52
Transport
Pare Vaccinogène, brachten ƒ359 op. Het
saldo van het door de Commissie voor
het Pare Vacc. gehouden beheer bedraagt
176.02. (Zie Volgn. 39 der ontvang
sten). De zuivere kosten van deze in
lichting bedroegen 1481.70».
Volgn. 123. Kosten der Latijnsche scholen:
11. Kosten van schoolboeken en school
behoeften
Volgn. 123. III. Vuur en licht in de
scholen
Volgn. 123. IV. Onderhoud der ge
bouwen, meubelen enz
Volgn. 124. Kosten voor de Middel
bare scholen:
I. Jaarwedden der onderwijzers
Volgn. 124. II. Kosten van school
boeken en schoolbehoeften
Volgn. 124. Ill Vuur en licht in de
scholen
Volgn. 124. V. Diverse Uitgaven
Volgn. 126. Kosten van het Lager On
derwijs, Jaarwedden der onderw(jzers|.
Volgn. 128. Toelagen en bijdragen tot
opleiding van onderwijzers
De mindere uitgaaf is in hoofdzaak
ontstaan doordien op de toelagen aan kwee-
kelingen f 1466.37,op de bezoldiging
f 262.50 is bezuinigd.
Volgn. 129. Kosten van het herhalings-
onderwijs
Volgn. 133. Idem van het aanschaffen
en onderhouden van schoolboeken, leer
middelen en schoolbehoeften
Volgn. 135. Idem van het plaatselijk
schooltoezicht
Volgn. 137. Idem van advertentien
Volgn. 138. Kosten van de schoolbi
bliotheken
Volgn. 140. Kosten der bewaarscholen.
Óp de jaarwedden is 860.83, op de
schoolmeubelen ƒ417.72» minder uitge
geven; op schoonhouden, vuur en licht
448.33» meer, de raming schijnt hier
voor te laag te zijn geweest; de besparing
bedraagt 830.22.
Volgn. 144. Terugbetaling van school
gelden
Volgn. 145. Belooning van doctoren,
heelmeesters, vroedmeester, vroedvrouwen
enz
Tengevolge van de vacature in de be
trekking van adjunct-stads-vroedvrouw
sedert 15 Maart 1892, en de
vacature in de betrekking van adjunct-
stads genees- en heelkundige.
Volgn. 147. Kosten van verpleging van
arme krankzinnigen
Deze bedroegen voor het krankzinnigen
gesticht te Rosmalen 3441,54 te 's Her-
togenbosch ƒ225, te Vucht ƒ535, te Ermelo
1547.25, te Delft ƒ8272.96, te Loosduinen
78.75, te Medemblik 2750,25wegens
verpleging in het Caecilia-Gasthuis, aan
huis en wegens transportkosten enz.
353.45*.
Volgn. 153. Begrafeniskosten van be-
hoeftigen
Volgn. 154. Schadeloosstelling aan Arm
besturen en Godshuizen voor het verlies
dat zjj hebben geleden door de opheffing
der armbakkerij als stedelijke inrichting.
Volgn. 156. Renten van de bijzondere
geldleeningen-
Hieronder is begrepen een niet ter in
wisseling aangehouden coupon van ƒ1.75.
Volgn. 158. Pensioen, lijfrenten, wacht
gelden
Volgn. 160. Aflossing van de tijdelijke
geldleening ter voorziening in de behoefte
aan kasgeld
In verband met de mindere opname
van kasgeld tot gelijk bedrag.
Volgn. 161. Kosten der Kamer van
Koophandel en Fabrieken
Het batig saldo der rekening van de
Kamer over 1891 was f 18.47. Dit werd
in mindering gebracht van de uitgaven
over 1892.
Volgn. 162. Kosten vallende op het
houden der lotingen voor de Nationale
Militie en Schutterij
Volgn. 163. Bij voorschot te vertrekken
kosten; Reiskosten aan mililieplichligen
De uitgaven bedroegen 5.75. In ver
band met de ontvangsten op Volg. 35.
Transport -
18358.37
133.44»
121.75
153.72*
131.88
425.79
136.05
41.25
218.—
1656 07
44.80*
334.—»
54.60
89.40
76.44»
830 22
142.—
174.24
1795.79*
42.90
62.73
2.25
59.18
45000.—
18.47
0.72
44.25
70148.34
Transport 70148.34
Volgn. 164. Kosten van justeerloon in
zake den ijk en herijk der maten en ge
wichten 10.
Ter zake is niets uitgegeven.
Volgn. 173. Aankoop van inschrijvingen
het Grootboek der Nationale Werkeljjke
Schuld32400.72
In 1892 zijn geene inschrijvingen aan
gekocht. De daarvoor bestemde sommen
zijn als kasgeld in gebruik gehouden.
Volgn. 175. Kosten van insinuatiën, no-
tarieele akten en andere kleine uitgaven. 145.59*
Volgn. 179. Onvoorziene uitgaven 5422.05
Dit art. was geraamd op 5883. Bjj
Raadsbesluit van 29 Aug. 1892 werden
hierop overgebracht de gelden welke op
den dienst 1891 vóór hel sluiten van de-
rekening over dat jaar niet meer konden
worden betaald, ten bedrage van ƒ29475.75
Van dit bedrag is voldaan ƒ29453.71.
Verder bij Raadsbesluit van 28 Febr. 1893
met ƒ499.63* en bij Raadsbesluit van 4
Mei 1893 met 330.46 verhoogd, bleef
op dezen post een bedrag van 22.04 over
terwijl 5400.01 heeft gestrekt tot het
doen van af- en overschrijvingen.
Totaal 108126.70»
Tegenover deze mindere uitgaaf van108126.705
staat een meerdere uitgaaf van15047.25»
uitmakende een verschil van93079.45
welke som eveneens uitmaakt het verschil tusschen de
geraamde uitgaven ad1022529.035
en de werkelijke uitgaven ad929449.58»
93079.45
Hierdoor komt men tevens tot het bedrag van het batig slot der
geheele rekening.
Wanneer toch minder is uitgegeven dan geraamd was 93079.45
en minder is ontvangen dan geraamd was45530.45
dan moet het verschil, of47549.
uitmakende het verschil tusschen de werkelijke ont'
vangsten adf 976998.58*
en de werkelijke uitgaven ad929449.58*
47549.—
waaruit blijkt dat de rekening goed is opgemaakt.
Ónder overlegging verder van de rekening der Haarlemsche Trek
vaart over 1892, in ontvangst ad 1896.38, in uitgaaf ad f 3680.82,
sluitende alzoo met een nadeelig saldo van 1784.44 (zie Volgn. 169
der rekening), en met het voorstel die goed te keuren, nemen wjj
thans de vrijheid Uwe Vergadering hierbjj het navolgende concept
besluit tot voorloopige vaststelling van de rekening der gemeente
over het jaar 1892 aan te bieden:
De Raad der gemeente Leiden;
Gezien de rekening en verantwoording van de inkomsten en uit
gaven der gemeente over het dienstjaar 1892, door Burg. en Weth.
nevens de hun door den Gemeente-Ontvanger aangeboden rekening
met de daarbij behoorende bescheiden, ingevolge art. 219 der Wet
van 29 Juni 1851, Stbl. n'. 85, op den 25 Juli 1892 overgelegd.
Overwegende dat de rekening van dien tijd af ter Secretarie dezer
gemeente voor een ieder ter lezing nedergelegd en algemeen ver
krijgbaar gesteld is, overeenkomstig het bepaalde bij art. 219 van
genoemde wet.
Gelet op hetrapport der Commissie voor het nazien van de ge
meenterekening; op art. 221 en 222 der genoemde wet en op het
besluit van de Gedeputeerde Staten dd. 10 Augustus 1880 n*. I
(Prov.bl. n®. 48).
Heeft besloten:
1®. de rekening goed te keuren en voorloopig vast te stellen, het
bedrag der ontvangsten ad negenhonderd zes en zeventig duizend
negen honderd acht en negentig gulden acht en vijftig en een
halven centf 976998.58»
het bedrag der uitgaven ad negen honderd negen en
twintig duizend vier honderd negen en veertig gulden
acht en vijftig en een halven cent929449.58'
en mitsdien sluitende met een batig saldo van zeven
en veertig duizend vijf honderd negen en veertig
gulden47549.
2®. het bedrag van hetgeen als oninbaar is afgeschreven, als:
o. Hoofdstuk II afd. III, Volgn. 5 en 6, «Plaatselijke Directe Be
lasting", te bepalen op acht duizend een honderd dertien gulden
twee en veertig cents8113.42
b. Hoofdstuk IV, Volgn. 39, «Andere ontvangsten
niet tot de vorenstaande behoorende", op vijf honderd
veertig gulden twee en negentig cents 540.92
alzoo te zamen acht duizend zes honderd vier en vjjf-
tig gulden vier en dertig eentsf 8654.34
c. het bedrag van hetgeen nog blijft te verhalen, hetwelk in de
eerstvolgende rekening behoort te worden verantwoord, vast te
stellen op de som van een duizend zeven en zestig gulden veertien
cents 1067.14).
Gedaan ter openbare Raadsvergadering van den
Ten slotte hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij ter vast
stelling aan te bieden, een suppletoiren staat van begrooting, dienst