64 N*. ass. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29 Juli4 Augustus 1894. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Juli 29 8.9.45 7 16.8 2 30 8.9.45 8 16.6 3 31 8.9.45 7 16.4 4 Aug. 1 7.45—9.45 8 16.4 5 2 7.45—9.30 8 16.6 6 3 7.45—9.30 7 16.6 7 4 7.45—9.30 8 16.4 N®. 224. Leiden, den 14 Augustus 1894. De commissie vanFinancien heeft de eer Owe Vergadering mede te deelen dat er by haar geene bedenkingen bestaan tegen het voor stel van Burg. en Welh. tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting voor 1894 tot een bedrag van f 1090, ter voorziening in de kosten van herstelling der gebroken ruiten van stadsgebouwen tengevolge van den hagelslag op 6 Augustus jl. Zij stelt U derhalve voor tot de vaststelling van den overgelegden staat van af- en overschrijving te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. N®. 225. Leiden, 13 Augustus 1894. Wjj hebben de eer mede te deelen dat in openbare veiling is gebracht het huisje, gelegen aan de Lange Agnietenstraat, hoek St. Joseph of Sionssteeg n°. 2. Vermits dat huisje onmiddellijk grenst aan het gedeelte van het voormalig Caecilia-Gasthuis dat voor eventueele verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten is ingericht, hebben wij het van groot be- lang geacht pogingen aan te wenden, ten einde den eigendom van dat huisje voor de gemeente te bekomen. De behoefte toch zoude zich gercedelijk kunnen voordoen dat over bedoeld terrein zoude moeten worden beschikt. Bij de gehouden verkooping op 11 Augustus jl. is dan ook genoemd huisje op onzen last aangekocht voor f 850, zullende de aan den aankoop verbonden kosten bedragen lil, totaal 661. Wij vertrouwen dat het door ons in deze verrichte Uw goedkeu ring zal wegdragen en geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging 1®. te besluiten tot aankoop van het huisje, gelegen aan de Lange Agnietenstraat, hoek Sionssteeg n°. 2, kadastraal bekend Sectie H n». 214, ter grootte van 37 centiaren, voor de som van 550, 2®. de be grooting voor 1894 te verhoogen met de koopsom en de kosten, be dragende te zamen 661. Te vinden uit de opbrengst van geldlecning, wordende een suppletoire staat van begrooting hierbij ter vaststelling aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N*. 226. Leiden, 14 Augustus 1894. De Commissie van Financien in wier handen is gesteld de ge meenterekening over 1893, heeft deze met al de daarbij overgelegde bescheiden vergeleken, onderzocht en accoord bevonden. Tot het maken van bemerkingen heeft het onderzoek niet geleid; enkele punten wenscht onze Commissie evenwel te releveeren. Zoo zag de Commissie met voldoening uit N°. 169 Hoofdstuk IV der ontvangsten dat, door het opleggen van eene geldboete aan den pachter van het vuilnis, aandacht wordt geschonken aan de meer malen besproken wijze, waarop de baggerlieden zich ontdoen van hetgeen h. i. de moeite van ophalen niet waard is en daarom weder in het water geworpen wordt. Bij de uitgaven Hoofdstuk II N®. 630, heeft de Commissie zich af gevraagd of 6 voor huur van een paard voor den sproeiwagen niet bjjzonder hoog is? Bij N®. 631 waardoor eene tegemoetkoming van 60 aan den leverancier van keien, gemotiveerd wordt Bij N®. 634 tot welk doeleinde de gemeente een buks met de daarbjj behoorende patronen noodig heeft? Hoofdstuk III N°. 985/96. De by deze staten van betaalde arbeids- looncn gevoegde specificatiën voldoen aan een meermalen uitgesproken wensch, dat deze specificatiën niet onmogeljjk waren was reeds lang het gevoelen van niet alleen de leden onzer Commissie. N®. 997/1006. Verdient het geene overweging dat waar voor diensten bij de Commissie van Fabricage 775 aan eenzelfden per soon uitbetaald werden, iemand voor vast bij die Commissie aan te stellen Hoofdstuk IV N°. 1122/5 wat is onder gepresteerde diensten der waagwerkers te verstaan? Hoofdstuk V N®. 1424/8. Is het «gezien" van den Burgemeester eene afdoende justificatie voor de overgelegde declaratiën? Hoofdstuk VII. Kunnen de kosten voor de Hoogere Burgerscholen voor Jongens en voor Meisjes niet afzonderlijk in de rekening gebracht worden Het overzicht der totaalkosten voor elke inrichting afzonderlijk zou zeker daarbij winnen. Hoofdstuk IX N®. 2434/41. Met genoegen zag onze Commissie dat de commissionnair die de promessen der gemeente disconteert zich met pCt. provisie tevreden stelt, terwijl tevens aan hare aandacht niet ontging dat ten tijde der geldschaarschte het disconto j- pCt. lager berekend was dan de beurs alstoen voor promessen noteerde. Evenzoo werd gaarne geconstateerd dat aan een vroeger door de Commissie (officieus) gegeven wenk voldaan was door uitgeloote en afgeloste obligatiën voorloopig waardeloos te maken. Zou het aan schaffen van een perforatiestempel met «betaald" niet nog doeltreffen der zijn? deze zou tevens voor de coupons kunnen dienen zoodra zij verzilverd zijn. Hoofdstuk X N®. 2548. Voor kapitaal-aanleg is de by de hoofdsom ook de alstoen vervallen intrest geboekt; behoort die intrest niet op op een ander hoofd thuis De Commissie heeft na deze opmerkingen en vragen ten slotte de eer Uwe Vergadering voor te stellen overeenkomstig door Burg. en Weth. in N°. 206 der Ingekomen Stukken gegeven toelichting do ge meenterekening over 1893 voorloopig vast te stellen. Onze Commissie vereenigt zich daarbjj gaarne met het door het Dag. Bestuur uitgesprokene, dat de sombere vermoedens by de be grooting voor 1893 door sommigen geuit, niet zijn bewaarheid. Het betrekkelijk aanzienlijk batig saldo der rekening geeft ons integen deel aanleiding U nog voor te stellen het Dag. Bestuur dank te be tuigen voor de gepaste zuinigheid in het afgeloopen jaar betracht, welke zuinigheid niet heeft behoeven te leiden tot vcrwaarloozing der gemeentelijke belangen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. N®. 227. Leiden, den 15 Augustus 1894. De Commissie van Financien heeft om het belang der zaak geene aanleiding, om den gedanen aankoop niet goed te keuren en ver eenigt zich met het voorstel van Burg. en Weth. om de voor aan koop benoodigde gelden te vinden uit geldleening overeenkomstig de hierbijgaande staten van af- en overschrijving. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 228. Leiden, Augustus 1894. Ten vervolge op ons rapport van den 20en Juli jl. (Ing. St. n®. 206), hebben wij de eer U hiernevens over te leggen den toelichtingstaat op de rekening en verantwoording over 1893, ten einde het verschil tusschen de eindcijfers der begrooling en die der rekening op te helderen. De ontvangst volgens de begrooting bedroeg oorspronkelijk 774865. Deze som werd bij Raadsbesluiten van 24 Augustus, 5 September en 21 September 1893, 25 Januari en 22 Februari 1894 verhoogd met ƒ95416.84' en gebracht op ƒ870281.84'. De rekening wijst als werkelijk ontvangen aan 826963.27®. Deze mindere ontvangst ten bedrage van 43318.57 wordt verklaard doordien o. a. de winst der Gasfabriek (Volgn. 30 der rekening) ruim f 7000 beneden de raming is gebleven; voorts door mindere ontvapgst wegens tijdelijke geldleening ter voor ziening in de behoefte aan kasgeld (Volgn. 49) ad 15000 en door dien de op Volgn. 50 «Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken" geraamde sommen van 8136, voor ver bouwing der school 4e kl. n®. 2, 19500 voor aankoop van terrein bij de Gasfabriek en f 10009 voor verandering van de Turfmarktsbrug, in werkelijkheid niet ontvangen zijn, maar in de betrekkelijke uit gaafposten is voorzien door gebruik te maken van het overschot der geldleening van 1891 en door niet gedanen aankoop van inschrijving. Eenige hoogere ontvangsten o. a. op Volgn. 40 «Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende", f 8000 wegens teruggegeven kapitaal der Stads Bank van Leening, op Volgn. 47 f 4500 wegens meerdere winst der Leidsche Duinwatermaatschappij en °P Volgn. 48. «Verkoop van gemeente-eigendommen" ruim 7000, hoofdzakelijk wegens koopprijs van grond van de Kweekschool voor Zeevaart, reduceeren de mindere ontvangsten tot bovengemeld bedrag van 43318.57. Wat de uitgaven betreft, deze waren oorspronkelijk geraamd op 774865, doch werden bij de vorengemelde Raadsbesluiten met 95416.84* verhoogd en gebracht op 870281.84*. De werkelijke uitgaven bedragen 787104.27* of f 83177.57 minder. Dit is o. a. het gevolg van de mindere uitgaven op Volgn. 161 (der rekening) «Aflos sing van de tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasheld" ad f 15000, door niet gedanen aankoop van inschrijving op de grootboeken der Nat. Werk. Schuld (Volgn. 174) ad ruim ƒ36000 en verder door overschotten op verschillende posten ad ƒ43000, waaronder op de «Onvoorziene Uitgaven" 7911 welke som is ge bezigd voor verhooging van andere uitgaafposten en ƒ8163.05 wegens niet aangekocht kapitaal afkomstig uit de rekening over 1892. Door meerdere uitgaven op andere posten van uitgaaf tot een totaal bedrag van ruim ƒ11000 wordt de mindere uitgaaf tot ƒ83000 terug gebracht. De posten waarop meer en minder is ontvangen dan geraamd was zijn, gespecificeerd, de navolgende: Minder is ontvangen op: Volgn. 6. (der Rekening) Plaatselijke Directe Belasting 2177.01 Als oninbaar, wegens verhuizing en na reclames moest worden afgeschreven f 10991.76. Een bedrag van f 477.73 blijft nader te verhalen. De suppletoire kohieren leverden daarentegen ruim 1000 meer dan de raming op. Volgn. 12. Opbrengst voor het gebruik of genot van openbare gemeentewerken, bezittingen en inrichtingen enz502.33' Voor het herstellen der openbare straat werd ontvangen van de Gasfabriek 1406.25, de Duinwatermaatschappij 614.52, de Tramwegmaatschappijen ƒ666.34. De overige ontvangst bedroeg 2310.55'. Volgn. 14. Leges- en voordeelen der gemeente-secretarie, alsmede voor verrichtingen van den ambtenaar van den Burgerljjken Stand29.65 De leges ter Secretarie brachten f 974.85, die van den Burgerleken Stand 345.50 op. 9 9 9 9 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 2