40
Art. 2. Het keurloon van levend vee bedraagt.'
voor een ter slachting aangegeven rundf 0.20
paard0.20
ezel0.10
vet of gras kalf0.10
nuchter kalf0.05
schaap of lam0.05
geit0.03
Art. 3. Het keurloon van in de gemeente geslacht vee bedraagt:
voor een rundf 0.20
3 paard0.20
3 varken of speenvarken *0.15
3 3 ezel0.10
3 3 vet of gras kalf0.10
3 3 nuchter kalf0.05
3 schaap of lam0.05
Art. 4. Het keurloon van in de gemeente ingevoerd versch vleesch
bedraagt
0.20
0.20
0.15
0.10
0.10
voor een of twee halve dieren:
een rund
3 paard
3 varken of speenvarken
3 ezel
vet of gras kalf.
3 nuchter kalf0.05
schaap of lam 0.05
3 geit0.03
voor vleesch, dat niet aan halve dieren wordt ingevoerd:
voor rundvleesch, of vleesch van vette en gras kalveren, per
K.Gf 0 0°'
voor alle andere vleesch per K.G0.00"
wordende voor eene hoeveelheid ter keuring aangegeven versch
vleesch minstens 1 cent keurloon geheven.
Art. 5. Het keurloon van in de gemeente ingevoerd toebereid
vleesch bedraagt:
voor eene zijde toebereid spek, of een gedeelte daarvan f 0.03
3 gerookt rundvleesch per K.G0.00s
3 3 paardenvleesch 0.00s
wordende voor eene hoeveelheid ter keuring aangegeven gerookt
vleesch minstens 1 cent keurloon geheven.
Art. 6. Het herkeurloon bedraagt het vijftienvoud van het keur
loon met een minimum van f 0.50.
Het herkeurloon van vleesch, dat binnen de gemeente is afgehakt,
wordt op dezelfde wijze berekend als van ingevoerd vleesch.
Art. 7. üeze Verordening treedt in werking op den dag waarop
van de verleende Koninklijke goedkeuring afkondiging is geschied.
Ontwerpverordening op de invordering van het keurloon van vee en vleesch.
Art. 1. Het keurloon en het herkeurloon worden ingevorderd
door den eersten keurmeester van vee en vleesch, die het maandelijks
bij den Gemeente-Ontvanger stort.
Art. 2. De betaling van het keurloon geschiedt bfl het aangeven
ter keuring, die van het herkeurloon bij de aanvrage tot herkeuring.
De eerste keurmeester geeft het herkeurloon terug, indien het niet
komt ten laste van dengene, die de herkeuring heeft aangevraagd.
Hjj geeft den belanghebbende een bewjjs, dat het verschuldigde
is betaald.
Van hem, die nalaat het ingevolge de Verordening op de heffing
van keurloon van vee en vleesch verschuldigde te voldoen, wordt het
ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 258 tot
en met 262 der Gemeentewet.
Ontwerp-Verordening op de heffing van een loon voor het keuren van visch.
Art. 1. Het keurloon van visch bedraagt:
Zeevisch.
Van kabeljaauw en leng per stuk.
3 tong25 stuks.
schol
schelvisch
tarbot
griet
heilbot en steur
rog, vliet en knorhanen
wyting
bot
scharren
garnalen
spiering
panharing en bokking
zeepaling
krabben
kreeften
oesters
mosselen
25
25
stuk.
6 stuks.
50
100
mand.
500 stuks,
tal (200 stuks)
25 pond.
4 stuks,
stuk.
1000 stuks,
ton
Riviervisch.
Van zalmper stuk
elft3 stuks
3 finten >10
snoek>25 pond.
baars>25
paling25
3 zeelt25
karperstuk.
brasem >10 pond.
0.0t«
0.01
0.02
0.01*
0.02
0.01
0.01s
0.01s
0.01s
0.02
0.01
0.15
0.01
0.01
0.15
0.02
/o.io
0.01
0.01
0.06
0.10
0.15
0.04
0.01
0.02
Van voren en blei 10 O.Ol
aal25 0.02
houting>50 stuks. 0.02
Gezouten visch.
Van zouten vischper ton. f 0.15
3 ton. 0.10
kibbelington. 0.10
kelen en lippenton. 0.10
ansjoviston. 0.25
anker. 0.10
harington. 0.15
>^- ton. 0.10
».j-> 0.08
0.05
schelvisch en heilbotton. 0.15
Gedroogde en gerookte visch.
Van scholper 5 stuks. /0.01s
scharren, schelvisch en makreelen 25 0.01
bokkingtal (200 stuks) 0.01
paling>10 pond. 0.04
sprotstrootje. 0.02
stokvisch (leng)25 pond. 0.10
(roodschaar, rondvisch,
lommen en tieteling) 25 0.03
gerookte zalmstuk >0.10
finten>10 stuks. 0.01
Art. 2. Deze Verordening treedt in werking op den dag waarop
vau de verleende Koninklijke goedkeuring afkondiging is geschied.
Ontwerpverordening op de invordering van het loon voor het keuren
van visch.
Art. 1. Het keurloon wordt ingevorderd door den Keurmeester
van den visch.
Art. 2. De Keurmeester is verplicht aan hen, die zulks verlangen,
het tarief tot heffing van keurloonen te verloonen.
Art. 3. Van hem, die nalaat de verschuldigde keurloonen te vol
doen, worden zij ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de
artikelen 258 tot en met 262 der Gemeentewet.
N#. 15G. Leiden, den 16 Juni 1893.
Na overleg met de Commissie van Fabricage, hebben wij de eer
Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij ons tegen de inwilliging
van het nader door J. P. Van üaalen ingediend verzoek, om een ge
metselde stoep van klinkers le maken voor het perceel St. Aagtenstraal
ns. 32, ter vervanging van het thans bestrate gedeelte vóór dat perceel,
geen bezwaar bestaat.
Wjj geven U derhalve in overweging de gevraagde vergunning te
verleenen, onder voorwaarde dat de gemetselde stoep gelijk met de
straat worde gelegd, niet meer dan 85 centimeters uit den gevel
uitspringende, terwijl de afkomende klinkers het eigendom der ge
meente blijven en van wege de gemeente voor rekening van adres
sant zullen moeten worden weggevoerd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekende J. P. Van üaalen, geeft met verschuldigden
eerbied te kennen dat hij de vrijheid nèemt nogmaals met het ver
zoek tot UEAchtb. te komen, voor het leggen eener stoep voor zijn
perceel Sl. Aagtenstraat ns. 32.
Tot toelichting dient dat het leggen dezer stoep alleen betreft het
vervangen van het gestrate gedeelte langs den gevel tusschen de
straatgoot p. m. 0.85 cM. breed, door een gemetselde stoep van klinkers,
welke langs den hoek niet boven de straat uitsteekt, dus niet hinderlijk
kan zijn.
Met de meeste hoogachting,
UEd. dw. dienaar,
J. P. Van Daalen.
Ns. 157. Leiden, 17 Juni 1893.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van H. J. Wanna, hebben
wij de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant, C. M. B.
Wanna, de Hoogere Burgerschool voor Jongens in het begin van Mei
heeft verlaten.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld le verleenen voor zijn
zoon vroeger leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over
het laatste kwartaal van den cursus 1892/93.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan het EdelAchtbaar Gemeentebestuur te Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende
Hendricus Jacobus Wanna, muziekonderwijzer te Leiden, wonende op
Hooigracht n°. 52 alhier, dat zijn zoon C. M. B. Wanna, leerling der
4de klasse der Hoogere Burgerschool, wegens verandering van studie
de lessen der genoemde inrichting sedert 6 Meijl. niet meer heeft
kunnen waarnemen, en zulks in het vervolg om genoemde reden niet
meer kan doen.
Adressant wendt zich daarom tot hel EdelAchtbaar Gemeentebestuur
met het bescheiden verzoek, dat hem vrijstelling of teruggave worde
verleend van het laatste kwartaal van den cursus 1892/93.
't Welk doende,
Met verschuldigden eerbied en hoogachting,
UEA. dw. dn.,
Leiden, 15 Juni 1893. H. J. Wanna.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroedbbs Moré.
geit0.03
3 3 ham0.02
9
0.02
0.04
0.00s
elft33 3 0.00s