GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 75 INGEKOMEN STUKKEN. N'. 298. Leiden, 10 November 1893. Wij hebben de eer U mede te deelen dat blijkens ontvangen be richt van Gedeputeerde Staten krachtens art. 19 \b der Wet van 2 October 1893, tot heffing eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten (Stbl. n°. 149) door den Raad moet worden overgegaan tot de benoeming van een lid en een plaatsvervanger in de Commissie van aanslag bedoeld bij het aangehaald Wetsartikel. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot de be noeming over te gaan van een lid en van een plaatsvervanger van de Commissie van aanslag voornoemd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N'. 299. Leiden, 9 November 1893. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van H. Neeuwveld, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant, wegens vertrek uit de gemeente met 1 Meijl., terugbetaling van schoolgeld te ver- leenen voor een kind, leerling van de Leerschool, over de maanden Mei en Juni dezes jaars tot een bedrag van 2.66. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennenH. Neeuwveld commies by 's Rijks belastingen te Schiedam. Dat hjj in het loopende dienstjaar 1893/94 gewoond heeft te Leiden wijk 9, Haverzaklaan n°. 6. Dat van af 1 Juli 1892 zijn dochter, met name Geertruida Catharina Hermina geboren den 16 Januari 1884, de school heeft bezocht op de Oude Vest, (hoofd de WelEd. heer Van Dijk.) Dat hij daarvoor wegens schoolgeld is aangeslagen geweest voor f'4 (vier gulden) per kwartaal hetgeen telkens voldaan is. Dat hij bovendien voor het loopende dienstjaar 1893/94, volgens op 21 October 1893 ontvangen aanslagbiljet n°. 5496, in de Plaatselijke Directe Belasting is aangeslagen in de 3e klasse voor de som van f 4.41 (vier gulden een en veertig cent) per jaar. Dat hjj met 1 Mei 1893 de stad Leiden met der woon heeft ver laten, waarvan op 28 April 1893 aan het bureau v/d Burgerlijken Stand is kennis gegeven, met medeneming van het biljet van veran dering van woonplaats hetgeen te Schiedam is ingeleverd. Dat hij aldus is aangeslagen: ten 1ste wegens schoolgeld voor een vol kwartaal, loopende van 1 April tot 1 Juli 1893; ten 2de wegens Plaatselijke Directe Belastingen voor een vol jaar, loopende van 1 Januari tot 31 December 1893. Dat zijn dochter slechts van het laatste kwartaal maar één maand en wel van 1 tot 28 April 1893 de school heeft bezocht en dat hij slechts van 1 Januari tot 30 April 1893 in de gemeente Leiden heeft gewoond, dus voor beide aanslagen slechts 1/3 gedeelte genot heeft gehad. Redenen waarom adressant dan ook beleefd verzoekt om, voor beide aanslagen het 2/3 gedeelte afschrijving te krijgen, daar hij volgens recht en billijkheid toch maar slechts het 1/3 gedeelte ver schuldigd is. 't Welk doende enz. H. Neeuwveld, Schiedam, 8 November 1893. Hendrik Gabelstraat n°. 24. ging en als zoodanig de leden van dit gezelschap er aan verbonden zijn en er in medewerken; dat echter tot het houden van de onderlinge oefeningen een loca- liteit noodig is, hetwelk eenigszins aan de eischen daarvoor gesteld voldoet; dat deze oefeningen of repetitiën eens per week of om de veertien dagen gedurende het winterseizoen zullen plaats hebben; dat uit de vele gelegenheden in onze gemeente aanwezig het niet verkieselijk is er zulk eene te nemen waar gelagen gezet worden; dat bovendien de uitgaven der Vereeniging, als dezulke bij gele genheid der uilvoeringen die in de Sladszaal plaats hebben als anderszins een hoog cijfer bedragen en het derhalve wenschelijk is die uitgaven zoo min mogelijk te doen zijn; dal bij onderzoek naar eene geschikte gelegenheid onze aan dacht gevallen is op het lokaal tegenwoordig in gebruik bij de kapel der dd. Schutterij, staande en gelegen aan de Lokhorststraat in het voormalig Gymnasium, welk lokaal alleszins blijkt te voldoen aan de gestelde eischen. Weshalve ondergeteekenden tot Uw EdelAchtbaar College het ver zoek richten de toestemming te mogen ontvangen gebruik te maken van de bovengenoemde gelegenheid, zich verbindende de eventueel daarop vallende kosten aan de gemeente te voldoen en zich onder werpende aan de bepalingen welke gesteld mochten worden. 't Welk doende, Jan Hogenkamp, Voorzitter. Leiden, 16 October 1893. J. G. Wijnbeek, Secretaris. D. Hageman, Penningmeester. N°. 301. Leiden, 10 November 1893. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de voor dracht van Burg. en Weth. van 30 October jl. tot het aanschaffen van instrumenten, benoodigdheden, boekwerken enz. ten behoeve van het wetenschappelijk gedeelte van de vee- en vleeschkeuring, waar voor een bedrag van 300 wordt aangevraagd. Zij geeft U derhalve in overweging dienovereenkomstig te besluiten en tot de vaststelling van den overgelegden staat van af- en over schrijving op de bcgrooting voor het loopende jaar, ad 300 over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. N*. 302. Leiden, 10 November 1893. Ten aanzien van cenige verzoekschriften van leerlingen der Kweek school voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, niet wonende binnen deze gemeente om gedeeltelijke of geheele vrijstelling van de betaling van schoolgeld aan deze inrichting, hebben wij de eer Uwe Vergade ring, onder overlegging van de betrekkelijke stukken, voor te stellen, krachlens art 3 van het Raadsbesluit van 15 Dec. 1892 (Gembld. n'. 1 van 1893) het schoolgeld te bepalen voor; H. W. Van Kampen, A. Den liaan en J. Schaap, allen te Katwijk; J. C. Van Goudoever te Noorwijk-binnen en G. Zorgdrager te Wasse naar wegens het bywonen van één vak, op 1.25 per kwartaal; G. F. Japikse te Oegstgeest wegens het bijwonen van alle vakken door zijne dochter op 6 per kwartaal; P. M. Van Sermondt te Oegstgeest, wegens het bijwonen van alle lessen door zijn zoon op 4 per kwartaal H. C. Weidenaar te Stompwijk; Wed. D. Francken te Leiderdorp, B. Rootnat te Valkenburg en H. 11. Van der Plas te Wassenaar geheel te ontheffen van de betaling van schoolgeld, een en ander gerekend te zjjn ingegaan den 1 September 1893 en afwijzend te beschikken op het verzoek van J. Kruyt üzn. te Zoeterwoude. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth, van Leiden. N'. SOO. Leiden, 6 November 1893. Ten aanzien van nevensgaand verzoek van het Bestuur van de Muziek- en Tooneelvereeniging Nut en Vermaak, om het lokaal van het voormalig Gymnasium in de Lokhorststraat, bestemd voor het houden van de repetitiën van het Muziekkorps der Schutterij, te mogen gebruiken voor de repetitiën van het Harmonie-gezelschap, hebben wij de eer U mede te deelen dat bij ons College, na inge wonnen advies van den Majoor-Commandant der Schuttery, tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Wjj geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan het Bestuur der Muziek- en Tooneelvereeniging »Nut en Vermaak" alhier tot weder- opzeggens vergunning te verleenen om een lokaal van het gebouw in de Lokhorslstraat te gébruiken voor de repetiën van het Harmonie gezelschap, onder bepaling dat de oefeningen of repetiën niet zullen plaats hebben op avonden dat de Schutterijmuziek het lokaal noodig heeft, dat door het Bestuur worden vergoed alle kosten van vuur, licht, bediening en schoonhouden en van herstelling van eventueele schade aan gebouw, meubilair of instrumenten der Schutterij toege bracht, dat eene vergoeding worde betaald van een gulden per avond en verder onder de voorschriften door ons College gegeven of te geven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden, uitmakende het Bestuur der muziek en tooneelvereeniging Nut en Vermaak, in deze domicilie kiezende ten huize van den Voorzitter, Lammermarkt 49; dat op 4 October 11. zich heeft geconstitueerd een Harmonie-gezel schap, bestaande uit musici en dilettanten om door onderlinge oefening mede te werken ter opluistering der uitvoeringen te geven door de bovengenoemde Vereeniging; dat het Harmonie-gezelschap deel uitmaakt van genoemde Vereeni- N°. 303. Leiden, 11 November 1893. In handen der Commissie van Finaneiën is gesteld eene voordracht van Burg. en Weth., strekkende tot verhooging van Volgnr. 163. der Regrooting over 1893 met een bedrag van f 250, te vinden door afschrijving van den post Onvoorziene Uitgaven. Hoewel onze Com missie het hoogst wenschelijk acht, dat in het vervolg de Raad langs meer regelmatigen weg in de gelegenheid worde gesteld over het toestaan der hier bedoelde uitgaven te oordeelen, geeft zij U in over weging ditmaal overeenkomstig bovengenoemde voordracht te be sluiten. Aan den Gemeenteraad. Be Commissie van Financiën. N*. 304. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29 October4 November 1893. N'. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen 1 October 29 6.8.— 7 16.4 2 30 6.8.— 8 16.4 3 31 6.8.15 7 16.2 4 Nov. 1 6.8.15 8 16.2 5 2 6.8.15 7 16.4 6 3 68.30 8 16.6 7 4 6.8.30 8 16.4 ERRATUM. In het rapport n°. 288 moet in de derde regel v. b. in plaats van Meisjesschool 2de klasse, gelezen worden Meisjesschool 1 ste klasse. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré. 2 2 2 2 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 1