GEMEENTERAAD ïl\ LEIDEN
37
INGEKOMEN STUKKEN.
N'. 144.
Leiden, 5 Juni 1893.
In de Raadszitting van 5 Mei 1892 werd besloten tot vernieuwing
vau de Turfmarktsbrug overeenkomstig bet overgelegde plan C1, waar
van de kosten waren geraamd op 12400 en waarvoor een subsidie
van f 4200 uit de Provinciale fondsen werd toegezegd, (Zie Ing. St.
n°. 85 en 124 van 1892.) Sedert werd bij besluit der Provinciale
Staten van 19 Juli 1892 aan de gemeente in de kosten vau de
verandering der Turfmarktsbrug eene bijdrage uit de Provinciale
fondsen verleend van f 4200, mits de verandering in dier voege ge
schiedde dat de brug aan den Ouden Singel eene doorvaartwijdte ver
kreeg vau negen meter, met verbreeding naar de zijde van de
Beestenmarkt tot tien meters, en verder met de bepaling: dat, wanneer
bij de uitvoering van het plan C1 met verlengde brug de uitslag der te
houden openbare aanbesteding een minder bedrag dan de daarvoor
geraamde som van 12400 mocht opleveren, de bijdrage der Provincie,
evenals hetgeen ten laste van de gemeente blijft, in evenredigheid
van die mindere aannemingssom, in verhouding tot de raming zal
worden verlaagden omgekeerd wanneer bij het volgen van gezegd
plan de uitslag der te houden openbare aanbesteding een meerder
bedrag dan de geraamde som mocht opleveren, dat meerdere in
dezelfde verhouding door de provincie en de gemeente zal worden
bijgedragen.
Inmiddels is door den Gemeente-Architect een gewijzigd plan op
gemaakt, waaromtrent mede in overleg is getreden met den Hoofd
ingenieur van den Provincialen Waterstaat van Zuid-Holland. Naar
het oordeel van den Gemeente-Architect, welk gevoelen door de
Commissie van Fabricage wordt gedeeld, toch zuilen, wanneer uit
voering wordt gegeven aan het vroeger vastgestelde plan, zich klachten
doen hooren voortspruitende uit de verkeetd gekozen richting, uit
de te geringe breedte van het zijvlak in verband met de lengte der
brug enz. waarvoor de Gemeente-Architect niet aansprakelijk zoude
wenschen te worden gesteld.
Bij het nieuwe plan bestaat de bovenbouw uit eene nieuwe ge
smeed ijzeren draaibrug met ongelijke armen, die naar beide zijden
geopend kan worden en eene doorvaartwijdte aanbiedt van elf meter
waardoor ook voor de scheepvaart een belangrijk voordeel wordt
verkregen.
Bij het opmaken van het plan had de Gemeente-Architect het wen-
scheljjk geacht de as der nieuwe brug 0.50 a 0.60 meter evenwijdig
aan de thans bestaande naar de zyde der Beestenmarkt te verplaatsen
met het oog op den welstand ten opzichte van de Turfmarkt en de
Nieuwe Beestenmarkt, doch aan dit plan kan geen uilvoering worden
gegeven omdat de lloofd-lngenieur van den Provincialen Waterstaat
daarin bezwaar zag voor de invaart der schepen komende van het
Galgewater. Op dien grond komt de as der nieuwe brug op dezelfde
plaats als de bestaande.
Deze heeft slechts eene breedte tusschen de trottoirs van 2.90
meiers, hetgeen geen gelegenheid aanbiedt voor het elkaar passeeren
van twee rytuigen, terwijl de nieuwe brug eene breedte op het zijvlak
bekomt van 3.55 meters. Deze ruimte is zeer gewenscht omdat, aan
gezien de brug langer wordt, het ongerief van een te smalle brug
nog meer in het oog loopt. In het thans opgemaakte plan is de nieuwe
asljjn der brug in dezelfde richting genomen als de bestagpde en
wijkt te dien opzichte af van het vorig plan waarbij de as met de
beslaande as een hoek vormt van niet minder dan 15 graden Een
blik op de situatie zal doen zien dat de asljjn der brug dan schuin
op de richting der bestratingen komt, waardoor men bij eenig on
geval al spoedig met de tegenoverliggende huizen in aanraking zoude
komen. Aangezien men nu den toestand anders kan krijgen mag
men, uil het oogpunt van welstand, die veranderde richting niet behouden.
Het landhoofd aan de Turfmarktszijde zal geheel geamoveerd worden
en dat aan de zjjde van den Ouden Singel ongeveer 1| meter worden
achteruitgebracht, terwijl de remmingswerken mede op de teekening
zijn aangeduid.
De begrooting van den onderbouw bedraagt f 6300, en die voor
den bovenbouw f 12300, alzoo totaal f 18600, gevende een verschil
met het vorige plan geraamd op 12400, van f 6200. Hierbij is de
waarde van de oude brug op f 600 geraamd en gerekend dat deze
het eigendom van den aannemer zal blijven. Mocht de oude brug
voor de gemeente kunnen gebruikt worden ter plaatsing elders, dan
moet de begrooling met f 600 verhoogd worden.
Verder is in het ontwerp gerekend op een geheel nieuwen onder
bouw; het geval zal zich echter kunnen voordoen dat het draaihoofd
onder water in een goeden slaat verkeert; in dat geval worden de
stichtingskosten minder dan de thans geraamde.
Verder zij opgemerkt dat men door een stuk aan de brug te zetten,
altijd slechts een gelapte brug blijft behouden, terwijl men by het
uit elkaar nemen van de brug het wellicht noodig zoude oordeelen
om verschillende onderdeelen te vernieuwen, hetgeen vooraf niet te
voorzien is. Dit geeft natuurlijk aanleiding tot extra rekening
van den aannemer. Vervanging van de bestaande brug door eene
nieuwe van nieuwe afmeting, geschikt voor het verkeer en gelegd in
de ontworpen richting, komt ons daarom alleszins gewenscht voor.
De uitvoering van het plan zal ongeveer 4 maanden vorderen,
terwijl deze zoodanig zal geschieden dat de scheepvaart zoo min
mogeljjk gestremd wordt.
De vraag is gerezen of het Provinciaal Bestuur bereid zal worden
bevonden het toegekend subsidie uit de Provinciale fondsen ad 4200
bij aanneming van het thans opgemaakte plan naar evenredigheid te
verhoogen en alzoo te brengen op f 6300, onder dezelfde bepalingen
als ten vorigen jare zjjn vastgesteld ten aanzien vau den uitslag der
openbare aanbesteding.
Het komt ons voor dat de aanneming van het nieuwe plan niet
alleen in het belang is der gemeente met het oog op de verbetering
van het verkeer over de brug, maar ook ongetwijfeld in het belang
van de scheepvaart aangezien de brug eene doorvaartwijdte verkrjjgt
van elf meter, en alzoo ruim een meter meer dan in het vorige plan
was aangenomen.
Wij achten het alzoo hoogst waarschijnlijk dat het subsidie der
Provincie zal worden verhoogd en geven Uwe Vergadering alzoo in
Overweging:
1°. in beginsel tot de uitvoering van het thans overgelegd plnn te
besluiten en
2'. ons College op te dragen met Gedeputeerde Staten in overleg
te treden, ter bekoming van een verhoogd subsidie uit de Provinciale
fondsen als bovenomschreven
Wordt dienovereenkomstig door Uwe Vergadering besloten, dan
kan onverwijld tot het opmaken van het bestek worden overgegaan,
vermits het hoogst wenschelijk is dat eenigszins spoedig met het werk
een aanvang worde gemaakt, zullende alsdan een nader voorstel
worden ingediend omtrent de beschikbaarstelling van de noodige
gelden en de wijze waarop de uitgaven zullen worden gedekt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N'- 145. Leiden, den 6 Juni 1893.
Tegen het door Burg. en Wreth. ingediend voorstel van 3 Juni jl.
tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting van 1892
tot een bedrag van f 5337.39 voor de verhooging van eenige be-
grootingsposten welke niet toereikend zijn gebleken voor de noodige
uitgaven, bestaat bij de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Zij geeft Uwe Vergadering derhalve in overweging tot de vaststel
ling van den overgelegden staat van af- en overschrijving over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën,
N'. 148.
Leiden, 8 Juni 1893.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van P. J. Van öeresteijn,
hebben wij de eer U mede te deelen dat adressant sedert 1 Juni jl.
de Hoogere Burgerschool voor Jongens niet meer bezoekt.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld te verleenen over het
laatste kwartaal van den cursus 1892/93.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeleekende,
P. J. Van Beresteijn, wonende te 's Hage, dat hij sedert 1 Juni de
lessen aan de H. B. school met 5-jarigen cursus te Leiden niet meer
volgt, waarom hij Uw College verzoekt hem vrijstelling te verleenen
van het schoolgeld gedurende het kwartaal JuniSeptember.
't Welk doende,
s Hage, 2 Juni 1893. p. j. Van Beresteijn,
S*. 147.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
28 Mei3 Juni 1893.
Nc.
Datum.
Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Mei
Juni
28
29
30
31
1
2
3
8.30—9.45
8.30—9.30
8.30—9.45
8.30—9.45
8.30—9.45
8.30—9.45
8,30—9.45
7
8
7
8
7
8
8
16.8
16.6
16.8
16.6
16.4
16.8
16.2
N®. 148. Leiden, 10 Juni 1893.
De Commissie van Financien heeft de eer U te berichten dat zij
geene bedenkingen heeft tegen de in hare handen gestelde rekening
van ontvangsten en uitgaven der Stadsbank van Leening over 1892,
en adviseert U die goed te keuren, in ontvangst ad f 278156.265 en
uitgaaf ad f 268996.28, alzoo sluitende met een saldo van f 9159.98'
hetwelk in de volgende rekening zal behooren te worden verantwoord.
Verder geven wij U in overweging het dividend ad f 456.98' in
de gemeentekas te storten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien.
N°. 149. Leiden, 3 Juni 1893.
Naar aanleiding van art. 3 van het reglement van beheer, hebben
wij de eer U de volgende dubbeltallen voor te dragen van de leden
van ons bestuur buiten den Gemeenteraad, die den lsten Juli a. s.
moeten aftreden, zijnde de heeren Dr. D. De Loos, Dr. J. G. Van
der Sluys en F. De Stoppelaar, welke weder op nieuw benoembaar zijn.
1°. de heeren Dr. D. De Loos en Dr. A. W. Kroon.
2". Dr. J. G. Van der Sluys en J. B. Zuurdeeg.
3#. F. De Stoppelaar en C. Bonger.
Bestuurderen der Stedelijke Werkinrichting.
Aan den Gemeenteraad. L. Driessen, Voorzitter.
H, C. Jota, Secretaris.