GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
29
INGEKOMEN STUKKEN.
N». 107. Leiden", 30 April 1894,
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe
Vergadering in overweging:
1*. aan G. W. Van der Drift vergunning te verleenen om overeen
komstig aanwijzing en onder toezicht van Rooimeesters voor het ver
nieuwde pand hoek Morschstraat en Smidssteeg n°. 26 een zerkje te
leggen alsmede een hardsteenen drempel te leggen voor den ingang
van het bovenhuis in de Smidssteeg onder bepaling dat de zerk zal
zijii 75 cM. breedte met afgeronde hoeken en niet hooger dan 4 cM.
uil de straat te leggen en de hardsteenen drempel moet zyn lang
1.25 M. breed 25 eM. en de hoeken moeten zijn afgerond.
2®. aan M. H. Van Waveren vergunning te verleenen om overeen
komstig aanwijzing en onder toezicht van Rooimeesters een stoep te
leggen voor zijn pand aan de Oude Vest n'. 171, met het stellen van
palen, onder bepaling dat de rooilijn moet worden gevolgd van het
perceel n°. 167 daar nabjj gelegen en dat de bestaande gestraatle
stoep, die het eigendom is van de gemeente, voor rekening van
adressant van gemeentewege zal worden opgebroken en weggeruimd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden.
N\ lOS.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
15—21 April 1894.
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
i
April
15
7.30—9.30
7
16.2
2
16
7.30—9.15
8
16.4
3
17
7.30—9.15
7
16.6
4
18
7.30—9.30
8
16.4
5
19
7.30—9.15
7
16.4
6
20
7.30—9.15
8
16.2
7
21
7.30—9.30
8
16.4
N*. 109. Leiden, 26 April 1894.
Ingevolge Raadsbesluit van 15 Maart jl. is eene tweeledige verpach
ting uitgeschreven voor de exploitatie van de Gehoorzaal en bloc en
voor de exploitatie van de buffetten.
Die verpachting was door ons bepaald op Maandag 9 April jl.
Intusschen zijn, niettegenstaande herbaalde aankondiging in verschil
lende dagbladen en vele aanvragen waren ingekomen ter bekoming
van de voorwaarden van verpachting, geene inschrijvingsbilletten in
gediend en hebben zich verder geene gegadigden aangemeld.
Wy hebben het niet noodig geaeht eene tweede verpachting uit
te schrijven en zulks op grond dat daarvan geen beter resultaat door
ons werd te gemoet gezien.
Wy meenen U daarom te moeten aanraden geene tweede
openbare verpachting te doen uitschrijven en evenmin om de
noodige maatregelen te nemen ten einde tot eene onderhandsche vei^
pachting te geraken. Een finantieel ongunstig resultaat toch zoude
daarvan zijn te wachten.
In de gegeven omstandigheden komt het ons integendeel het meest
gewenschl voor de Gehoorzaal van gemeentewege te exploiteeren; de
eventueele voor- en nadeelen van de exploitatie komen dan ten voor- of
ten nadeele van de gemeentekas en men heeft dit voordeel dat na
verloop van eenige jaren, een overzicht kan verkregen worden van
hetgeen de exploitatie feitelijk opbrengt en wat de Gehoorzaal aan
de gemeente behoeft te kosten.
Nadat ten gevolge van de gemeentelijke exploitatie de noodige
ondervinding in deze zal zijn verkregen, zal ongetwijfeld eene latere
openbare verpachting betere resultaten opleveren; de gegadigden
kunnen alsdan zjjn toegerust met de noodige gegevens waarop eene
billijke inschrijvingssom kan zijn gegrond.
Zoodanige gemeentelijke exploitatie zal o. i. moeten geschieden door
eene Commissie uit den Gemeenteraad onder voorzitterschap van een lid
van het Dagelijksch Bestuur.
Door die Commissie zal alsdan moeten worden aangesteld een
Directeur, aan wien de werkzaamheden zullen worden opgedragen
welke bij eene verpachting tot de taak van den pachter behooren,
zoomede een Controleur-Boekhouder, die zal moeten toezien op den
inslag en het debiet der ververschingen en op de inning der entrée-
gelden bij uitvoeringen of vermakelijkheden welke door de exploitatie
en niet door bijzondere personen of gezelschappen worden georga
niseerd.
Wy geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in over
weging:
1*. te besluiten dat de Gehoorzaal voorloopig van gemeentewege
zal worden geexploiteerd door een Raadscommissie;
2°. vast te stellen het hierbjj overgelegd concept-reglement op de
exploitatie van de Gehoorzaal;
3'. over te gaan tot de benoeming van drie Raadsleden tot leden
van de Commissie voor de Gehoorzaal.
Vervolgens achten wij het billijk en in het belang van de gemeente
dat, wanneer de exploitatie van de Gehoorzaal van gemeentewege
geschiedt, hetgeen door den tegen woordigen pachter ten behoeve van de
exploitatie in de zaal is aangebracht, door de gemeente van hem
worde overgenomen, hoedanige bepaling dan ook in de by Raadsbe
sluit van 15 Maart jl. vastgestelde voorwaarden van verpachting zoo
wel voor de exploitatie der Gehoorzaal en bloc als voor die van de
buffetten alleen is opgenomen.
Wy geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten
dat van den tegenwoordigen pachter, den heer B. M. Uuyser, door de
gemeente zullen worden overgenomen de goederen en inrichtingen
door hem ten behoeve van de exploitatie in de Gehoorzaal aangebracht
en voorkomende op de door hem ingeleverde lijst, alles volgens taxatie
en in den toestand waarin het zich op het tjjdstip van de overneming
zal bevinden.
De taxatie zal geschieden door drie beëedigde deskundigen, van
wie een wordt benoemd door burg. en Weth,, een door den pachter
en een door den Kantonrechter van Leiden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Verordening houdende Reglement op de exploitatie
van de Stadsgehoorzaal te Lelden.
Art. 1. De exploitatie van de Stadsgehoorzaal geschiedt door eene
Commissie uit den Gemeenteraad onder den titel van Commissarissen
der Stadsgehoorzaal.
Deze Commissie bestaat uit:
a. een lid van het Dageljjksch Bestuur als Voorzitter.
b drie Raadsleden.
Art. 2. De drie Raadsleden treden beurtelings, voor het eerst bij
rooster vast te stellen, af op den eersten Dinsdag van de maand
September, doch zijn weder verkiesbaar.
Hunne benoeming geschiedt bij periodieke aftreding, ontslag of
overlyden uit eene voordracht van twee Raadsleden, opgemaakt door
Burgemeester en Wethouders, na de Commissie te hebben gehoord.
Art. 3. Commissarissen kunnen, zoo noodig, de hulp of voorlich
ting inroepen van onbezoldigde adviseurs uit de ingezetenen.
Art. 4. Onder Commissarissen zjjn werkzaam:
a. een Directeur.
b. een Controleur-boekhouder.
Art. 5. De Directeur en Controleur-boekhouder worden door Com
missarissen benoemd, geschorst en ontslagen.
De werkkring en de belooning van deze beambten alsmede de door
hen te stellen borgtochten worden door Commissarissen geregeld.
Deze regeling wordt aan de goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders onderworpen.
Art. 6. Het dienstpersoneel, door Commissarissen voor de exploi
tatie noodig geacht, wordt door hen aangesteld en ontslagen.
Art. 7. Het huishoudelijk reglement voor de Commissie, de in-
structiën voor den Directeur en den Controleur-boekhouder worden
door Commissarissen opgemaakt en aan de goedkeuring van Burg. en
Weth. onderworpen.
Art. 8. Bij de verhuring der lokalen nemen Commissarissen in
acht het maximumtarief, vastgesteld voor de verhuring en bloc bij
Raadsbesluit van 15 Maart 1894.
Art. 9. Jaarljjks worden op de gemeentebegrooting uitgetrokken
een bedrag in ontvangst: «resultaat van de exploitatie der Stadsge
hoorzaal", en een bedrag in uitgaaf: «kosten van de exploitatie der
Stadsgehoorzaal". Uit den laatsten post worden door Burg. en Weth.
de noodige gelden aan Commissarissen verstrekt.
Art. 10, De rekening en verantwoording van de exploitatie over
het dienstjaar eindigende 31 December, zal vóór den 1 sten April d. a. v.
door Commissarissen aan den Gemeenteraad worden overgelegd, met
bijvoeging van alle bescheiden, welke tot toelichting en verificatie
kunnen strekken.
N'. HO. Leiden, 26 April 1894.
Naar aanleiding van nevensgaand adres van S. L. M. Popta, hebben
wy de eer U mede te deelen dat de dochter van adressant wegens
vestiging in de gemeente in Januari 1894 sedert 1 Februari jl. als
leerlinge op de Kweekschool voor onderwijzers is toegelaten en dat
door adressant over het tweede kwartaal, December, Januari en
Februari, het volle schoolgeld is voldaan.
Het komt ons voor dat er alzoo wel termen bestaan voor eene
gunstige beschikking op het verzoek. Wij geven Uwe Vergadering
mitsdien in overweging aan adressant terugbetaling te verleenen van
schoolgeld voor zijne dochter, leerlinge der Kweekschool voor onder
wijzers, over de maanden December 1893 en Januari 1894 tot een
bedrag van 5.33.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan HH. Burg. en Weth te Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen S. L. M. Popta, con
troleur v/d Waarborg der gouden en zilveren werken, te 's Hertogen
bosch, wonende te Vucht;
dat zijne dochter Bodina Diederica in de eerste dagen der maand
Januari jl. naar Leiden is vertrokken en aldaar sedert 1 Februari
toegelaten is op de Gemeentelijke Kweekschool, ter bijwoning van
enkele lessen,
dat zij dezer dagen ontvangen heeft de rekening ter voldoening
van schoolgelden over het tweede kwartaal (de maanden, December,
Januari en Februari), welke rekening door haar is voldaan, blijkens
de hierbij overgelegde quitantie,
dat zij dus over drie maanden heeft voldaan, waarvan zij slechts
over ééne maand heeft gebruik kunnen maken.
Redenen, waarom adressant zich de vrjjheid veroorlooft UEdel
Achtb. beleefdelijk restitutie te verzoeken van het schoolgeld over
de maanden December en Januari.
't Welk doende enz.,
Vucht, 26 Maart 1894. S. L. M. Popta.
9
9
9
9