68 DONDERDAG 28 JUNI 1894. dal door hel Dag. Bestuur en door den Raad eveneens in hel publiek belang wordt geacht, dan zouden wij ook dil kunnen goedkeuren. Wat kwaad? Zooals de heer Du Rieu zegt: het is een eerste stap; maar een stap op den goeden weg, dien wij moeten inslaan en waarop wij moeten voortgaan. Vooral zou ik echter cene bedenking willen opperen tegen hetgeen de heer Du Rieu heeft gezegd, dat wij hier te doen hadden met cene zaak waarvan de behartiging niet aan hel gemeentebestuur is opge dragen. Aan het gemeentebestuur is wel degelijk opgedragen te zorgen voor de volksgezondheid. Wel zijn daarvoor niet zoo als voor hel onderwijs, regelen gesteld, maar het gaal toch niet aan te zeggen: omdat er geene dwingende regelen zijn gesteld omtrent de wijze van behartiging, zullen wij de behartiging van dit belang maar geheel achterwege laten. Neen, wij moeten hel behartigen, en de wijze waarop hier voorgesteld wordt dit te doen, is, mijns insziens, voor treffelijk. Te meer verdient dil voorstel aanbeveling, omdat zooals de heer Van Kempen het zoo juist heeft gezegd, de woningtoestanden in deze gemeente inderdaad op verre na niet zoo zijn als het behoort. Wij hebben aangenomen eene nieuwe Verordening op de onbe- woonbaarverklaring van woningen, maar men moet niet vergeten dat zoo dikwerf eene woning onbewoonbaar wordt verklaard, wij inder daad eenigermatc onteigenen zonder schadeloosstelling. Hel publiek belang wordt dan gediend ten koste van enkelen. Wij allen wen- schen de Verordening met ernst toegepast te zien, maar wanneer nu de onteigening zonder schadeloosstelling kan worden voorkomen, doordat eene Vereeniging zich bereid verklaart dergelijke afgekeurde krotten op te koopen en door goede woningen te vervangen, dan moeten wij dit toejuichen en daartoe medewerken, al gaat dit wellicht gepaard met eene geringe geldelijke opoffering. De heer Van Lidth de Jeude. M.d. V.! Ook ik wil beginnen met mijne volle sympathie te betuigen met dit voorstel; ik geloof dat het doel der Vereeniging uitgedrukt in art. 1 der statuten, wezenlijk zeer is in het belang der gemeente. Ik mis echter in de voordracht van Burg. en Wetli. en in de statuten eene kleinigheid waaraan ik gaarne zag dat tegemoet werd gekomen. Al is dit op het oogenblik niet zoo noodig, de tijden kunnen veranderen. Stel dat over IS jaren een ander bestuur der Vereeniging een anderen weg inslaat, gronden buiten de gemeente gaat aankoopen cn daarop bouwt arbeiderswoningen dan geloof ik toch niet dal de ge meente gerechtigd zoude zijn in dat geval rentegarantie te verleenen. Nu vind ik nergens eenige bepaling die aan de gemeente het recht zoude geven de rentegarantie te doen ophouden. In art. 19 der statuten staat: Alle rechten en bevoegdheden in deze statuten aan den Raad der gemeente Leiden, of aan Burg. en Weth. van Leiden toege kend vervallen van het oogenblik, waarop de Raad mocht besluiten gebruik te maken van de bevoegdheid om de rentegarantie in te trekken, hetgeen alleen zal kunnen geschieden wanneer, ter beoor deeling en beslissing van den Raad deze Vereeniging in strijd handelt met hare statuten of met de voorwaarden waaronder door de gemeente Leiden de garantie is verleend." Nu zie ik niet in hoe wij naderhand op grond van dit artikel de bevoegdheid zouden hebben «de rentcgarantie te staken. Ik geloof, dat hieraan zou te gemoet te komen zjjn, wanneer wij in de statuten zetten: «liet aankoopen van voor de gezondheid schadelijke woningen in de gemeente Leiden enz. Laat ik hier bjjvoegen, dat het volstrekt niet mijne bedoeling is de Vereeniging te beperken tot het verrichten van werkzaamheden uitsluitend binnen de kom der gemeente Leiden maar dat ik alleen het recht voor de gemeente wensch voor te behouden, om wanneer men mettertijd hoofdzakelijk buiten de gemeente werkzaam was, de garantie om die reden te kunnen staken. De Voorzitter. Ik kan den heer Van Lidth de Jeude terstond hierop antwoorden, dat hij, waarschijnlijk omdat het voorstel nog al lang is, dit niet in zijn geheel goed heeft gelezen. Immers in het 3e lid van art. 9 staat: «Aankoop van voor de gezondheid schadelijke woningen, gelegen buiten de gemeente Leiden, alsmede het verstrekken van voorschotten aan vereenigingen van werklieden buiten de gemeente Leiden haren werkkring uitoefenende, behoeven de goedkeuring van Burg. en Weth." Door het Dag. Bestnur is ..aan die zaak dus wel degelijk aandacht geschonken. Ik ben het met den heer Van Lidth de Jeude eens, dat men die zorg moet overlaten aan Burg. cn Weth. Men zou het den Gemeenteraad kunnen opdragen, inaar het komt dikwijls voor, dat de aankoop plotseling moet plaats hebben en in dat geval is het Dag. Bestuur beter en gemakkelijker samen te roepen dan de Gemeenteraad. Is de heer Van Lidth de Jeude door mijn antwoord bevredigd? De heer Van Lidth de Jeude. Ja, M. d. V., dank u. De heer Van Hoeken. Het is zeer zeker een loffelijk doel, dat Burg. en Weth. zich met deze voordracht voorstellen, maar niettegen staande dat geloof ik, dat zij de vruchten er van niet te hoog moeten schatten. De werkman toch zal dikwijls een goede woning veront reinigen, maar dit daargelaten, heb ik nog andere bezwaren, reeds gedeeltelijk door den heer Van Lidth de Jeude geopperd. Ik lees in art. I der statuten, dat de vereeniging ook in de onmid dellijke nabijheid der gemeente Leiden zal bouwen. Nu behoeft de bouw, buiten onze goede stad waarlijk niet bevorderd te worden. Er wordt reeds genoeg door particulieren buiten Leiden gebouwd, maar het is bovendien bezwaarlijk, zoolang de annexatie nog niet heeft plaats gehad. Er wordt wel gedeeltelijk door u op dit bezwaar geantwoord, maar ik zie in het door u aangehaalde art. 9 geen voldoende waarborg, dat dit genoegzaan^ zal worden tegengegaan. De Voorzitter, Wat voor bezwaar steekt er in, dal voorschotten zullen worden verstrekt aan vereenigingen, die gevestigd zjjn in de onmiddellijke nabijheid van Leiden of ook tegen het bouwen van gezonde woningen in de onmiddellijke nabijheid der grenzen onzer gemeente. Mij dunkt zelfs, dat dit voorkeur verdient. Wij hebben getracht en zijn er nog altijd op uit om grensuitbrei- ding te verkrijgen. Even over de grenzen, een gebied dat tot Leiden moest behooren, wonen onze arbeiders; waarom zou er nu bezwaar tegen bestaan om buiten de grenzen gezonde woningen te bouwen, ter vervanging van krotten binnen de stad? Ik zou wenschen, dat het niet noodig was, dat men altijd op dezelfde plaats, waar de krotten stonden andere woningen moest bouwen, omdat men daar altijd te beperkt blijft in de ruimte Ik zie het bezwaar van den heer Van Hoeken dau ook volstrekt niet in, te minder omdat de toestemming van Burg. en Weth. noodig is. om de rentegarantie te besteden voor woningen die niet behooren tol deze gemeente, of voor vereenigingen, die buiten de gemeente haar werk kring uitoefenen. De heer Van Hoeken. Daar heb ik dit bezwaar legen, dat, hoe ongelukkig die woningen ook zijn, de bewoners toch wenschen daar te blijven wonen, al worden er nog zooveel woningen rondom de stad gebouwd. Nu zie ik niet in, dat het verleenen der rentegarantie het afbreken cn verbeteren van die woningen zal bevorderen, wanneer de vereeni ging buiten de stad bouwt. De Voorzitter. Mag ik den heer Van Hoeken er op wijzen dat men niet kan wonen in een krot dat door de Vereeniging is a/gebroken De heer Van Hoeken durft beweren dat de menschen zoo gesteld zijn op het wonen in krotten. Hebt u die zaak wel eens onderzocht Ik heb persoonlijk niet alleen de woningen door de Vereeniging gebouwd bezocht maar ook tal van krotten die daaromheen waren gelegen, en ik heb de bewoners dier krotten onlzachelijk hooren klagen over hunne huiseigenaren, die werkelijk de menschen laten zitten in een menschonteerenden toestand. Wanneer de heer Van Hoeken zijne schreden richt naar de Paradijssteeg waar door de Vereeniging ge bouwd is en de krotten ziet in de onmiddellijke nabijheid dier nieuwe woningen, dan geloof ik dat hij anders over de zaak zal gaan denken. Ik heb tal van die krotten bezocht waarin men nauwelijks durft binnentreden zoo vuil en verwaarloosd als alles is, zonder licht, lucht en drinkwater. Soms is er voor 12 of meer huisjes slechts één privaat dat uitloopt in een open kolk met een plank overdekt, een kolk die vooral bjj hitte den afschuwelijksten stank verspreidt en meestal verstopt is. Wanneer men kennis neemt van dergelijke toestanden is het on mogelijk vol te houden dat de bevolking gaarne in zulke huisjes woont. Het tegendeel is juist waar. Ik wijs bijv. op de Roggebroodspoort aan de Middelstegracht. Daar zijn 7 krotten vervangen door 4 behoorlijke woningen. Ik heb er menschen gesproken die 28 jaren in de vorige krotten hadden ge woond en daarvoor eene huur moesten betalen van 90 cents per week, terwijl zij nu voor de nieuwe woningen moeten betalen f 1.50. Geen gering verschil dus voor zulke menschen. En toch verzekerde een der bewoonsters mij dat zjj die meerdere huur met groot ge noegen opbracht, omdat zij nu eerst het geluk beseft van eene goede en gezonde woning te hebben. Er zijn zelfs voorbeelden te noemen, dat waar de menschen niet in slaat waren die hoogere huur te betalen, hunne kinderen het meerdere bijeenbrachten om hunne ouders eene gezonde woning te verschaffen. Eene vrouw heeft ons medegedeeld dat haar man, hoewel geen dronkaard, toch gewoon was eiken avond uit te gaan, zeker's Zater dagsavonds, omdat hij thuis niets vond wal hem boeien of trekken kon. Nu zij evenwel eene woning van de Vereeniging hebben betrokken, gaat de man niet meer uit omdat hij het thuis gezelliger vindt; op den zolder is zelfs een plaatsje waar hij wat knutselen kan. Wanneer men nu toch dergelijke zaken en ik zeg, dat ik tal van die gevallen heb onderzocht ziet, kan men dan nog een oogen blik twijfelen aan het nuttige doel van de vereeniging Zooals de heer Fockeraa Andreae reeds gezegd heeft tegen het door den heer Du Rieu aangevoerde, de wet schrijft wel degelijk voor, dat het gemeentebestuur zorg drage voor de volksgezondheid. Die zorg van het gemeentebestuur mag niet zoo nauwkeurig omschreven zijn, als bij het onderwijs het geval is, maar de gemeenteraad kan rechtstreeks verordeningen maken ten behoeve van de volksgezondheid doch ook indirect dat groote volksbelang bevorderen door ffnancieelen steun te geven aan vereenigingen, wier eenig doel is de volksgezond heid te bevorderen door hel verschaffen van goede woningen en het opruimen van krotten. De klachten die er dikwijls geuit worden, dat de gegoede klasse te weinig doet voor de lagere volksklasse z(jn groolendeels overdreven en ongegrond. In de gemeente Leiden althans wordt door de racer gegoeden ontzachljjk veel voor die klasse gedaan, maar eene grief is werkelijk niet ongegrond, deze namelijk dat wjj te kort zjjn ge schoten in het richten van onze aandacht op de woningquaestie. Geef de menschen goede woningen en gij zult hen gelukkiger en beter maken. Ik noodig de leden van den Raad dringend uit, om zelf die woningen eens te gaan bezoeken en zij zullen zien, hoe dringend de éisck is, dat daarin verbetering kome. Wij hebben een strenge verordening op de onbewoonbaarverklaring van voor de gezondheid schadelijke woningen vastgesteld. Het spreekt echter vanzelf, dal het inhumaan zoude wezen, dat het Dag. Bestuur telkens, wanneer het daartoe het recht had, die Verordening in al hare gestrengheid, als het zwaard zonder genade toepaste. Toepassing van dat uiterste middel, eene andere doodstraf, moet slechts plaats hebben als geen ander middel meer baat of als verbetering der woningen onmogcljjk blijkt. Maar wel wordt de Verordening talloozc malen als een dtcigmiddcl gebruikt om verbetering te krijgen van huizen, die nog te verbeteren zijn. Er gaat geen week voorbij of

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 4