DONDERDAG
Terzetten, kunnen wjj <le menschen er niet toe krijgen om vroeger
op te staan, en de morgenstond heeft toch goud in den mond. En
hierop voortbouwende betoogt men, als men vroeger opstaat en
naar bed gaat heeft men minder gas noodig, zal men zooveel gezonder
zyn enz. enz. Maar uitgewerkt wordt verder niet de stelling dat de
menschen in Nederland niet te bewegen zjjn vroeger op te staan
wanneer hun klok niet wordt verzet.
De «lezer" in het Leidsche Dagblad zegt: ik ben overtuigd dat
het niet anders is gedaan te krijgen dan bjj een algemeenen maat
regel.
Ik ken dien «lezer" niet en weet dus niet of ik iets aan zijne
overtuiging moet hechten, maar wel weet ik dat ik in meening zeer
veel met hem verschil.
Ik houd de Nederlanders niet voor zoo lam dat zjj, wanneer het
overtuigend blijkt dat de nieuwe tijdregeling in het belang is van
gezondheid en bedrijf, niet zonder dwang zouden te bewegen zjjn
wat vroeger op te staan. Ik houd hen ook niet voor zoo dom dat
zij tot vroeger opstaan zouden genoopt worden, doordat op een be
paalden dag alle klokken 40 minuten worden verzet.
In West-Duitschland en in België is dit toch gebeurd, zegt men.
Ik wil het gelooven dat het daar aanvankelijk is gebeurd, maar men
zal over een paar jaar eens moeten zien of alles weder niet net zoo
laat gebeurt als hier vóór de invoering van den nieuwen tijd.
Ik acht het in tegenstelling met meergenoemden «lezer" niet moge
lijk dat hier te lande het geheele leven winter en zomer 40 minuten
wordt vervroegd. Laat ik eens een paar voorbeelden noemen. Kan
men zich bjjv. voorstellen dat op de Secretarie hier om 81 uur alles
aan den gang zal zyn?
Er worden een aantal colleges gegeven om 9 uur. welke worden
bijgewoond door jongelieden in Den Haag woonachtig. Die jonge
lieden moeten daarvoor toch al vroeg genoeg uit bunne woonplaats
vertrekken, maar voortaan zullen zij nog drie kwartier vroeger moeten
opstaan en vertrekken om de colleges te kunnen bjj wonen.
Men zal zeggen: dan moeten zij maar niet in Den Haag gaan wonen.
Maar dat doen zjj toch.
Het eenvoudig gevolg van dit alles is, dat het College een uur zal
worden verschoven en gegeven zal worden om 10 uur.
Zoo zjjn er tal van voorbeelden. Op het Gymnasium, op de Bur-
Serschool komen men den eersten trein velen uit de Rijnstreek.
u kan men van die jongenlui toch niet vergen, dat zij in den
winter nog 3 kwartier vroeger zullen opstaan.
Wat nu betreft de beweging, gewekt door die velen die het adres
teekenden, om de menschen zoodoende te brengen tot vroeger op
staan, hiervan moet ik zeggen dat het mjj veel waardiger zoude zjjn
voorgekomen, als zjj zeiven het voorbeeld van vroeg opstaan waren
gaan geven, en hunne medeburgers rechtstreeks hadden opgewekt
hun voorbeeld te volgen, zonder de klok te verzetten.
Zoo moet men ook niet vergeten, dat zjj, die dan nu verlangen,
dat allen vroeger aan hun werk gaan, gewoon zjjn bij het ontbijt
de kamer in orde te vinden en aldaar gereed te vinden slaan, wat
zjj gewoon zijn te gebruiken bjjvoorbeeld versche melk. De melk
boeren zullen dus worden gedwongen 3 kwartier vroeger op te staan,
om hun klanten te bedienen. Dit zijn kleinigheden misschien, waarop
evenwel bjj de beoordeeling der zaak moet worden gelet.
Ik zal niet treden in cjjfers om de waarschjjnlijke moeilijkheden
aan te toonen, die de voorstanders van den Midden-Europeeschen
tjjd hebben te overwinnen. Stel eens, dat men op het halve uur
wil leven wat de voorstanders van den M.-E. tijd nog al eens
ontkennen en dat men na invoering hiervan zjjn leven nominaal
een half uur verlaatte, dan zouden wjj daardoor 10 minuten op den
dag gewonnen hebben. Waarlijk wel der moeite waard om zooveel
drukte over te maken. Maar ik hecht aan dat zoogenaamde voordeel
van vervroeging van het dageljjksche leven niets, omdat men in elk
geval hetzelfde voordeel kan bereiken zonder dat onwaardige middel
van het verzetten der klok, om de menschen te dwingen, vroeger
aan hnnne werkzaamheden te beginnen.
Ik voor mjj houd het voor het reizend publiek, voor den handel
en voor iedereen, die iets met den tjjd te maken heeft, het gemak-
keljjkst wanneer ieder land zyn eigen tjjd heeft; dit kan aan de
grenzen waar een andere tijdrekening Begint, nauwlijks lastig zijn.
'e grenzen der landen kent men nu eenmaal. Moeiljjker zou het
zjjn bjj invoering van het zónestelsel, want waar die denkbeeldige
ljjnen loopen, die de zónen scheiden, weet men niet. En aangeno
men ook dat het zónestelsel het beste ware, dan mogen wjj nog
niet komen tot den M.-E. tjjd.
Het plan van de Duitsche Eisenbahn Verwaltung ljjft ons in bij
de Duitsche zóne, waartoe wjj volgens het zónestelsel niet behooreu.
En aan dit helpen uilwisschen of doen wegdoezelen van onze ooste
lijke grenzen werk ik in gcenen deele mede.
De heer Drdcker. Deze quaestie maakt mij niet voor een tiende
gedeelte zoo warm als blijkbaar mjjn geachten ambtgenoot, den heer
Fockema Andreae. Ik ben mij niet bewust van fanatisme noch voor
deze noch voor gene partij; ik behoor tot geen enkel comité. Wat
mjj echter eenigszins warm heeft gemaakt, is de groole eenzjjdigheid
in de voorstelling van den heer Fockema Andreae.
Herhaaldeljjk bezigt hjj de uitdrukking: Duitsche tijd. Al ware
het nu eens de Duitsche tjjd, dien men hier wil invoeren, dan geloof
ik dat het nog geen crime zoude zjjn voor Nederland om zoo iets
met de Duitschers gemeen te hebben. Het geheele internationale
postverkeer, geljjk het tegenwoordig is geregeld, hebben wjj te danken
aan een Duitscher, den heer Stephan, en niemand heeft ooit de wen-
scheljjkheid der wereldpostvereeniging ontkend omdat het denkbeeld
van Duitschland is uitgegaan.
Doch de geheele onderstelling, dat men hier zoude te doen hebben
met een üuitscheu tjjd, berust op een zandgrond. Het is niet aan
te nemen dat de heer Fockema Andreae boosaardig kan of wil zjjn,
maar in het feit dat hij steeds spreekt van den tjjd van Görlitz ligt
toch iets dat boosaardig schjjnt. Op denzelfden meridiaan, waarop
JANUARI 1894.
de Duitsche stad Görlitz ligt, treft men even goed aan verschillende
plaatsen in Oostenrijk, Italië, Zweden, Noorwegen enz. Waarom kiest
nu de heer Fockema Andreae juist voortdurend de Duitsche stad
Görlitz om dien meridiaan aan te duiden?
En waar hjj verder spreekt van Duitschen tijd, daar wjjs ik op de
Duitsche wet van 42 Maart 1893, waarin staat dat de wettelijke tijd
in Duitschland is: niet de tijd van Görlitz, maar de middelbare tjjd
van den vijftienden lengtegraad oostelijk van Greenwich. Daarin is
toch niets Duitsch, want die 15de lengtedraad is geen monopolie van
puitschland; ook een gedeelte van Oostenrijk, Zweden, Noorwegen,
Italië liggen daaronder.
Verder spreekt de heer Fockema Andreae met grooten nadruk van
den «Verein Deutscher Eisenbahn Verwaltungen"; waarom weet ik
ook niet. Ik heb nu niet de lijst medegebracht van de spoorweg
maatschappijen die tot den Verein bchooren. Moeielijk kan men weten,
dat de heer Andreae met zooveel nadruk over dien Verein zoude
spreken. Dat wel durf ik zonder ljjst te zeggen, dat daartoe behooren
een aantal spoorwegen van verschillende landen buiten Duitschland.
Men kan de namen telkens lezen, wanneer de gedelegeerden der
maatschappijen bijeenkomen om de zomer- of winterdienstregeling
vast te stellen. Ook daarin is dus wederom niets specifieks Duitsch,
dan dat de zaak helaas! een Duitschen naam draagt. Waarom
zij echter daardoor zoo afschuweljjk wordt is mij niet recht helder,
ie meer echter moet ik tegen de benaming protesteeren, omdat 15°
oosterlengte van Greenwich niets anders is dan eene denkbeeldige
lyn gemeten uit eene stad in Engeland.
*wee^e plaats heeft de heer Fockema Andreae eene zeer
eigenaardige en eenzjjdige voorstelling van de zaak gegeven, toen hjj
het deed voorkomen alsof een zeker getal personen op zekeren dag
hadden gezegd: men moet wat vroeger gaan opstaan en daarvoor
zullen wjj een nienwen tjjd bepalen. Hij heeft daarbij zeer uitvoerig
de geschiedenis van deze zaak nagegaan, maar denkelijk bij vergissing,
het gewichtigste van die geschiedenis weggelaten, het feit namelijk
dat bjjna alle beschaafde staten van Europa eene wet hebben gemaakt
of daarmede bezig zjjn, waarbij de gordeltjjd wordt ingevoerd. In
Duitschland en België is de gordeltjjd bjj de wet ingevoerd. In
Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Zweden is of wordt binnen kort
dit durf ik niet met zekerheid zeggen de Midden-Europeesche
tyd algemeen aangenomen. Dit heeft de heer Fockema Andreae
verzuimd te vermelden. En toch is het een punt van eenig belang.
Alleen Frankrijk doet van de beschaafde staten van Europa niet
mede, maar in Frankrjjk is en dit kan ik positief verklaren, daar
ik het pas heb nagezien, juist in 1891 een wet gemaakt, die den
tyd van Parijs stempelt tot wetleljjken tjjd voor het geheele land.
Dat geschiedde in 1891, vóórdat de internationale beweging ten gunste
van den gordeltjjd de beteekenis had verkregen, die zjj thans heeft.
Nu is het zeer verklaarbaar, dat men na 2 jaar, daarop nog niet is
teruggekomen.
De heer Fockema Andreae hecht er bijzonder gewicht aan, dat de
voorstellen tot invoering van den gordeltjjd uitgaan van de Spoorweg
maatschappijen. Dit is zeer natuurljjk. Eik voorstel tol hervorming
pleegt uit te gaan van degenen die het meest met de quaestie in
aanraking komen Dit zjjn hier de Spoorwegmaatschappijen en dus
ligt het voor de hand, dat zjj juist zich voor die zaak het warmst
maken, en er het meest op aandringen.
Die geschiedenis van Malmö is nu wel op zich zelf niet zoo ver
schrikkelijk, dit erken ik; doch wij kunnen ons voorstellen, dat het
daar dien avond eene levendige scène zal geweest zijn, dat er heel
wat gemopperd en gevloekt zal zjjn. Die klachten worden het meest
gehoord en opgemerkt door de Spoorwegdirecties. Natuurljjk dat zjj
het meest op verandering aandringen.
De heer Fockema Andreae maakt er echter een quaestie van eer
van, dat de Spoorwegen met dat denkbeeld aankomen. Daarvoor
mogen wjj niet bukken, zoo zegt hij. Maar ik zou den geachten
spreker wel eens willen vragen, of dit niet altijd het geval zal zyn;
of niet altjjd bjj een hervorming iemand het eerst met het denkbeeld
aankomt, waarvoor dan de andere menschen «bukken".
Dit is indertjjd met de tot stand koming van de Wereldpostver
eeniging ook geschied en daartegen is toen toch ook niemand opge
komen. Men zal toch niet zeggen, dat ieder toen «gebukt'' heeft voor
de denkbeelden van Stéphan!
Hoe is het nu in ons land? Wjj zjjn hier in een allerongelukkigsten
toestand gekomen. In plaats van de hulde, die de heer Fockema
Andreae gebracht heeft aan de Regeering, zou ik meenen, dat men
niet onhandiger had kunnen handelen, dan hier te lande gehandeld is.
Wij zjjn in een toestand geraakt, die ons bepaald tot een karikatuur
maakt voor iederen buitenlander. Dit moge ons nu onverschillig zijn,
maar voor iederen Nederlander zelf is de tegenwoordige toestand
eene dageljjksche kwelling.
De heer Fockema Andreae zegt, dat het voor «sommigen" lastig is.
Ik geloof, dat de tegenwoordige toestand door iedereen misschien
op een hoogst enkele uitzondering na ontzettend lastig gevonden
wordt.
Een voorzichtig man moet tegenwoordig steeds vragen, wanneer
hem gezegd wordt, hoe laat de trein vertrekt, of dit nu spoortjjd of
stadstijd is; nooit mag men die vraag vergeten of nalaten. En aan
gezien nu wjj allen, op enkele uitzonderingen na, wel eens vergeet
achtig zijn, is het duideljjk, dat dit bjj ons allen tot vergissingen
aanleiding kan geven.
Hoe komt men nu daaruit?
Eenvoudig door eene wettelijke tijdregeling. Dan kan niet meer
voorkomen een bezwaar dat door den heer Fockema Andreae ook
niet genoemd is dat men zich vergist, doordat men in eene
of andere stad komende niet weet, aan welken tijd men zich daar
heeft te houden. Komt men nu bjjvoorbeeld te Maastricht en men
weet niet dat daar de Greenwichtijd is aangenomen, dan wordt men
daarvan de dupe; komt men te Groningen en men weet niet dat
daar locale tjjd bestaat, men wordt eveneens de dupe.