18 gesteund, terwijl adhaesie is betuigd door de Christelijke Jongelings- vereeniging »Dient den Heer", de Christelijke Jongelingsvereeniging op Gereformeerden grondslag »Obadja" en de Christelijke Jongelings vereeniging «Prediker 12: la". Sedert Uwe Vergadering laatstelijk tot behoud van de kermis be sloot, hebben zich, zoover ous bekend is, geene omstandigheden voor gedaan die eene afschaffing van de kermis wenschelijk zouden maken. In ons bovenaangehaald rapport wezen wij er op dat in deze ge meente alwaar de gelegenheden voor eene aangename uitspanning en afleiding voor de minder gegoede klasse niet talrijk zijn, de kermis aan eene werkelijke behoefte voldoet, dut lal van neringdoende inge zetenen, ook door hel bezoek van vele bewoners uit omliggende gemeenten, door de afschaffing belangrijk nadeel zouden ondervinden, en dat ook blijkens de ondervinding bij de politie opgedaan de kermis geene aanleiding geeft tol ernstige ongeregeldheden. Wij blijven nog steeds bij onze overtuiging dat in deze gemeente de kermis eenigermate als een echt volksfeest kan worden aangemerkt en geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in overweging om afwijzend op de onderwerpelijke verzoeken te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edel-Achtbare Heeren Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: het Bestuur der Af- deeling Leiden van hel Christelijk Werklieden-Verbond «Patrimonium"; dat zij bij vernieuwing met aandrang tot U komt met het verzoek, in zake afschaffing der kermis; dat zij met teleurstelling opgemerkt heeft, dat het door haar voor leden jaar ingediend gelijkluidend verzoek bij U, geen door baar ge- wenscht gevolg heeft gehad; dat zij volkomen blijft bij de toen door haar uitgedrukte gedachte, dat de kermis démoraliseerend werkt op het volk en dronkenschap en ontucht na zich sleept; dat zy gevoelt dat het haar roeping is, als Bestuur van eene Ver- eeniging van mannen uit het Volk en burgers van Leiden, ook na mens haar, tegen de bevordering en in de hand werking van dron kenschap en ontucht te getuigen; dat zij gelooft dat ook Gjj, als het geëerbiedigd Bestuur dezer stad, het zedelijk en maatschappelijk belang der inwoners van deze plaats bevorderen wilt en zult; dat zulks zeker bevorderd wordt door de afschaffing der, ook in andere plaatsen afgeschafte, kermis. Reden waarom zij eerbiediglij k, maar met aandrang met het ver zoek tot U komt, om als Bestuur en Regeering dezer stad, de heil- looze. verdriet en zonde met zich voerende kermis voor de gemeente Leiden af te schaffen. 't Welk doende enz., namens het Bestuur der Afd. Leiden Chr. Werk lieden-Verbond «Patrimonium": Loiden, 1 December 1892. H. v. d. Meer, President. i. Crama, Secretaris. Aan den Raad der gemeente Leiden. De Kerkeraad der Ned Herv. gemeente te Leiden; Kennis genomen hebbende van een adres, door de Werklieden- Vereeniging «Patrimonium" bij den Raad der gemeente Leiden inge diend, houdende verzoek tot afschaffing der kermis, betuigt by deze zijne adhaesie aan genoemd adres. De Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente Leiden, den 8 Dec. 1892. te Leiden, J. H. Gunning JHz., h. t. Praeses. F. Oberman, h. t. Scriba. 1*. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd zijn drie strookjes gemeentegrond gelegen aan den Nieuwen Rijn en Uiterstegracht en grenzende aan het perceel n®. 87 Nieuwe Rijn, hoek Uiterstegracht, ter gezamenlijke grootte van 0 36 centiaren 2'. dien grond in eigendom af te staan aan R. Fuik, ten einde te verheelen aan zijn perceel Nieuwe Rijn n°. 87, hoek Uiterstegracht; 3". van R. Fuik in eigendom over te nemen een strookje grond, hoek Nieuwe Rijn en Uiterstegracht, groot 1.065 centiaren, ten einde tot stoep voor het te verbouwen perceel n*. 87 te worden aangelegd, onder bepaling dat alle kosten van overdracht van den sub 2 en 3 bedoelden grond komen voor rekening van R. Fuik voornoemd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Heeft de ondergeteekende R. Fuik de eer ter kennis te brengen, dat hjj het perceel Nieuwe Rijn n#, 87 wenscht te verbouwen. Zooals op bijgaande teekening is aangetoond, heeft hij, om uitvoe ring aan zijn plan te kunnen geven, voor voorsprongen 0.37 M1 ge meentegrond noodig, waar tegenover staat dat de grond voor de ge projecteerde schuine hoek, vrij komt. Beleefd neemt hij de vrijheid UEd. Achtb. te verzoeken hem den benoodigden grond voor gemeld doel te willen afstaan. 't Welk doende, Leiden, 24 Maart 1893. R. Fuik. N®. «8. Resultaten der LICHTSTERKTE. waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 19—25 Maart 1893. N°. I Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. Maart. 19 20 21 22 23 24 25 6.30—8.15 6.30—8.15 6.30—8.— 6.30—8.15 6 30—8.15 6.30—8.— 6.30—8.15 7 8 7 8 7 8 8 16.4 16.6 16.4 16.2 16.6 16.6 16.2 Leiden, 30 Maart 1893. den Kolonel Garnizoens-Komraandant is verzocht dat een ge- de Leiden, 28 Maart 1893. Armenkerk heeft ons medegedeeld dat zij dezer kerk te wijzigen in die van Bethle- te vernemen of er tegen deze wijzi- ons N'. De Commissie van besloten heeft den naam hemskerk en verzocht van ging bij ons College geen bezwaar bestaat. Vermits, naar het ons voorkomt, de beslissing omtrent den naam welke aan een gemeentegebouw zal worden gegeven, aan den Ge meenteraad behoort, hebben wy gemeend op het verzoek van de voornoemde Commissie niet te moeten beslissen en dc vraag by Uwe Vergadering aanhangig te moeten maken. Overigens hebben wy tegen de voorgestelde naamsverandering geenerlei bedenking en geven Uwe Vergadering in overweging goed te keuren dat aan de Armenkerk de naam wordt gegeven van Bethlehemskerk. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. *N®. 6Ï. Leiden, 28 Maart 1893. Door R. Fuik is een plan ingediend voor verbouwing van het per ceel Nieuwe Rijn n®. 87, hoek Uiterstegracht. Tengevolge van dat plan wordt het deurkozijn op den hoek geplaatst, de stoep gewyzigd en daaraan een ronde hoek gemaakt. Blykens de overgelegde teekening zouden van de bestaande stoep drie strookjes gemeentegrond moeten worden ingenomen, gezamenlijk groot 0.36 centiaren, terwijl een gedeelte van hel perceel van adres sant, groot 1.065 centiaren veranderd wordt in stoep en alzoo ge meentegrond moet worden. Tegen de inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek tot afstand van bedoelde strookjes grond beslaat, ook naar het oordeel van de Commissie van Fabricage geen bezwaar, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven; N®. 6*. Door deelte van de stadslimmerwef moge worden bestemd voor een uit breiding van de cantines der kazerne aan de Morschpoort, overeen komstig de hierby overgelegde schetsteekening. l)e cantinelokalen namelijk zyn te klein en hebben geen voldoend licht ten gevolge van de geringe afmetingen der vensters, terwyl tengevolge van de verbouwing van 's Gravenstein verschikkingen in de kazerne noodig zijn, zoodat alsdan gelijklydig de vergrooting van de cantines zoude kunnen worden verricht. Om aan een en ander tegemoet te komen wordt verzocht: vergun ning te verlecnen tot vergrooting der vensters op de teekening aan gewezen, tot het maken van twee deuren naar de zijde van de tim merwerf en het in gebruik geven van een gedeelte der timmerwerf, groot ongeveer 157 centiaren; het behoud van vrij uitzicht over het Galgewater en het stellen van een laag ijzeren hek als afscheiding aan die zijde; het plaatsen van een steenen scheidingsmuur met toegangsdeur, ten gebruike van de gemeente als toegang tot het schuitenhuis. Uit een door de Commissie van Fabricage ingesteld onderzoek is gebleken dat geen bezwaar bestaat aan het verzoek van den Kolonel Garnizoens-Kommandant gunstig gevolg te geven, terwijl het gedeelte grond dat voor eene uitbreiding der cantines wordt aangevraagd niet noodig is voor de gemeente. Thans toch is een strook grond, groot 120 centiaren, langs het water buiten gebruik gesteld door het aanwezig zyn van broeikassen. Deze kunnen zonder bezwaar worden opgeruimd, het terrein be straat en de beschoeiing langs het terrein bij de broeikassen worden vernieuwd. Wij geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in over weging een gedeelte der timmerwerf, groot 157 centiaren, grenzende aan de kazerne aan het Rijk tot wederopzeggens in gebruik te geven, tot het doen vergrooten van de vensters der cantine, tot het doen maken van twee deuren naar de zijde van de timmerwerf en tot bet stellen van een ijzeren hek en een scheidingsmuur met toegangsdeur, overeenkomstig de overgelegde schetsteekening, alles voor rekening van het Rijk, en onder bepaling dat de scheidingsmuur, voorzien van een deur benevens liet yzeren hek de afmetingen moeten bekomen en worden ingericht overeenkomstig aanwyzing van Burg. en Weth. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Ik heb de eer UEdel Achtbaar College beleefd te verzoeken wel Uwe medewerking te willen verleenen, tot het in bruikleen afstaan aan het Rijk van een gedeelte der stadswerf, ten behoeve van de Cantines van het 4de Regiment Infanterie, zooals op bygaande schets teekening is aangegeven, en zulks onder de navolgende voorwaarden in verband met bet vermelde onder punt 1 en 2. 1®. De Cantinelokalen zyn te klein en hebben geen voldoend licht, tengevolge van de geringe afmetingen der vensters. 2®. Tengevolge van de verbouwing van 'sGravestein zyn verschik kingen in de kazerne aan de Morschpoort noodig, zoodat alsdan ge- lyktydig de vergrooting der cantines zou kunnen worden verricht,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 2