84
N*.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Nov.
19
5.15-7.15
7
16.2
2
20
5.15—7.15
8
166
3
21
5.15—7.30
7
16.0
4
22
5.15—7.30
8
16.2
5
23
5.15—7.15
7
16.0
6
24
5.15—7.15
8
16.4
7
25
5.15—7.30
8
16.4
N*
331.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
26 November2 December 1893.
N\
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Nov.
26
5.7.15
7
16.2
2
27
5.7.15
8
16.0
3
28
5.7.—
7
16.2
4
29
5.7.15
8
16.0
5
30
5.7.—
7
16.2
6
Dec.
1
57.15
8
16.4
7
2
5.7.15
8
16.2
adressante met Januari a. s. de Hoogere Burgerschool voor Jongens
zal verlaten, ten einde voor zijn aanstaande loopbaan te worden op-
geleid.
Wij geven Uwe Vergadering op dien grond in overweging aan
adressante vrijstelling of terugbetaling te verlcenen van schoolgeld
voor haar zoon leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over
de laatste twee kwartalen van den cursus 1893/94.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weill, van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden,
Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen:
De ondergeteekende Maria Cocnradina Van Vrijberghe de Coningh,
Weduwe van den heer Abraham Hartevclt Jacobuszoon, particuliere
wonende te Leiden aan den Ouden Singel n°. 144,
dat haar zoon Abraham met den len Januari aanst. de Hoogere
Burgerschool alhier gaat verlaten, wegens verandering van loopbaan,
dat zij den lOen October 11. voor hem betaalde de helft van het
schoolgeld ad f 30 zijnde bjj nummer 791 van het journaal van Uwen
Gemeente-Ontvanger.
Reden waarom zij zich thans beleefdelijk tot U wendt met verzoek
de laatste onbetaald gebleven helft van dat schoolgeld haar te willen
kwijtschelden.
't Welk doende,
Leiden, 1 December 1893. M. C. Van Vrijberghe de Coningh,
Wed. A. Hartevelt Jz.
N*. 3SO. I
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
1925 November 1893.
N°. 332. Leiden, 6 December 1893.
Wij hebben de eer U mede te deelcn dat de huur van het Raam-
land aan den Mare-Singel, zijnde een gedeelte van het land in den
Stadspolder afkomstig van de jvoormalige administratie der vereenigde
Gast- en Leprooshuizen, bij Raadsbesluit van 20 December 1881 on
der de hand aan de firma J. Zuurdeeg en Zn. voor 5 jaren verhuurd,
met 31 December e. k. zal zijn geëindigd en dat genoemde Grma
het verlangen heeft te kennen gegeven de huur onder de bestaande
voorwaarden en voor denzelfden termijn wederom in te huren.
Aangezien dit land. groot ongeveer 5100 centiaren, door de be
staande raaindijkjes minder waarde heeft dan het naastgelegen wei
land en in verhouding thans geen mindere huur oplevert, terwijl het
voor de tegenwoordige huurster, met hel oog op hare industrie, zeer ge
schikt is, beslaan bij ons tegen de continuatie der huur geene be
denkingen, waarom wij U in overweging geven te besluiten het
voorschreven stuk Raamland onder de hand voor den tijd van 5
jaren, ingaande 1 Januari 1894, aan de firma J. Zuurdeeg en Zn. in
huur af te staan onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
3
3
3
3
3
3
3
3
3
N'. 333. Leiden, 29 November 1893.
Ten aanzien van het in onze handen gesteld rapport der deskundigen
in zake de Gehoorzaal hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te
deelen dat wij ons over het algemeen met den inhoud van het rap
port kunnen vereenigen en dat wij daaraan het volgende wenschen
toe te voegen:
1°. dat tegen de voorgeschreven veranderingen in de constructie
van de kap geen bezwaar bij de Commissie bestaat doch dat de uit
voering, naar het oordeel van de meerderheid der Commissie op
minder kostbare wijze zoude kunnen plaats hebben.
2°. dat de kapspanlen overeenkomstig de teekening gemaakt zijn
doch dal er aan sommige deelen het noodige ijzerwerk ontbreekt.
3°, dat de muren niet volgeraapt zijn is, volgens ingewonnen in
lichtingen, gelegen in de kostbaarder betimmering van den Foyer.
4°. dat de muren, die niet in het gezicht zijn, gemetseld zijn van
miskleurig hardgrauw, zooals het bestek aangeeft, waar alleen sprake
is van kleurig hardgrauw voor den voorgevel aan de Breestraat en
den voorgevel van de conciërgewoning aan de Aalmarkt.
5°. dat de qualitcit der specie inoeielijk is te beoordeelen, omdat
by strenge vorst is gemetseld en dat de vraag of de gebruikte specie
al of niet volgens het bestek bereid is geworden, thans na 2f jaar
niet meer te beantwoorden is.
6°. dat verder de meerderheid der Commissie van oordeel is dat
de houtzwaarte van de bekapping en binten over het algemeen wel
wat te licht in het bestek is beschreven.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.