82 Vermits het is gebleken dat het perceel n°. 6 kadastaal bekend Sectie B, n°. 724 ten name van S. Filippo Wed. van D. Hagemans nog steeds wordt bewoond en alzoo door dien eigenaar niet is vol daan aan de aanzegging bovenbedoeld; terwijl ten aanzien van de andere perceelen het gebleken is, dat ze na de genoemde aanzegging tot dusverre niet meer zijn bewoond, geven wij Uwe Vergadering in overweging, met intrekking van bet besluit van 22 Juni jl. hierboven vermeld tot de onbewoonbaarverklaring te besluiten van bovengenoemd perceel n°. 6, wordende hierbjj een concept-raadsbesluit ter vaststelling aangeboden. De Raad der gemeenle Leiden; Gelet op het voorstel van Burg. en Wcth. omtrent het onderzoek ingevolge de artt. 157—164 inge steld aangaande den toestand van de woningen aan de Brandewijns gracht n°. 5 en 6, kadastraal bekend Sectie B, n°. 724 en 725 ten name van Suzanna Filippo weduwe van Daniel Hagemans, wonende te Oegstgeest aan de Aloëlaan, n°. 7 en 8, kadastraal bekend Sectie B, n°. 723 en 722 ten name van F. Filippo, wonende te Leiderdorp en n°. 9 en 10, kadastraal bekend sectie B, n°. 721 en 1692, ten name van J. O. De Vries geboren VV. Filippo, wonende te Leiden aan de Lange Mare n°. 9; Gelet op de artt. 157164 der Algemeene Politieverordening VBn den 6en November 1879, voor de gemeente Leiden; Overwegende dat uit het proces-verbaal van rooimeesters en het verslag van de drie stadsgeneesheeren, bedoeld in art. 159 der Alge meene Politieverordening is gebleken; dat de huizen door de geringe oppervlakte en door gemis van de noodigste vereischten als drinkwater en gemak voor menscheiyke be woning ongeschikt zijn; dat ze bouwvallig zjjn, steenen vloeren en een sleehte bekapping hebben dal op de gracht voor alle bewoners dier huizen slechts ééne ge legenheid is voor de bewoners om de faecale stoffen te verwijderen, zoodat die huisjes daardoor reeds uit een hygiënisch oogpunt onbe woonbaar zjjn; dat de bekapping dermate onvoldoende is, dat, wegens de daardoor aanhoudend veroorzaakte lekkages, de vocht in de wanden der ver trekken en bedsteden doordringt; dat aan de huizen iri geenen deele zoodanige verbeteringen zjjn aan te brengen dat ze bruikbaar zullen kunnen worden; dat een zoodanige toestand in het belang van de openbare gezond heid niet langer mag voortduren, vermits bedoelde woningen wegens slechte inrichting en gebrek aan onderhoud uit een hygiënisch oog punt voor menscbelijke huisvesting ongeschikt moeten worden geacht; Overwegende dat de processen-verbaal van rooimeesters, mede bevat tende het oordeel der geneesheeren by exploit van 29 September 1893 aan de eigenaren is beleekend, met aanzegging dat het hun vrijstaat om gedurende 14 dagen na de beleekening schriftelijk be zwaren ter Secretarie in te leveren en een nader onderzoek te verlangen, dat door de eigenaren van dit recht geen gebruik is gemaakt en daarop bij exploit van 18 October 1893, hun is aangezegd, dat binnen 30 dagen de perceelen moeten worden ontruimd of gesloopt; Overwegende dat aan deze aanzegging binnen den gestelden termijn door de eigenares van perceel n°. 6, kadastraal bekend Sectie B, n°. 724, niet is voldaan, als wordende dit perceel nog steeds bewoond; Heeft besloten; het perceel aan de Brandewjjnsgracht n°. 6, kadas traal bekend Sectie B, n°. 724 ten name van Suzanna Filippo, wed. van Daniel Hagemans, wonende te Oegstgeest aan de Aloëlaan, te verklaren ongeschikt te zijn ter verdere bewoning, als nadeelig voor do gezondheid. Gedaan te Leiden ter openbare Raadsvergadering van den November 1893. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N'. 33©. Leiden, 23 November 1893. In de Raadszitting van 8 Juni jl. werd besloten art. 1 van de Ver ordening van de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen van 14 October 1880 (Gem.blad n*. 10) te wijzigen, tengevolge waar van het onderwijs in viool en pianospel met het eind van den cursus 1892/93 verviel. Bij de behandeling van het betrekkelijk voorstel werd reeds door den Voorzitter medegedeeld dat later een voorstel zoude worden ge daan om zonder vermeerdering van kosten les in het vioolspel te blyven geven, terwijl sedert meermalen door enkele leden ook bjj de behandeling van de begrooting de wenschelijkheid is te kennen ge geven om, althans bij wijze van overgangsmaatregel, aan die kweeke- lingen, die reeds met het onderwijs op de viool zijn aangevangen, gelegenheid te geven dat onderwijs gedurende den vierjarigen cursus der Kweekschool voort te zetten. De bezwaren tegen het tegemoetkomen aan dien wensch, die aan vankelijk bjj ons College bestonden, waren voornamelijk tegen den vorm gericht. Wjj konden ons wel vereenigen met het denkbeeld zelve. De heer A. J. Wetrens, leeraar voor het vioolonderwjjs, wiens be trekking met het einde van den .cursus 1892/93 is vervallen, heeft aanspraak op een wachtgeld, ten bedrage van de helft zijner bezol diging ad f 675, alzoo ad f 337.50 gedurende vier jaren, terwjjl het wenschelijk is hem nog gedurende 4 jaren het onderwijs op de viool op te dragen, thans op eene jaarwedde van 450, met het oog op het minder aantal lesuren, 6 a f 75 'sjaars. Wanneer aan den heer Wetrens gedurende de jaren, waarin hjj wachtgeld zoude genieten, eene betrekking wordt opgedragen waaraan eene bezoldiging wordt toegekend, gelijkstaande met twee derde van het bedrag der vroeger door hem genotcne bezoldiging, vervalt het wachtgeld, terwijl na afloop dezer lijdelijke betrekking de heer Wetrens uit den aard der zaak op geen wachtgeld meer aanspraak kan maken. v Wjj geven Uwe Vergadering op grond van een ander in overweging: 1'. te besluiten dat nog gedurende vier jaren, en wel, in de cur sussen 1893/94, 1894/95, 1895/96 en 1896/97 aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen onderwijs wordt gegeven op de viool aan de leerlingen die dat onderwijs reeds eenigen tijd had den genoten; 2°. het onderwijs op de viool gedurende dien tijd op te dragen aan den heer A. J. Wetrens, tegen een bezoldiging van f 450 per jaar, een en ander behoudens de goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 391. Leiden, 23 November 1893. Onder overlegging van nevensgaande stukken omtrent het verzoek van de Wed. Th. M. Cornelissen, geven wij Uwe Vergadering na overleg met de Commissie van Fabricage, in overweging aan adres sante tol wedcropzeggens, behoudens voor zooveel noodig vergunning van Rijnland en Gedeputeerde Staten: I. vergunning te verleenen tot overwulving van een gedeelte der Zoeterwoudsche Singelsloot. kadastraal bekend Sectie A, n°. 227, ge legen voor haar perceel onder Zoeterwoude, kadastraal bekend Sectie F, n°. 1069, onder de volgende voorwaarden: 1°. dat alles geschiedt overeenkomstig de overgelegde teekening volgens aanwijzing en onder toezicht van den Gemeente-Architect en dat alle schade aan den berm door de gemeenle zal worden hersteld en door adressante zal worden vergoed; 2°. dat het gewelf minstens 22 centimeters dikte heeft en gemaakt wordt van Rijn-, Waal- of IJsselklinkers in sterke tras of cement- mortel; 3°. dat adressante drie dagen vóór den aanvang der werkzaam heden, daarvan aan den Gemeente-Architect schriftelijk kennis geeft; 4°. dat de vergunning vervalt wanneer daarvan niet binnen 3 maanden gebruik wordt gemaakt; II het door de overwulving verkregen terrein tot wederopzeggens aan adressanle in gebruik te geven tegen betaling van een jaarlijk- sche recognitie van 3^ cent per centiare, onder bepaling dat het als tuin moet worden ingericht en op een meter afstand van de boomenrij door een voldoend ijzeren hek wordt afgesloten alsmede behoorlijk moet worden onderhouden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Edel Achtbare Heeren. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende Wed. Th. M. Cornellissen, wonende te Leiden; dat zij met dezen toestemming verzoekt tot het overwulven van de sloot, liggende voor haar perceel, gemerkt F, n°. 1069, aan den Singel onder de gemeente Zoeterwoude. 't Welk doende enz., Leiden, 12 October 1893. Wed. Th. M. Cornelissen, De Ridder. N'. 399. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 511 November 1893. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Nov. 5 5.30—7.45 7 16.0 2 6 5.30—7.45 8 16.2 3 7 5.30—7.45 7 16.4 4 8 5.30—8. 8 16.0 5 9 5 30—8.— 7 16.2 6 10 5.30—7.45 8 16.0 7 11 5.30—7.45 8 16.2 N*. 333. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1218 November 1893. NV Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Nov. 12 5.15—7.30 7 16.4 2 13 5.15—7.15 8 16.2 3 14 5.15—7.15 7 16.2 4 15 5.15—7.30 8 16.6 5 16 5.15—7.15 8 16.2 6 17 5.15—7.15 7 16.0 7 18 5.15—7.30 8 16.4 Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Mure

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 6