43 De onderhandsche verhuring der Gehoorzaal geschiedt tegen het navolgend tarief: Bestaand Voorgesteld tarief. tarief. De groote zaal met foyer, tot 's namiddag 4 uren 25.f 15. Van 's namiddags 5 uren50.30. Den geheelen dag60.36. De groote zaal zonder foyer, tot 's namiddags 4 uren2012. Van 's namiddags 5 uren40.24. Den geheelen dag50.30. De bovenzaal met foyer, tot's namiddags 4 uren 12.7.25 Van 's namiddags 5 uren24.14.50 Den geheelen dag30.18. De bovenzaal zonder foyer, tot 's middags 4 uren5.3. Van 's namiddags 5 uur8.5. Den geheelen dag10.6. De foyer tot 's namiddags 4 uur 10.6. Van 's namiddags 5 uren20.12. Den geheelen dag2b.15. De beide receptiekamers, wanneer deze niet begrepen zijn in cene gelijktijdige verhuring van de groote zaal, tot 's namiddags 4 uren. 4.2.50 Van 's namiddags 5 uren6.50 4. Den geheelen dag8.5. Een van de receptiekamers, wanneer deze niet begrepen is in eene gelijktijdige verhuring van de groote zaal, tot 's namiddags 4 uren. 2.50 1 50 Van 's namiddags 5 uren3.50 2. Den geheelen dag5.3. Tooneel- en gymnastiekverenigingen en muziekgezelschappen, die de groote zaal voor één avond of den geheelen dag hebben gehuurd, kunnen deze mede den avond te voren voor de repetitie gebruiken; alsdan wordt in het eerste geval voor beide avonden het tarief van een geheelen dag toegepast en in het tweede geval voor den repetitie avond slechts het tarief voor het gebruik der zaal tot 's namiddags 4 uren gevorderd, tenzij de groote zaal door anderen reeds mocht zijn gehuurd. Aan muziekgezelschappen, maatschappijen, genootschappen of ver- cenigingen kan door Burg. en Welh. een abonnement verleend worden voor minstens 20 dagen of avonden per jaar; in dat geval wordt de huurprijs met 25 percent verminderd. Bij het gebruik van de groote zaal behoort dat van de stemkamer en de receptiekamers. De receptiekamers worden niet verhuurd voor partijen of diners. Bij verhuring van de bovenzaal of receptiekamers is de ingang aan de Aalmarkt met gebruik van de garderobe en den achtertrap aldaar. Verlichting. De prijs van hel verbruikte gas wordt aan de huurders der lokalen in rekening gebracht volgens den vastgestelden gasprijs. Tot toelichting zij nog medegedeeld dat slechts eene enkele aan vulling in de overige bepalingen betrekkelijk de verhuring der zaal noodig is geacht Dit betreft het tarief voor het gebruik der groote zaal voor eenen repetitieavond, voor de gezelschappen door wie de zaal voor de uilvoering is gehuurd Daarin is thans ook voorzien in het geval dat de zaal voor den geheelen dag is gehuurd terwijl bij het bestaand tarief alleen is vermeld dat de zaal voor één avond is gehuurd. Verder is de zinsnede «De foyer alleen wordt niet verhuurd dan voor het houden van partijen, diners of receptiën" vervallen krachtens Raadsbesluit van 27 October 1892. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 178. Leiden, 3 Juli 1893. van den 23en December 1886 (Gerablad n". 4 van 1887) en van den lien November/l7en December 1890, (Gemblad n°. 1 van 1891) in dier voege aan te vullen dat art. 3 worde gelezen als volgt: "Dienst boden, die bij hunne meesters inwonen worden in deze belasting niet aangeslagen." «Onder dienstboden zijn uitsluitend te verstaan dienstmeiden en knechts.'' Aldus gedaan te Leiden, ter openbare Raadsvergadering van Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N° 173. Leiden, 3 Juli 1893. In de Raadszitting van 14 Juli 1892 werd besloten wederom voor het jagen op waterwild op de Vroonwateren voor het jachtseizoen 1892/93 permission uit te reiken legen betaling van f 12 per stuk. Krachtens besluit van Gedeputeerde Stalen van 20 Juni jl. (Provblad n°. 33 van dit jaar) is bepaald dat de afzonderlijke jachten op water wild voor dit jaar zullen worden geopend op Dinsdag den len Augustus a. s. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging voor dit jaar een gelijk besluit ie nemen en ons College mitsdien te machtigen om voor het jachtseizoen 1893/94 permissiëu voor het jagen naar water wild op de Vroonwateren uil te reiken, legen betaling van 12 per stuk. In 1892 werden 9 permissiën uitgereikt met eene opbrengst van f 108. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 174. Leiden, 29 Juni 1893. Na ingesteld onderzoek hebben wij de eer U mede te deelen dat geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek van het Bestuur der Christelijke Wijkvereeniging Pniël, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven aan adressant tot wederopzeggens verguuning te verleenen: a tot het leggen van twee hardsteenen dorpels voor de beide in gangen perceelen Middelstegracht n°. 60 en 62a de een 40 en de tweede 50 centimeters uit den gevel uitspringende, overeenkomstig aanwijzing van rooimeesters, onder bepaling dat de vrijkomende klinkers het eigendom der gemeente blijven en van wege de gemeente voor rekening van adressant zullen moeten worden weggevoerd b om eene loozing te leggen voor spoelwater en loozing voor fae- caliën ten dienste van de perceelen Middclstegracht n°. 60 en 62a in aansluiting aan het gemeenteliool, onder voorwaarde dat het werk worde verricht volgens aanwijzing en ten genoege van den Gemeente- Architect, de kosten van herstralingen, door de gemeente te verrichten, door adressant worden gedragen en dat eene recognitie worde be taald van f 1.per jaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan EdelAchtb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Het Bestuur der Chr. Wijkvereeniging «Pniël" te Leiden heeft bij dezen de eer een plan over te leggen tol verbouwing van de perceelen Middelstegracht n°. 60 en 62a met beleefd verzoek biertoe de ge- wenschte toestemming te verleenen. Zoo ook wat betreft het leggen van eene loozing voor spoelwater en faecaliën, het plaatsen van een hardsteenen trede voor de beide ingangen, de een 40 en de ander 50 cM. voor de rooilijn uitspringd, alles op de tcckening aangegeven. Met de meeste hoogachting EdelAchtb. HH. het Bestuur voornoemd, Leiden, 20 Juni 1893. Dr. J. H. Gunning JHz., Voorzitter. J. B. Meijnen, Secretaris. Door de Gedeputeerde Staten is bij de behandeling van de bezwaar schriften legen de kohieren der Plaatselijke Directe Belasting dienst 1891 en 1892, ten aanzien van de bezwaarschriften van L. A. H. Hollhuizcn, kinderjuffrouw en B. Honing, huishoudster, beslist dat reclamanten te rangschikken zijn onder de bij hunne meesters in wonende dienstboden, die krachlens het bepaalde bij art. 3 van het heffingsbesluit in de belasting niet worden aangeslagen, en verklaard dat reclamanten ten onrechte zijn aangeslagen in de plaatselijke directe belasting en alzoo bepaald, dat met vernietiging van de aan slagen, zij van het kohier zullen worden afgevoerd. Vermits met de vrijstelling in art 3 van de dienstboden die bij hunne meesters inwonen, niet anders bedoeld is dan de eigenlijk gezegde dienstmeiden en knechts vrij te stellen, is het, onzes inziens, noodzakelijk, met het oog op de bovenaangehaalde beslissingen, in het heffingsbesluit op te nemen wal met de uitdrukking dienstboden be doeld wordt. Geschiedt dit niet dan zoude het gevolg wezen van de meergenoemde beslissingen, dat voortaan niet meer worden aange slagen de huishoudsters, juffrouwen van gezelschap, de winkel juffrouwen en anderen, ook zoover ze een inkomen hebben van meer dan f 401). Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot de boven bedoelde aanvulling van het besluit over te gaan, door vaststelling van het navolgend concept besluit; De Raad der gemeente Leiden, Heeft besloten Het Raadsbesluit van den 22 October 1877, regelende de heffing van eene plaatselijke directe belasting te Leiden (Gemblad n°. 4 van 1878) gewijzigd bij Raadsbesluiten van den 16 December 1878 (Gemblad n°. 1 van 1879), van den 6en October 1881 (Gerablad nu. 5 van 1882), N*. 196. Leiden, 5 Juli 1893. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zjj de hiernevensgaande supplctoire staten van begrooting en stalen van af- en overschrijving, dienst 1892, van het R. C. Wees-en Oudenlieden- huis, het R. C. Armbestuur en het H. Geest- oi Arme Wees en Kinder huis heeft onderzocht. Vermits dat onderzoek tot geene bedenkingen aanleiding heeft gegeven, stelt zjj U voor die staten goed Ie keuren. Aan den Gemeenteraad, De Commissie van Financiën. N°. 176. Leiden, 5 Juli 1893. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij geene bedenkingen beeft tegen de in hare handen gestelde rekening van de Stedelijke Werkim ichting, dienst 1892. Zij stelt U derhalve voor die rekening goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf ad f 16885.45', alzoo sluitende quitte. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N*. 177. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 25 Juni—1 Juli 1893. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen 1 Juni. 25 8.30—9.45 7 16.6 2 26 8.30—9.45 8 16.6 3 27 8.30—9.30 7 16.4 4 28 8.30—9.30 8 16.2 5 29 8 30—9.30 7 16.2 6 30 8.30—9.45 8 16.0 7 Juli. 1 8.30—9.45 8 16.4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 3