48 DONDERDAG 22 JUNI 1893. IX. Idem als voren van II. J. Wanna. (Zie lng. St. n*. 157.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of j hoofdelijke stemming gunstig beschikt. Ue Voorzitter. Er is my verzocht om nu eerst te behandelen punt XIV van de agenda. XIV. Idem betrekkelijk de keuring van vee. vleesch, visch en ooft. (Zie lng, St. n'. 153.) Ue Voorzitter. Ue Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tegen punt I van het Concept-besluit; over punten 11 en III heeft zij geen advies uit te brengen. Ue algemeene beraadslaging over het voorstel wordt geopend. Ue heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik wcnsch slechts eene enkele opmerking te maken. Nu het in de bedoeling ligt om een keurmeester van ooft te be noemen, is het nu ook niet noodzakelijk of wenschclijk in de Veror dening op het keuren van ooft eene bepaling op te nemen, waarin gezegd wordt dat het toezicht op de naleving der Verordening cn het opmaken van proces-verbaal is opgedragen, behalve aan 's rijks ambtenaren en gemeente-politie, ook aan den keurmeester van het ooft Ik zou dit wel in overweging willen geven. Ue Voorzitter. Ik heb tegen hel opnemen van eene dergelijke be paling niets geen bezwaar. Ue algemeene beraadslaging wordt gesloten. De Voorzitter. In behandeling komt nu: de ontwerp-Verordening op de heffing van keurloon van vee en vleesch. Art. 1 wordt goedgekeurd Beraadslaging over art. 2, luidende. Het keurloon van levend vee bedraagt: voor een ter slachting aangegeven rundf 0.20 paard0.20 ezel0.10 vet of gras kalf. 010 nuchter kalf0.05 schaap of lam 0.05 geit0.03" Ue heer Verster va» Wulverhorst. M. d. V.! In art. 11 van de Verordening op de keuring van vee en vleesch wordt gesproken van vee, en daaronder worden ook genoemd: varkens en bokken. Nu mis ik in het tarief van keuring deze beide diersoorten. Bestaat daarvoor eene bepaalde reden of is het welligl eene omissie? In art 2 zullen m i. ook varkens en bokken moeten worden opgenomen en in de artt, 3 en 4 ook bokken. Ue Voorzitter Ik heb er niets geen bezwaar tegen om alsnog in art. 2 op te nemen: varken of speenvarkenƒ0.15 terwijl in art. 3 en 4 »bok" zal worden bijgevoegd voor geil of bokf 0.03 Ue beraadslaging wordt gesloten. Ue artt. 27 worden achtereenvolgens goedgekeurd De geheele Ontw erp-Verordening w ordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Ontwerp-Verordening op de invordering van hel keurloon van vee en vleesch. De art. 1 en 2 en daarna de geheele Ontwerp-Verordening worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Ontwerp-Verordening op de heffing van een loon voor het keuren van visch. De heer Verster van Wulverhorst. M. d. V.l In art. 1 van deze Ver ordening is waarschijnlijk een drukfout ingeslopen. Onder de daarin opgenoemde vischsoorten wordt gesproken van »vliet"; dit moet zijn: vleet". Ue vleet is eene soort van rog, doch grooter dan de gewone. Ik wenschle tevens wel te vragen hoe de keuring b. v. van oesters zal geschieden? Hoe zal men 1000 oesters keuren? Een merk op de ton zal niet baten, omdat die gekeurde ton weder met oesters van slechte kwaliteit kan worden gevuld! Hoe zal ik nu weten of, wan neer ik bjj den vischhandelaar oesters bestel, hy mij gekeurde oesters zal hebben geleverd? Uaarvoor zal m. i. hoegenaamd geen waarborg bestaan. De Voorzitter. Wanneer de oesters niet goed zijn, verraadt de lucht dit wel. Visch kan natuurlijk niet gestempeld worden. Er wordt alleen toegezien dat geen bedorven visch wordt verkocht. Dezer dagen nog konden wij herhaaldelijk lezen dat een partij kreeften uit Parijs aangevoerd, op de markt te Rotterdam, werd afgekeurd en voor de consumtie ongeschikt verklaard. De heer Verster van Wulverhorst. Maar zoo doende wordt de geheele Verordening een wassen neus. Even goed als ik zal bemerken wanneer men mij slechte oesters heeft geleverd, zal ik die ondervinding ook kunnen opdoen bjj vleesch van minder goede kwaliteit. Maar het is juist om te voorkomen, dat voor de consumtie onge schikt vleesch cn visch wordt verkocht of geleverd, dat de veror dening in hel leven is geroepen; kan dit er niet door worden be reikt. dan is zij overbodig. De beraadslaging wordt gesloten. De art. 1 en 2 cn de geheele Ontwerp-Verordening worden achter eenvolgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Onlwerp-Verordening op de invordering van hel loon voor het keuren van visch. Beraadslaging over art. I, luidende: Het keurloon wordt ingevorderd door den keurmeester van den visch. De heer Urucker. M. d. V.! In art. I van de Verordening op de invordering van het keurloon voor vee en vleesch, komt voor, dat de keurmeester maandelijks hel ontvangen keur- en hcrkeurloon bij den Gemeente-Ontvanger moet storten. Deze bepaling komt niet voor bij de invordering voor visch. Is daarvoor eene bepaalde reden Ue Voorzitter. Neen, daarvoor bestaat geen bepaalde reden en die bepaling kan ook aan dit art. worden toegevoegd. Het artikel zal in dien geest gewijzigd worden. Ue beraadslaging wordt gesloten en art. 1 goedgekeurd. Beraadslaging over art. 2, luidende: Ue keurmeester is verplicht aan hen, die zulks verlangen, het tarief tot helling van keurloon te vertoonen." Ue heer De Goeje. M. d. V.! Waarom komt deze bepaling niet voor in de andere ontwerpverordeningen op hel invorderen van keur loon. Waarom moet hier alleen het tarief worden vertoond? Ue heer Verster van Wulverhost. Moet hier ook niet de bepaling worden opgenomen dal de keurmeester eene quilantie geeft van het betaalde keurloon, evenals dit bij vleesch is voorgeschreven Ue heer Fockema Andreae. Ik weel niet wat er is omgegaan in het hoofd van den steller van art. 2 dezer Verordening toen hij daarbjj voorschreef dat de keurmeester het tarief moet vertoonen. wat niet behoeft te geschieden bij het keuren van vee ol vleesch. Maar ik kan mij voorstellen, dat hij daarvoor dc volgende reden heeft gehad. Keuring van visch is eene uitzondering, niemand is verplicht zijn visch te doen keuren, men kan hel doen om zich te vrijwaren tegen eventueele ongeschiktverklaring voor de consumtie. Het tarief voor keuring zal dus niet zoo bekend zijn. Vleesch daarentegen moet altijd gekeurd worden; de slagers zullen dus spoedig genoeg het tarief kennen. De beraadslaging wordt gesloten en art. 2 goedgekeurd. Art. 3 en de geheele Ontwerp-Verordening worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Alsnu wordt in stemming gebracht punt 2 van het voorstel van Burg. en Weth.: •te besluiten dal zullen worden aangesteld een eerste keurmeester voor vee en vleesch op eene jaarwedde van 1400 en 5 pCt. van de opbrengst der keurloonen op vee en vleesch, 9 a 10 tweede keur meesters voor vee en vleesch van welke 7 3 8 op eene jaarwedde van f 60 en 2 op eene jaarwedde van 75, en bovendien gezamenlijk 2 pCt. van de opbrengst der keurloonen voornoemd en een keurmeester voor visch en ooft, op eene jaarwedde van f 500." Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Punt 3: te besluiten dat de keurmeesters worden benoemd cn hunne instrucliën worden vastgesteld door Burg. en Weth. Worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. X. Rapport omtrent de grachtverversching. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zaaijer. M. d. V.! Ik wil in de eerste plaats een woord van hulde brengen aan het Dag. Bestuur voor al de moeite cn al den arbeid, aan dit lijvig rapport besteed, om daaraan tevens te ver binden een woord van dank aan het Bestuur van R(jnland voor zjjne medewerking en vooral aan den Ingenieur van Rijnland, die blijkbaar voor de samenstelling van dit rapport menige belangrijke bijdrage heeft geleverd. Uit het rapport blijkt voldoende dat in deze zaak niet geheel is gehandeld overeenkomstig de bedoeling van den Raad. Immers deze heeft in het vorige jaar eene som van 2000 beschikbaar gesteld ten einde door proefnemingen den invloed na te gaan van spuiingen te Katwijk op den toestand der grachten te Leiden. Die proefne mingen nu hebben zich tot ééne enkele bepaald gedurende een paar dagen, en tevens heeft men gebruik gemaakt van spuiingen te Kat wijk, geheel in hel belang van Rijnland verricht. Ue bedoeling van mijne vraag in de vergadering van 27 October 11. was dan ook niet zoozeer om een uitvoerig rapport te ontvangen zooals wij nu hebben gekregen, maar alleen om bekend te worden met de voorloopige resultaten der plaats gehad hebbende spuiing. Hoewel ik dus niet geheel cn al voldaan ben, ook niet wat betreft den vorm van het rapport, die het kennis nemen van de verschillende feiten en opmerkingen niet zeer gemakkelijk maakt, ben ik toch dankbaar en wel om de volgende redenen. Het is nu gebleken dat een van de hoofdargumenten waarop het Dag. Bestuur zich vroeger beriep om zich te verzetten tegen het nemen van eene proef, of althans daartegen te adviseeren, onjuist is geweest. Men vreesde nl. dat evenals in Den Haag en elders werd waarge nomen, door spuiing eene zeer belangrijke beweging in de modder zoude ontstaan, welke zeker door niemand wenschelijk kan worden geacht. Die vrees nu is gebleken ongegrond te zijn, aangezien men van beweging in de modder zoo goed als niets heeft bespeurd. Verder bleek dat zelfs bij de ongunstige omstandigheden, waaronder de proef werd genomen, de zuiverheid van het water in de grachten bjj spuiing binnen betrekkelijk zeer korten tijd, immers binnen 24 uren, haar maximum bereikt. Uit resultaat is te verrassender omdat, zoo als eveneens is gebleken, slechts J gedeelte van het water, dat te Katwjjk wordt geloosd, onze stad passeert. Niettegenstaande al de ongunstige omstandigheden waaronder de proef werd genomen, niettegenstaande de betrekkelijk ongunstige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 2