DONDERDAG 8 NOVEMBER 1894. 97 1 fitting van Donderdag 8 November 1891 geopend 's namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: i'. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de school 3de klasse n®. 4. (274) 2'. Idem als voren aan de school 4de klasse n®. 2. (274) 3'. Idem van een leerares oi' leeraar in den zang aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (283) 4°. Voorstel tot benoeming van eene Commissie in zake eene onbc- woonbaarverklaring van de huizen in de Papegaaispoort. (275) 5®. Verzoek van P. Kooreman, oni een stoep te mogen leggen Zonne- veldsteeg. (271) 6®. Idem van J. Coster, om eene loozing te leggen Morschstraat. (273) 7'. Verzoek van J. P. Commelin en Co., om eene loozing te leggen Kloksteeg. (276) 8®. Voorstel tot wijziging van de Verordening van 25 October 1888, op de verdeeling der gemeente Leiden in Buurten en Wijken enz. (278) 9®. Verzoek van P. J. Van Venetie, omtrent het doen rooien van hoornen aan de Uiterstegracht. (279) 10*. Ontwerp-gewijzigde Verordening op den invoer, het vervoerende keuring van vee en vleesch en den handel in vlccsch, met de adressen van de Leidsche Bunder- en Varkensslagersvereeniging. (263 en 280) 11®. Verzoek van den hoofdopzichter van de Universiteitsgebouwen, om eene loozing te leggen van het Physisch Laboratorium. (282) 12®. Rekeningen over 1893 van het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis en de R. K. Armen. (284) 13'. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1894. Eerste gedeelte. (285) Tegenwoordig waren 26 leden, als de heeren: Siegenbeek van Heukelom, Le Poole, Kaiser, Verhey van Wijk, Dekhuyzen, De Sturler, Van Kempen, Stadhouder, Van Hamel, Ziilesen, Juta, Van Hoeken, Driessen, Van Dissel, Fockema Andreae, De Goeje, De Vries, Kerslens, Du Rieu, Pera, Verster van Wulverhorst, Zaaijer, Cock, Orucker, Van Lidlh de Jeude en Kroon, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig was met kennisgeving de heer: Hasselbach. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 3 November worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van de tied. Staten van Zuid Holland dd. 30 October/5 November, B, n'. 3476, (3e afd.) G. S., n'. 95, ten geleide van het goedgekeurd le supplel. kohier der plaats, directe belasting, dienst 1894. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 2®. Verzoeken van P. Schaap, onderwijzer te Oegstgeest, F. Boon, onderwijzer le Rijnsburg, J. B. Jansen van Rijsen te Hazerswoude, Mej. G. Wallien, onderwijzeres te Katwjjk, A. Collee, onderwjjzer te Rjjns- burg, W. J. Hamerling, onderwijzer te Alfen en K. Hiemstra, onder wijzer te Katwijk, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor hei bezoeken van de Kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen. 3®. Verzoeken van W. Dubbeldam, 11. J. Sladen en A. De Best, beiden te Katwijk woonachtig, om geheele of gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor hunne kinderen, leerlingen der Kweekschool voor onderwijzers. Worden gesteld in handen van Burg. en Welh. Aan de orde is: 1. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de school 3de klasse n'. 4. (Zie Ing. St. n'. 274.) De heer Van Hamel. M. d. V.! Uit de briefwisseling met den Schoolopziener is mjj gebleken dat Burg. en Weth. principieel bezwaar hadden tegen de benoeming van iemand die door het hoofd der school 3c klasse n®. 4 in de eerste plaats voorgedragen zoude zijn. Ik zou daaromtrent gaarne eenige inlichting ontvangen. Tot nog toe was het mjj niet bekend dat dergelijk principe bestond, om nl. een onderwijzer van eene school 4e klasse niet over te plaatsen naar eene school 3e klasse. De Voorzitter. Ik geloof ook niet dat er op het oogenblik een beginsel bestaat om onderwijzers van scholen 4e klasse niet over te plaatsen naar scholen 3e klasse. Doch evenmin is er een beginsel, dat onderwijzers op scholen voor onvermogenden aanspraak zouden hebben op overplaatsing naar scholen voor meer vermogenden. Dit toch zoude leiden lot het bedenkelijke resultaat dat de scholen voor onvermogenden altijd werden beroofd van de beste onderwijzers. Burg. en Welh. hebben in dit geval gemeend dat deze uitstekende onderwijzer op zijne plaats op de school 4e klasse moest blijven. Het moet niet als eene promotie worden beschouwd van scholen 4e klasse te komen op scholen 3e klasse. Meermalen heeft zelfs het omgekeerde plaats. Dat Burg. en Weth meenden dat de heer Van der Voorden, nu op de school vau den heer Dikshoorn behoorde te blijven, wil echter niet zeggen dal hij daar altijd zal moeten blijven, want zooals ik zeide een principe bestaat daaromtrent niet. De Schoolopziener heeft verder ook geen bezvvaar gemaakt tegen onze voordracht. De heer De Goeje. M. d. V.Men heeft dat beginsel van over plaatsing vroeger zonder twijfel meer dan eens toegepast. De heer Van der Heyden is bijv. op zijn verzoek overgeplaatst van eene school 4e klasse naar eene van de 3e klasse, op grond zijner verdiensten en dit voorbeeld zou met verscheidene andere vermeerderd kunnen worden. Is het feit dat een verdienstelijk onderwijzer op eene school zoo goed op zjjne plaats is, een overwegende reden om hem niet over te plaatsen als hjj dit gaarne wenscht? Dan krijgen wjj hetzelfde geval als indertijd met Emcis aan de bibliotheek. Als deze om eene andere beter bezoldigde betrekking verzocht, werd hem altijd geantwoord dat hij niet kon gemist worden, en een ander ging dan met de betere plaats strijken. Hij kon zich daarover wel eens bitter be klagen. De Voorzitter. Ik weet niet of de vergelijking met Emeis hier wel opgaat. Ik heb medegedeeld dat bij het Dag. Bestuur geen der gelijk principe omtrent de overplaatsing bestaat, dus ook niet dat eene school 4c klasse altijd eene voorbereiding ;;oudc zijn voor eene school 3e klasse. Van der Voorden is een zeer verdienstelijk onderwijzer en op zijn eigen verzoek naar deze school overgeplaatst. Nu het daar goed gaat en Van der Voorden zulk een uitstekende kracht blijkt te zijn, achten Burg. en Weth hel wenschelijk hem voorloopig daar te laten. Uier komt niet alken het belang van hem, maar vooral het belang van de geheele school in het spel, hetgeen dan ook de reden is, waarom Burg. en Welh. deze voordracht doen; ik herhaal evenwel, dat er noch voor het een, noch voor het ander een beginsel bestaat. De beraadslaging wordt gesloten. De Voorzitter Mag ik de heeren Van Lidlh de Jeude, Kroon en Van Kempen verzoeken met mij het stembureau te willen uilmaken? (De heeren Le Poole en Siegenbeek van Heukelom komen ter Vergadering.) De uitslag der stemming is, dat met algemeene stemmen (25) benoemd wordt de heer F. L. I. Moene. U. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de school 4e klasse n°; 2. (Zie Ing. St. n®. 274.) Benoemd wordt met algemeene stemmen (24) de heer C. Schuit. (De heer Van Hoeken komt ter Vergadering.) III. Benoeming van een leerares o( leeraar in den zang aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. n®. 283.) De uitslag der stemming is, dat benoemd wordt met 17 stemmen Mej. A. S. A. Van Kaathoven; de heer H. J. Wanna verkreeg 7 stemmen, terwijl op den heer G. B. Duyster Sr. 1 stem werd uitge bracht en een blanco briefje werd ingeleverd. IV. Voorstel ter benoeming van een commissie in zake eene onbe woonbaarverklaring van de huizen in de Papegaaiepoort. (Zie Ing. St. n®. 275.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter missie over te gaan Daartoe wordt besloten. Als eerste lid wordt benoemd de heer Drucker met 16 stemmen. De heer Siegenbeek van Heukelom verkreeg 4 steramen. Op de heeren De Sturler en Van Dissel werden 2 stemmen en op de heeren De Vries en Hasselbach ieder 1 stem uitgebracht. De Voorzitter. Is de heer Drucker bereid de benoeming te aan vaarden De heer Drucker. Zeer gaarne M. d. V. Als tweede lid verkregen bij de eerste stemming de heeren Siegen beek van Heukelom 10, Van Dissel 7, Hasselbach 4, Van Lidlh de Jeude 3 en De Sturler 2 stemmen, zoodat niemand de volstrekte meerderheid verkreeg en tot een nieuwe vrije stemming wordt over gegaan. De uitslag der tweede stemming is, dat benoemd wordt de heer Siegenbeek van Heukelom met 16 stemmen. Verder verkregen de becren Van Dissel 8 stemmen en Hasselbach 1 stem, terwijl 1 briefje blanco was. De Voorzitter. Is de heer Siegenbeek van Heukelom bereid de benoeming te aanvaarden? De heer Siegenbeek van Heukelom. Jawel, M. d. V.! De uitslag der eerste stemming voor een derden lid is dat ver kregen de heeren Van Lidth de Jeude 13, Van Dissel 9, Hasselbach 3 stemmen, de heer Van Hoeken 1 stem, zoodat tot een nieuwe vrije stemming wordt overgegaan. De uitslag dezer stemming is, dat benoemd wordt de heer Van Lidth de Jeude met 19 stemmen stemmen. De heer Van Dissel ver kreeg 6 stemmen, de heer Van Hoeken 1 stem. De Voorzitter. Is de heer Van Litdh de Jeude bereid de benoeming te aanvaarden? De heer Van Lidth de Jeude. Jawel, M. d. V.! De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopneraers voor de mij ver leende hulp. V. Verzoek van P. Kooreman, om een stoep te mogen leggen Zon- nevcldsteeg. (Zie Ing. St. n®. 271.) VI. Idem van J. Coster, om eene loozing te leggen Morschstraat. (Zie Ing. St n°. 273.) Ik stel voor terstond tot de benoeming der Com- VII. Idem van J. P. Commelin (6 C®., om eene loozing te leggen Vlokslecg. (Zie Ing. St. n°. 276.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 1