8
1'. dat de leiding in de gracht onder water uilkome en de buizen
minstens 15 centimeters wijd en zullen zyn gegoten ijzeren of wel
van gebakken ijzeraarde;
2". dat de werkzaamheden aan den walmuur en in de bestralingen
door de gemeente zullen worden verricht en de kosten daarvan door
adressant zullen worden gedragen, ook voor het geval later herstraling
noodig blijkt;
3'. dat het leggen van de buizen worde verricht overeenkomstig
aanwijzing van den Gemeente-Architect;
4®. dat door adressant eene jaarlijksche recognitie worde betaald
van 1.50 overeenkomstig art. 3 n® 11 van het Tarief.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden.
Aan EdelAchlb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Ferdinand Frederik
Wilhelm Heintz,
dat hij uit het perceel Nieuwe Rijn n°. 12 eene loozing naar de
gracht wenschte aan te leggen, uitsluitend bestemd voor den afvoer
van badwater;
dat hij eerbiedig verzoekt daartoe de toestemming van UEdAchtb.
te mogen ontvangen.
't Welk doende,
Leiden, 7 Februari 1893. F. F. W. Heintz.
N®. SI. Leiden, 17 Februari 1893.
Naar het ons voorkomt bestaan er alleszins termen om gunstig te
beschikken op nevensgaand verzoek van het Bestuur der Praktische
Ambachtsschool dat de gasaanleg in het nieuwe gebouw geschiede
tegen den kostenden prijs, zoowel met het oog op het groot belang
dat de gemeente heeft bij den bloei der Ambachtsschool, als op
grond dat het gasverbruik in de school vrij aanzienlijk is en dus
niet onbelangrijke baten voor de gemeente oplevert. Vermoedelijk
zal eene inwilliging van het verzoek voor de Ambachtsschool eene
besparing van uitgave opleveren lot een bedrag van ruim f 100.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten
dat de gasaanleg in het nieuwe gebouw van de Praktische Am
bachtsschool aan den Haagweg door de Gasfabriek zal geschieden
tegen berekening van den kostenden prijs.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Het Bestuur der vereeniging »de Praktische Ambachtsschool" alhier,
heeft de eer den Raad der gemeente Leiden eerbiedig te kennen te
geven.
Dat het, door de groote uitgaven die eene nieuwe stichting ver
oorzaakt en als aanzienlijk gasverbruiker, de vrijheid neemt zich tot
den Raad te wenden, met verzoek de kosten van den gasaanleg in
het nieuwe gebouw aan den Haagweg te berekenen tegen den kos
tenden prys, zonder winst.
't Welk doende,
Het Bestuur der vereeniging »de Praktische
Leiden, 15 Februari 1893. Ambachtsschool":
P. J. Kaiser, Voorzitter.
G. Van Dkiel, Secretaris.
N®. 33. Leiden, 17 Februari 1893.
Tot ons leedwezen achten wij ons verplicht om afwijzend te ad-
viseeren op het nevensgaand verzoek van het Bestuur van Sempre
Crescendo, om vrijstelling van de betaling van huur voor het gebruik
van de Gehoorzaal, voor het op 28 Februari a. s. te geven Armen-
Concert.
Hoezeer waardeerende de inderdaad loffelijke pogingen van Sempre
Crescendo om krachtig werkzaam te zijn ten einde hulp te verleenen
aan de behoeftigen en tevens een hoog kunstgenot te verstrekken
aan de ingezetenen, meenen wij dat ook voor dit concert niet wel
kan worden afgeweken van den steeds gevolgden regel om voor
liefdadigheids-voorstellingen geen vrijstelling van huur der Gehoorzaal
te verleenen, als liggende het, volgens de beginselen der Armenwet,
niet op den weg van het Gemeentebestuur om, bij wijze van ont
heffing van huur, in deze finantieelen steun te verleenen uit de ge
meentekas.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adres
santen te kennen te geven dat er bezwaar bestaat de gevraagde
vrijstelling van de betaling van zaalhuur te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad der stad Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden,
Jhr. Tj. A. M. A. Humalda van Eysinga en Jhr. A. C. De Graeff,
president en secretaris van het Leidsche Studenten-Muziekgezelschap
•Sempre Crescendo", dat zij op Dinsdag 28 Februari een concert
zullen geven in de Stads-Gehoorzaal ten bate der algemeene armen;
dat zy op grond daarvan beleefd aan den Gemeenteraad verzoeken
hun den huurprijs van die zaal voor dit concert kwijt te willen
schelden.
't Welk doende, hebben wij de eer te zijn:
Leiden, 15 Februari 1893. Tj. Hdhalda v. Eysinga, Praeses.
A. C. D. De Gbaeff, Ab-actis.
N'. 33. Leiden, 17 Februari 1893.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van D. F. H. G. Van
Iterson, geven wjj Uwe Vergadering in overweging aan adressant,
wegens vertrek uit de gemeente met 1 Februari jl. terugbetaling van
schoolgeld te verleenen voor één kind, leerlinge der Meisjesschool
Ie klasse, en een kind, leerling der Jongensschool le klasse, over de
maanden Februari en Maart tot een bedrag ven 15.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen, David Frederik Hendrik Gijsberlus Van
Iterson, oud-Burgemeester, gewoond hebbende te Leiden, Schapensteeg
1 hoek Haarlemmerstraat;
dal hij met 1 Februari jl. de gemeente Leiden heeft verlaten en te
'sGravenhage is gevestigd;
dat hy voor zijne kinderen Frederik Hendrik en Johanna Theodora
Hermina Van Iterson, respectievelijk de scholen bezoekende van den
beer G. Japikse en mejuffrouw M. Jesse, het schoolgeld over het
3e kwartaal 1892/93 ten volle heeft voldaan.
Redenen waarom hij Uw College, op grond van woonplaatsveran
dering beleefdelijk verzoekt hem wel restitutie wegens te veel betaald
schoolgeld te willen verleenen.
'sGravenhage, 14 Februari 1893, 't Welk doende,
Adelheidslraat 17. D. F. H. G. Van Iterson.
N®. 34. Leiden, 20 Februari 1893.
Bij missive van den 31sten Januari 11. heeft de heer L. M. De Laat
de Kanier zijn eervol ontslag verzocht als Commissaris van de ge
meente bij de Leidsche Duinwater-Maatschappij. Uit deze missive
blijkt dal de heer De Kanter een proces legen de Leidsche Duin
water-Maatschappij acht in strijd met de belangen der gemeente ter
wijl de Gemeenteraad met bijna algemeene stemmen tot dat proces
heeft besloten. Reeds hieruit blijkt dat tusschen den Raad en zijnen
Voorzitter een ingrijpend verschil van gevoelen bestaat ten aanzien
van de verhoudingen der gemeente tegenover de Duinwater-Maat
schappij en de daaruit voor de gemeente voortvloeiende rechten. Dit
verschil van gevoelen is op zich zelf reeds een grond om het ver
zoek van den heer De Kanter in te willigen en wij adviseeren U
daarom hiertoe te besluiten cn tot eene benoeraiug van een Com
missaris van de gemeente bij de Leidsche Duinwater-Maatschappij
over te gaan.
De Voorzitter heeft aan deze beslissing geen deel genomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 35. Leiden, 20 Februari 1893.
Met nevensgaand voorstel van Commissarissen der Stedelijke Gas
fabriek kunnen wij ons vereenigen, zoodat wij Uwe Vergadering in
overweging geven aan de weduwe van den heer F. H. Key, in leven
boekhouder van de Stedelijke Gasfabriek, eene gratificatie toe te
kennen van f 500 in eens, te verantwoorden op de rekening der
Gasfabriek over dit jaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekenden hebben de eer U namens Heeren Commissa
rissen ven de Stedelijke Gasfabriek voor te stellen de weduwe van
den heer F. II. Key, in leven boekhouder van de Stedelijke Gasfabriek
eene gratificatie toe te kennen van f 500 iu eens.
Zij vinden vrijheid hiertoe door de overweging, dat de Raad den
vroegeren titularis, wegens erkende verdienste eene personeele toe
lage toekende van f 700 'sjaars, en de te benoemen titularis op het
oude tracteinent zal worden aangesteld, zoodat deze f 700 vrijvallen.
De heer Key heeft de gemeente gedurende bijna 35 jaren getrouw
en ijverig gediend.
Werd hij door bovengenoemde personeele toelage vóór 2 jaren in
de gelegenheid gesteld voor zjjne familie, door levensverzekering te
zorgen, zijn gezondheidstoestand was toen reeds zoo wankelend,
dal hem hiertoe de pas van zelf was afgesneden.
Tot het laatste oogenblik is Key op zijn post gebleven; in Decem
ber 1892 moest hij het opgeven, om op 17 Januari 1893 te sterven.
Namens Commissarissen voornoemd:
Leiden, 15 Februari 1893. De Kanter, Voorzitter.
J. J. Necbdenburg, Secretaris.
N®. 36. Leiden, 20 Februari 1893.
Op de begrooling voor dit jaar werd onder Volgn. 25 Huur van
huizen enz. een bedrag van /1000 in ontvangst gebracht voor de
huur van de huisjes in het Elisabeth-Gasthuis bij de week verhuurd,
terwijl daarvoor vroeger ongeveer 500 werd geraamd.
In de Memorie van Toelichting werd daarbij medegedeeld dat de
huur tot dusverre slechts /0.50 per week bedroeg en, onzes inziens,
kon worden vastgesteld op f 1 's weeks.
Tevens werd op hetzelfde Volgn. voor de twee huisjes in de
Dienderspoort naast Gravenstein een bedrag van 100 in ontvangst
gebracht.
Door de Commissie van Fabricage is thans de huurwaarde getaxeerd,
en wel als volgt:
Elisabeth-Gasthuis: de huizen n®. 1 en 2 elk ƒ0.75 per week; de
huizen n°. 3 tot en met 12 elk ƒ1, n°. 13 0.75, n®. 15a en 156 elk
1, n®. 17 ƒ0.60 en de n®. 18 tot en met 23 elk ƒ0.90, n®. 14 wordt
gebruikt voor de Bewaarschool en n®. 16 voor de inenting.
In de üienderspoort is het onlangs herstelde huis gesehat op 1.25
per week en het tweede huis, thans bewoond door de wed. Den
Nieuwenboer op 1.15.
De laatstbedoelde huizen in de Dienderspoort zyn steeds kosteloos