54 DONDERDAG 22 JUNI 1893. het vooruitzicht dat reeds in 1894 roet den bouw van het pharrna- ceutiscli laboratorium een aanvang zal worden gemaakt. En dit is zoo noodig dat men zich werkelijk in het belang van de Universiteit deze opoffering moet getroosten, opdat men later niet kan zeggen dat de houw is afgestuit op den onwil van den Gemeenteraad om daarvoor eene zekere som te geven. De heer Fockëma Andreae, vraagt en verkrijgt voor de derde maal het woord. M. d V.! Naar aanleiding van hel door U gesprokene nog slechts een enkel woord. Laat ons toch niet aanvaarden een gedeelte van de verantwoordelijkheid voor het eventueel niet bouwen van de laboratoria, door te zeggen: wanneer wij de ÏOOÜÖ niet toestaan, dan hebben wjj bet ons zelf te wijten als er van dien bouw niets komt. liet is mij waarlijk niet zoozeer om die 10000 te doen, maar wel om het antecedent. Het staat niet aan ons de kosten te dragen van het hooger onder wijs. Wanneer hel pharinaceutisch laboratorium zoo dringend noodig is, als hier van verschillende zijden is verklaard, betwijfel ik toch ernstig of de Minister bet op zijne verantwoording zal durven nemen den tegenwoordigen toestand te laten bestaan alleen omdat de ge meente Leiden niet een klein gedeelte in de kosten bijdraagt. De Minister zal wel gevoelen dat het zijn plicht is te zorgen voor het hooger onderwijs en zich stellig bij de zeer hooge kosten van de nieuwe laboratoria niet laten kennen aan deze paar duizend gulden. De heer Zaalberg. M. d. V.! Burg en Weill, verklaren dat zjj na een ingesteld onderzoek geen terrein hebben kunnen vinden dat voor den bouw der laboratoria kon dienen. Maar had men den Minister niet kunnen wijzen op hel Raamland? Dat behoort aan de gemeente en heeft, zooals wordt verlangd, een regelmatigen bijna vierkanten vorm. Ik geloof dat dit terreiu geheel gelijk gesteld kan worden met den grond dien men nu op Vreewijk wil aankoopen, terwjjl van het Raamland toch geen ander gebruik wordt gemaakt, dan dat men het verhuurd als weiland. De Voorzitter. Ik geloof dat Vreewijk veel gunstiger is gelegen dan het Raamland. Het ligt veel dichter bij de stad en bij het gebouw op de kleine Ruïne. Wanneer de studenten van bet eene College naar het andere moeten loopen, maken enkele minuten soms een groot verschil. De heer Zaalberg. In een laboratorium worden toch niet vele colleges gegeven, daar blijft men zoo lang als men het noodig oordeelt; in hoofdzaak komt men daar om te werken, om experimenten te doen. Een verschil van eenige minuten op den afstand maakt daar dus niet zooveel uit. De Voorzitter. Er worden toch ook colleges in gegeven. De heer' De Sturler. Ik kan den heer Zaalberg mededeelen dat het Raamland ampel is besproken, maar Vreewijk ligt veel gunstiger, veel dichter bij de Zoölogische en Physische Kabinetten. De heer Cock. Ik wensch met een enkel woord mijne groote in stemming te beluigen met hetgeen door den heer Fockcma Andreae is gesproken. Hij heeft, dnnkt mij, overtuigend en onwederlegbaar aangetoond dat wij hier den eersten stap zouden zetten op een ver keerden weg en dat wjj, dit voorstel aannemende, eigenlijk zouden bezwijken voor een dreigement, hierop nederkomende, dat anders de bouw dier laboratoria, dringend noodzakelijk voor het hooger onder wijs, achterwege zou blijven en wij daarvoor verantwoordelijk zouden zjjn. Daarvoor is echter de Minister verantwoordelijk, maar niet wij. Wanneer de Minister niet doet datgene, waartoe de wet hem ver plicht is dit niet onze schuld. Ik maak mij dan ook in de verste verte niet ongerust over het niet tot stand komen dier laboratoria. Met den heer Fockema Andreae ben ik het ook eens dat op de groote kosten voor drie laboratoria, van zoodanigen omvang, dat daarvoor bjjna één hectare noodig schijnt te zijn, een sommetje van f 10.000 al heel weinig zal afdoen. Maar wat zullen die f 10.000 voor de gemeente ten gevolge hebben? Dit, dat naderhand niets meer voor de Academie zal worden gedaan of de gemeente moet daarvoor eene bijdrage geven. Wij zullen scheppen een gevaarlijk antecedent En wat moet er van de arme belastingschuldigen worden, wanneer zij, behalve in de groote kosten van lager- en middelbaar onderwijs en van het Gymnasium, nog moeten gaan bijdragen in de kosten van hel zeer dure Universitaire onderwijs? Ik zal daarom uit volle overtuiging tegen deze voordracht stemmen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met 15 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren: Van Reenen, Koetser, Zaalberg, Driessen, Cock, Fockema Andreae, Van Hamel, Verhey van Wijk, Du Rieu, Le Poole, Van Hoeken, Van Lidth de Jeude, Kaiser, De Vries en Verster van Wulverhorst. Voor stemden de heeren: De Goeje, Zaaijer, Drucker, Dekhuyzen, llassclbach, Juta en De Sturler. XV Rekening van de Bank van Leening over 1892. (Zie Ing. St. n°. 148) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. (De heer Cock had b(j de behandeling tijdelijk de Vergadering verlaten.) XVII Verzoek van J. P. Van üaalen, om eene stoep te leggen in de St. Aagtenstraat. (Zie Ing. St. n\ 156.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XVI. Idem als voren van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. (Zie Ing. St. n'. 138.) (De heeren Driessen, Juta, Verhey van Wijk, Le Poole en De Sturler verlaten de Vergadering.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering gesloten. ERRATUM. In het Zittingsverslag van 8 Juni 1893, pag. 45, moet nog worden opgenomen dat de heer Drucker zich van stemming heeft onthouden bij de behandeling van het laatste punt, verzoek van Mr. H. L. Drucker, om eene leiding voor afvoer van hemelwater te doen maken. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 8