlengde Utrechtsche Veer. 8®. Adres van het Bestuur van het Leidsch Studentencorps in zake het plaatsen van een feesttent, enz. op het Park, bij gelegenheid van de lustrumfeesten in de maand Juni van het jaar 1895. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. (De heer Siegenbeek van Heukelom komt ter Vergadering.) Aan de orde is: I. Benoeming van vier leden van het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen. (Zie Ing. St. n°. 295.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Kerstens, Van Lidth de Jeude en Du Rieu verzoeken met mij het stembureau uit te maken De heer Stadhouder. In art. 10 der statuten van de vereeniging tot liet bouwen van werkmanswoningen, staat, dat er 4 leden uit den Raad zullen gekozen worden in het Bestuur. Nu zijn er slechts drie voorgedragen. Wat is daarvan de reden? De Voorzitter. Gjj vergist u, In de statuten staat dat vier leden door den Raad moeten worden benoemd. De redactie is op verzoek van den heer Kerstens gewijzigd en verduidelijkt, omdat hij meende, dat uit de oorspronkelijke redactie niet duidelijk bleek, dat niet allen uit leden van de vereeniging zouden moeten gekozen worden. De redactie van art. 10 luidt thans als volgt: »Het bestuur der Vereeniging bestaat uit zeven leden, waarvan vier door den Raa<(

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 1