DONDERDAG 20 APRIL 1893.
25
IHUbi van Donderdag 20 April 1893,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van een# stads-vroedvrouw. (75)
2®. Idem van een boekhouder aan de Stedelijke Gasfabriek. (77)
3®. Voorslei tot terugbetaling van een gedeelte der ingehouden boeten
wegens te late oplevering van de Spanjaardsbrug. (73)
4°. Verzoek van Dr. H. Van Gelder, om ontslag als leeraar aan het
Gymnasium. (74)
5*. Voorstel betrekkelijk de verhuring aan het Rjjk van het perceel
aan de Nieuwslraat bij de Hooglandsche kerk, ten behoeve van de
ambtenaren van 's rijksbelastingen. (78)
6°* Ontwerpverordeningen op het vervoer en de keuring van vee en
vleesch en den handel in vleesch, op het veil bieden en verkoopen
van visch en op het veil bieden en verkoopen van ooft. (79)
7®. Voorstel betrekkelijk de verbouwing van het schoollokaal in de
Brandewijnsteeg. (292 van 1892)
Tegenwoordig waren 26 leden, als de heeren: Juta, Dekhuyzen,
De Sturler, Le Pooie, Van Reenen, Van der Breggen, Foekema Andreae,
Verhey van Wijk, Van Hamel, Du Rieu, Drucker, Zillesen. Driesseri,
Was, Kaiser, De Goeje, Hassclbach. Zaalberg, De Vries, Koetser,
Tieleman, Cock, Van Hoeken, Verster van Wulverhorst, Zaaijer en
Van Lidth de Jende, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig was met kennisgeving de heer Siegenbeek van Heukelom.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 6
April worden gelezen en goedgekeurd.
(De heeren Le Poole en Van Hamel komen ter Vergadering.)
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1®. Dispositie van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland, dd.
4/8 April jl„ B, N®. 909, (3de afd.) G. S., n®. 38, ten geleide van het
goedgekeurd Raadsbesluit van 23 Maart jl.. tot wijziging van het
Raadsbesluit van 29 Augustus 1892 tot vinding der kosten voor den
bouw der Gehoorzaal.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
2®. Missive van Dr. W. N. Du Rieu, dd. 10 April jl., waarbij worden
aangeboden de bescheiden omtrent de Stedelijke Linnenweverjj, uit
de papieren van wijlen zijnen vader.
De stukken zijn in het Archief geplaatst, zijnde een brief van dank
betuiging geschreven.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoeken van P. P. Speel, E. L. Fruilman, P. L. Alofs, B. J.
Van der Nat, J. M. Vón Gelderen en P. Van Beek, om by eventueele
invoering eener vleeschkeuring tot keurmeester te worden aangesteld.
2°. Verzoek van G Van der Mey, tot het leggen van eene brug over
de sloot langs den Hcerensingel.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3®. Rekening en verantwoording, dienst 1892, van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financien.
4®. Verzoek van W. Van der Reyflen c. s, om vergunning tot het
doen overwulven van een gedeelte sloot langs den Zoeterwoudschen
Singel.
5®. Verzoek van A. Letscli, om afschrijving van schoolgeld voor
twee kinderen, leerlingen van openbare scholen.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
6°. Verslag over 1892 van de Leidsche Duinwaterleiding.
Wordt opgenomen in het Gemeenteverslag.
7®. Verzoek van H. A. J. Krüger, om vrijstelling of terugbetaling
van schoolgeld voor zijn zoon, die de Hoogere Burgerschool voor
jongens niet meer zal bezoeken, over het laatste kwartaal van den
cursus 1892/93.
8°. Adres Jhr. C. H. J. Van Haeften te 's Gravenhage, houdende
verzoek om afschrijving of vermindering plaatselijke directe belasting.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
Verder deelt de voorzitter nog mede:
1®. Dat aan den met 1 Mei a. s. eervol ontslagen machinist aan
de Gasfabriek D. Poelijoe, een pensioen is toegekend van f 415.35
's jaars, berekend naar eene jaarwedde van 702.en een diensttijd
van 35| dienstjaar, in te gaan 1 Mei a. s. en aan den met ingang
van 15 April II eervol ontslagen kantoorbediende aan de Stedelijke
Werkinrichting J. H. Van Us een pensioen van 110.71®, berekend
naar eene jaarwedde van f 312.en een diensttijd van 21 jaren en
3j- maand, ingegaan 15 April 11.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
2®. Circulaire van het Presidium van het Internationales Sainarilen-
Congres te Weenen, 8—10 September 1893.
Wordt in de Leeskamer nedergelegd:
Aan de orde is:
I. Benoeming van eene stads-vroedvrouw.
(Zie Ing. St. n®. 75.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Zaaijer, Driessen en De Vries
verzoeken met mij het stembureau te willen uitmaken?
De uitslag der stemming is dat met algemeene (24) stemmen wordt
benoemd mej. W. Rolloos.
(De heer Hasselbach komt ter Vergadering.)
(De heer Zaalberg had de vergadering tijdelijk verlaten.)
II. Idem van een boekhouder aan de Stedelijke Gasfabriek.
(Zie Ing. St. n°. 77.)
Wordt met 24 stemmen benoemd de heer Joh. G. F. Kriens, 1
briefje was in blanco.
III. Voorstel tot terugbetaling van een gedeelte der ingehouden
boeten wegens te late oplevering van de Spanjaardsbrug.
(Zie Ing. St. n'. 73.)
De heer Van der Breggen M. d. V.! Het komt mij voor dat dit
voorstel door Burg. en Weth. al zeer zuinig is toegelicht.
Hier wordt voorgesteld om den Raad te doen besluiten eene zekere
ingehouden som aan de aannemers terug te geven. Nu dunkt mij
at daarbij allereerst moet worden overwogen welke schade dc ge
meente heelt geleden door de te late oplevering van de brug. Het
is mg met te doen om, tengevolge van het niet nakomen van ver-
p ie itingen door den aannemer, een voordeel voor de gemeente te
behalen Maar aan den anderen kant is het, dunkt mij, noodig en
nuttig dat boeten worden ingehouden voor zoover de schade voorde
gemeente kan berekend worden.
Nu komt het mij voor dat die schade nog al vrij aanzienlijk moet
zijn, want wanneer ik mij goed herinner, is de dienst in dien tijd
ondershands waargenomen en was hjj oneindig veel duurder dan op
dit oogenblik, een pont is langer gehuurd moeten worden, daarbij
zijn, wellicht door de late oplevering, maar in elk geval door het
werken van de aannemers, kosten moeten gemaakt worden voor het
onderzoek van de brug, reparatiën hebben plaats gehad, en dit alles
komt mij voor eene vrij belangrijke som te hebben bedragen. En
nu zou ik niet gaarne aan de aannemers teruggeven meer dan de
boeten bedragen na aftrek van die kosten. Het zou mij daarom
aangenaam zijn indien Burg. en Weth. hun voorstel een weinig meer
wilden toelichten.
De Voorzitter Ik moet erkennen dat ik nu niet alles heb nage-
cylerd. Dat is echter vroeger reeds gedaan en toen zijn wij tot het
resultaat gekomen dat de schade beliep eene som van ƒ468.29, waar-
»anr.W1"L v°orstel'en de aannemers f 400 niet in rekening te brengen.
Heeft de heer Van der Breggen bezwaar om deze zaak thans te be
handelen, dan geef ik in overweging de behandeling uit te stellen
om ons zoodoende ook in de gelegenheid te stellen de cijfers nauw
keurig na te gaan.
De heer Van der Breggen. M. d. V.! Met het voorstel om de zaak
thans niet te behandelen kan ik mij zeer goed vereenigen.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Wanneer de zaak toch op
nieuw wordt onderzocht, dan zou ik nu nog wel even een bezwaar
van anderen aard willen opperen, dat wellicht ook eenigszins de
richting van het onderzoek kan bepalen.
Ik ga verder dan de heer Van der Breggen. Al meermalen heb
ik hier in den Raad gezegd, dat het voor ons niet alleen de vraag
moet zijn ol de gemeente schade heeft geleden, maar wel of er vol
doende redenen zijn voor verontschuldiging. Zijn daartoe geen vol
doende redenen dan wensch ik de gestelde boeten ook te innen,
omdat anders die boeten-bepaling in de bestekken niets beteekent.
ue aannemers moeten er aan wennen dat, schade of geen schade voor
de gemeente, de boeten worden ingehouden, wanneer geen behoor-
werken' worden aangegeven voor de te late oplevering van
En nu komen mij de hier aangevoerde gronden voor verontschul
diging niet voldoende voor.
Dat er in de Zijl eene drukke scheepvaart is, dat wist men van
le voren, dat weet iedereen. Dat daardoor soms de dammen min of
meer konden worden beschadigd kon iedereen ook voorzien. Dat
hel weder niet altijd even gunstig zou zijn was in dat gedeelte van
het jaar evenzeer te voorspellen. Alleen wat betreft de moeielijkheid
om bet gzer te krijgen zou ik geen oordeel willen vellen. Hangt
dit samen met eene werkstaking of met eene stremming van het
verkeer? Mocht dit het geval zijn, dan zou ik mij wellicht met het
voorstel van Burg. en Weth. kunnen vereenigen. Burg. en Weth.
kunnen misschien dit punt ook nog eens nader onderzoeken.
De Voorzitter. Ik stel voor om de zaak aan te houden tot eene
volgende Vergadering.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Gynmasiuni°e'' Van Gelder, °m ontslag als leeraar aan het
(Zie lug. St. n®. 74.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang
van i Juni een eervol ontslag verleend.
V. Voorstel betrekkelijk de verhuring aan het Rijk van het perceel
aan de Nieuwslraat bij de Hooglandsche kerk, ten behoeve van de
ambtenaren van 's Rijks belastingen.
(Zie Ing. St. n®. 78.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VI Ontwerp-Verordeningen op het vervoer en de keuring van vee
en vleesch en den handel in vleesch, op het veil bieden en ver
koopen van visch en op het veil bieden en verkoopen van ooft.
(Zie Ing. St. n®. 79.)
De beraadslaging in het algemeen wordt geopend.
De Voorzitter. Door den heer Zaaijer zijn op deze Verordeningen
enkele amendementen voorgesteld. In de Verordening op de keuring
van vee en vleesch de volgende: