106 H. G. Van der Ueïde, 4. Leiden, den 3den December 1892. van verlichting en verwarming en het schoonhouden der lokalen, wederlegd te hebben. Wg waardeeren de goede zorgen door de genoemde hoofden bij de behartiging van de belangen der aan hunne zorgen toevertrouwde inrichtingen steeds betoond, maar wij kunnen niet goedkeuren de poging om te rcageeren tegen een pas onlangs met algemecne stem men genomen Raadsbesluit en blijven overtuigd dat met een ernsti- gen wil tot bezuiniging, de door den Raad vastgestelde sommen vol doende zullen blijken te zijn voor reinheid, verwarming, verlichting en goede luchlverversching, zoodat de gezondheidsbelangen der leer lingen niet zullen geschaad worden. Wij moeten U daarom ontraden op de goedkeuring van Volgn. 134 art. 12 der begrooting terug te komen door daarin wijziging te brengen en adviseeren U op het verzoek der 6 schoolhoofden afwij zend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Uit het verslag der zitting van den Gemeenteraad van den 28sten October jl. is ons gebleken, dat voor den post: Kosten van verlich ting en verwarming en het schoonhouden der lokalen (art. 12 der begrooting voor 1893), sommen zijn vastgesteld, verre beneden die, welke door ons zijn voorgesteld en waarvan eene veeljarige onder vinding ons de noodzakelijkheid heelt doen inzien, liet hewustzijn, dat wij bij de behartiging van de belangen der aan onze zorg toe vertrouwde inrichtingen de belangen der geraeente-financien niet uit het oog verloren hebben, geelt ons de vrijheid ons tot Uwe Verga dering te wenden. lie positie, waarin wij door de vaststelling van bedoelde sommen zijn gekomen, is hoogst moeielgk, zoo niet onmogelijk. Terwijl wij toch de overtuiging hebben dat de daarvoor uitgetrokken gelden volstrekt onvoldoende zijn, legt art. 5 der Verordening van den 11 den Wov. 1880 (Gemeenteblad 1881, n°. 5) ons den plicht op «zorg te dragen voor de reinheid der lokalen, voor de verwarming en ver lichting, alsmede voor goede luchtverversching." Met het oog op de gezondheidsbelangen onzer leerlingen meenen wij in onze zorg voor luchtverversching, verwarming, verlichting en reinheid niet te mogen verslappen, integendeel, de vraag rijst menigmaal of men uit een zindelijkheids-oogpunt voor de opvoeding niet meer zou moeten eischen. Wij staan bier dus voor een plicht, dien de vastgestelde begrooting ons verhindert naar behooren te vervullen. Met de meeste bescheidenheid; maar ook met eene vrijmoedigheid, die het besef onzer verantwoordelijkheid ons schenkt, hebben wij de eer Uwe Vergadering te verzoeken bovenbedoelde sommen te ver- hoogen of ons van de ons bij genoemde Verordening opgelegde plichten te ontheffen. M. Jesse, hoofd der openb. Meisjesschool Iste kl., S. WlNKLER, 2de G. Japikse, Jongensschool 1ste kl. N. Bbouwer, op. school der 3de kl. n°. 2. J. Wuïster, 3. N®. 384. Leiden, 9 December io92. Wg hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een suppletoiren slaat van begrooling voor den dienst 1892, strek kende ter voorziening in te korten op sommige artikelen dier be grooling ontstaan, tol een gezamenigk bedrag van 37ti0. Tot toelichting diene het navolgende: hel tekort op Volgn 75, «Onderhoud van hel Raadhuis", is veroorzaakt door hel hooger be drag (ad 50) der aannemingssom van het onderhoud, bjj de begroo ting geraamd op 900 en hg proces-verbaal van openbare aanbeste ding van den 14den December 189i aangenomen door S. Van Leeuwen, voor 950 per jaar. Verder door de transportkosten van het ter herstelling naar Den Haag gezonden schoorsteenstuk van Lievens, ad f 15. Totaal 65; het tekort op Volgn. 94, «Onderhoud van klokkeD, horlogiën enz.", is ontslaan doordien de klok in de vergaderkamer van Burg. en Weth. herstelling behoefde, waarvan de kosten 49 bedragen. Voor buitengewoon onderhoud is op dit artikel niets uitgetrokken; dat op Volgn. 112, «Onderhoud van brandspuiten" is veroorzaakt, doordien de binnenwaarts gelegen vlampijpen in de si oombrandspuit, bljjkens bericht van den Directeur van de Brandweer in zoodanig lekken toestand verkeerden dat dadelijke voorziening noodig was. De kosten van vernieuwing bedragen 882.40; Volgn. 121, «Kosten, voortvloeiende uit hel nemen van maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheidstoestand". Bij Raadsbe sluit van 6 September ji. (zie Ingek. St. n°. 280) is door den Raad een onbepaald crediet verleend voor het nemen van maatregelen in het belang van den openbaren gezondheidstoestand. De gedeeltelijke voorziening in de kosten van inrichting van het tijdelijk cholera- hospitaal en de voor bet desinlëcteeren als anderszins uitbetaald ar- beidsloonen, veroorzaken een tekort op den betrekkelijken post van 2349. Later zal aan Uwe Vergadering voor het meerdere bedrag opnieuw eene verhooging van dit urlikel worden voorgesteld; Volgn. 164, «Kosten voor openbare vermakelijkheden". De uit gaven wegens het bezoek door H.H. M.M. de Koninginnen op 18 Febr. van dit jaar aan deze gemeente gebracht, en de volksconcerten op 19 Juli en 31 Augustus gegeven, veroorzaken een tekort op dit artikel van 414. Bovenstaande tekorten, lot een gezamenlijk bedrag van f 3760 kunnen worden gevonden uit de meerdere ontvangst op de navol gende posten der begrooting: Volgn. 9, «Opbrengst van brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, dok-, boom- en veergelden, ad f 130; Volgn. 18, «Opbrengst van schoolgeld Lager Onderwjjs", ad 490; Volgn. 21, «Belasting op de honden", ad 280; Volgn. 23, «Opbrengst van het vergunningsrecht", ad f 560; Volgn. 41, «Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoo- rende, ad 2300. Totaal f 3760. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de vaststel ling van den overgelegden slaat te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 385. Leiden, 8 December 1892. Ten aanzien van nevensgaand verzoek van E. Kruisinga Dz., hebben wij de eer U mede te deelen dal omtrent het gebruik van grond van den Burg door eigenaars of bewoners van aan den Burg gren zende perceelen een onderzoek is ingesteld, waarvan de uilslag aan leiding zal geven lot de indiening van een voorstel omtrent dat gebruik. Inmiddels wordt door adressant verzocht, dat de boom, staande op den grond van den Burg achter zijne woning üude Rijn n°. 25, moge worden gerooid. Vermits te recht door adressant wordt aangevoerd dat die boom zeer hinderlijk is eri zonder bezwaar kan worden gemist, geven wij Uwe Vergadering in overweging lol de rooiing van bedoelden boom te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan EdelAchlb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. EdelAchtbare lleeren 1 Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende E. Kruisinga Dz., zonder beroep wonende te Leiden, wijk 7 n°. 25, Oude Rijn, dat hij door aankoop eigenaar is geworden van de be huizing aan den Ouden Rijn, wgk 7 n". 27, thans onbewoond; dat door hel slechte onderhoud het hekje achter aan den «Burcht", ter afscheiding van het straatje achter genoemde behuizing geheel is vergaan en het muurtje er onder gedeeltelijk uitgezakt en uit elkaar, zoodat eene geheele vernieuwing is noodzakelijk geworden, alwaar- 0111 hij tot UEd.Achtbaren het beleefd verzoek richt, bewust hekje en onderschoeiing te vernieuwen en zoodanig te plaatsen, dal het geheel in de rooiljjn komt met de hekjes der naastwonenden, de HH. firmauien Th. v. 'l 11 ooi 1 en de ondergeteekende, iets wat de verfraaiing der «Burcht" wel bevorderlijk zal zijn. Tevens richt de ondergeteekende tot UEd.Achtbaren het verzoek, den boom, slaande op bevvusten grond, bij het huis in gebruik, te mogen rooien. Redenen daarvoor heeft suppliant: dat de boom geheel sebeel' is gezakt en gewassen; dal de kruin zich geheel om den schoorsteen slingert, waardoor het goed trekken van die schoorsteen zeer wordt belemmerd; c. dat de onderste takken zoo laag afhangen, dat bet uitzicht op den «burcht" en het licht der binnenkamers zeer wordt verhinderd, en d. dat door de sleenkolenrook van den schoorsteen der fabriek van de firma v. 't Hooit de afslag der bladeren de verf der glasramen en der goten totaal bederft en zwart maakt, en de goten herhaalde malen met de afvallende bladeren vult en dus hel water bederft. Daar de boom volstrekt niet strekt tol versiering van de «Burcht" en geheel builen hel ander geboomte, vlak aan den achtergevel der be huizing slaat, zoo vleit ondergeteekende zich met de hoop, dat ook dit zijn verzoek zal worden toegestaan. Met betuiging van hoogachting: EdelAchtbare Heeren! Leiden, 12 October 1892. UEd. dv. dn., E. Kruisinga Dz. N®. 386. Leiden, 8 December 1892. In de Memorie van Antwoord op het §eclieverslag betrekkelijk de begrooling voor 1893 werd bjj Volgn. 33 Ontvangsten bij de Com missie van Fabricage, medegedeeld dat het voornemen bestond om eene openbare verpachting te houden van de riool- en kolkspeciën te gelijk met die van de faecaliën verzameld door de exploitatie van hel Liernurslelsel, den afval der Beestenmarkt, het baggeren in de gemeente-wateren en het ophalen van de asch en vuilnis. Eene gelijktijdige verpachting van deze artikelen toch is wenschelijk ten einde zoo mogelijk denzelfden pachter daarvoor te bekomen, waar door wellicht een hoogere pachtsom kan worden verkregen. De verpachting van hel baggeren en van de asch en vuilnis loopt af met uil. Augustus 1893, terwgl die van den afval der Beestenmarkt, eindigt met uil. December 1892. De afval van en de levering der benoodigdheden voor de Beesten markt is thans gepacht door Cornelis Dieben alhier voor f 1400 'sjaars tot uit. December a. s. Ten einde nu deze verpachting tegen denzelfden tijd te kunnen uitschrijven als die van het baggeren en het ophalen van asch en vuilnis, is hel in het belang van de gemeente, ook met het oog op de aanschaffing van verschillende benoodigdheden voor de Beestenmarkt het beslaande verpachlingsconlract te continueeren tot uit. Augustus a. s. onder de bestaande voorwaarden. De pachter C. Dieben voornoemd heeft zich daartoe bereid ver klaard, mits de pachtsom dan ook wordegesteld op 800 van 1 Januari lot en met uit. Augustus 1893. Dit bedrag is iets minder dan twee derde gedeelten van het thans betaald wordende bedrag van 1400 voor een vol jaar, omdat de laatste vier maanden van het jaar het meeste voordeel opleveren. Hel aanbod van den pachter komt ons aannemelijk voor, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven den afval van en de levering der benoodigdheden voor de Beestenmarkt onder de bestaande voor waarden te verpachten aan den legenwoordigen pachter Cornelis Dieben van 1 Januari lot en met uil. Augustus 1893 tegen betaling van eeh pachtsom van 800. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 2