DONDERDAG 10 NOVEMBER 1892.
133
den toren te doen herstellen door de kerkelijke gemeente, onder
bepaling dat deze zich verbindt om wanneer het blijkt dat de toren
in eigendom toebehoort aan de kerkelijke gemeente, de gemaakte
kosten te zullen terugbetalen aan de burgerlijke gemeente.
Het voorstel van Burg. en VVeth wordt in stemming gebracht en
aangenomen met algemeene stemmen.
VIII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting 1892, ad
f 70. (Gasleiding in sommige schoollokalen
(Zie Ing. St. u®. 345.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IX. Voorstel betrekkelijk eene verlenging van de tarieven voor de
Bank van Leening.
(Zie Ing. St. n®. 348.)
De Voorzitter. Wij hebben voorgesteld dit voorstel te splitsen,
omdat bij dit gedeelte eenige haast is.
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
X. Idem tot het verleenen van eene toelage aan den Hoofd-Op-
zichter der Gemeentewerken, P. G. Lancet.
(Zie Ing. St. n®. 347.)
De heer Van Hoeken. M. d. V.Ik zal niet bespreken of de voor
gestelde toelage is te hoog of te laag. De reden waarom ik het woord
vraag is, dat het eenige bevreemding bij mij heeft verwekt, dat het
voorstel niet eerst is gesteld in handen van de Commissie voor Fabri
cage. Ik dacht dat dit College in de eerste plaats bevoegd en ge
roepen was om over eene dergelijke zaak rapport uit te brengen.
Dat College heeft toch het meest met den Architect en den Opzichter
te maken. Wellicht is er niet om gedacht, maar dan zou ik wel in
overweging willen geven het voorstel alsnog te stellen in handen van
de Commissie voor Fabricage.
De heer De Sturler. M. d. V.! Ik wil gaarne medegaan deze
zaak heden niet te behandelen, en het voorstel van liet Dag. Bestuur
alsnog te stellen in handen van de Commissie van Fabricage.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
XI. Rekening van Vrouwen-Kraamraoeders over 1891.
(Zie Ing. St. n®. 349.)
XII. Rekening van het Roomsch-Katholiek Wees en Oudeliedenhuid
over 1891.
(Zie Ing. St. n®. 338.)
Deze rekeningen worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De .Voorzitter. De aan de orde gestelde onderwerpen zjjn hier
mede afgehandeld. Verlangt nog iemand het woord?
De heer Drucker. M. d. V..' Het zy mij vergund een enkel woord
te zeggen naar aanleiding van het Ingekomen Stuk n®. 350, dat, zoo
als ik van u vernomen heb, niet afzonderlijk aan de orde zal worden
gesteld. Ik bedoel het stuk betreffende de opgaven van de verzending
van de Zittingsverslagen dezer vergadering, welke in de Leeskamer
ter inzage zijn gelegd. Ik heb behoord tot hen die meermalen dit
punt ter sprake hebben gebracht, en het is mij een genoegen mjjn
dank te kunnen betuigen aan Burg en Weth. voor de groote wel
willendheid waarmede zij ter beschikking van den Raad hebben ge
steld al de opgaven welke noodig z(jn om te kunnen zien waardoor
de verslagen zoolang uitblijven. Aan dien dank verbind ik den wensch,
dat die opgaven in het vervolg weder ter inzage zullen worden neder-
gelegd, omdat ik daarvan een gunstig resultaat verwacht. Met een
enkel woord wil ik dit toelichten.
Voor mij zelf heb ik uit die opgaven een klein overzicht gemaakt
van de redenen der vertraging, waardoor het verslag eener vergade
ring ons in den regel eerst bereikt 1-8, 19 dagen na de vergadering.
In de eerste plaats wensch ik te constateeren, dat de schuld der ver
traging niet ligt bij de bewerkers van het verslag. Wellicht zouden zij
eene enkele maal hel verslag iets vlugger kunnen verzenden, doch
daarover valt over het algemeen niet te klagen.
De eerste oorzaak van de vertraging ligt bij de leden van den Raad
zeiven, maar toch niet in die mate als men uit hel vroeger daar
omtrent besprokene zou kunnen opmaken. Wat toch blykt uit dc
opgaven Dat het meerendeel van de leden, bijna allen, de copie
terugzenden 1 of 2 dagen, een enkele maal 3 dagen, nadat zjj het
verslag van het door hen gesprokene hebben ontvangen.
Maar in de meeste gevallen is er één lid, soms zjjn het twee
leden, wiens verslag of wier verslagen eerst bij den uitgever terug
komen 5, 6 of 7 dagen, soms zelfs 10 dagen, nadat zij het verslag
hebben ontvangen. Dat zijn altijd, zooals ik zeide. zeer enkele leden
en op die enkele leden wacht het afdrukken van het verslag.
Wanneer nu de leden van den Raad overtuigd zijn van de wen-
schelijkheid dat het verslag onzer vergaderingen spoedig uitkome, dan
geloof ik wel degelijk dat er tegenover die enkele leden maatregelen
moeten genomen worden, oin ze door een zekeren dwang er toe te
brengen hunne aanteekeningen spoediger terug te bezorgen.
Dit is intusschen niet de eenige noch zelfs de voornaamste reden
van de vertraging Nu komt de zaak in een nieuw stadium. De copie
van het gesprokene komt terug by den uitgever, en terwijl deze het
moet behandelen als eene zaak van de uiterste urgentie, beschouwt
hy het drukken daarvan blijkbaar als een soort werk, dat hij onder
handen neemt wanneer hij er tijd en lust voor heeft. Wanneer toch
de massa van de copie terug is en alleen nog gewacht wordt op die
enkele leden welke laat inzenden, dan kan toch zou men zeggen
alles gezet en gereed worden gemaakt, natuurlijk op die enkele laat
komende gedeelten na. Komen die in, dan is hel een werk van weinig
beteekenis om de coinpleete drukproef gereed te maken en naar het
Stadhuis te zenden. Doch dagen verloopen nog ua het terugkeeren
der laatste aanteekeningen volgens de opgaven ons door den uit
gever zelf overgelegd voordat hij de drukproef naar het Stadhuis
verzendt.
Laat ik dit met een paar sprekende voorbeelden uit de maand Mei
ophelderen.
Van de zitting van 5 Mei is de massa van het verslag bij den uit
gever teruggekomen II en 12 Mei, van twee leden kwam het terug
16 Mei, dat zijn die leden, die altijd wal lang doen wachten. Den
I2den Mei had de uitgever dus de meeste copie, den löden de laatste
copie in handen en eerst den 25slen werd de drukproef naar het
Stadhuis gezonden.
Het volgende verslag loopt over de zitting van 25 Mei, eene ver
gadering waarin bijna niets is gesproken De leden die gesproken
hebben, zonden hunne copie terug 30 en 31 Mei. En niet minder
dan 10 dagen verliepen daarop, vóórdat de drukproef op het Stadhuis
kwam. Ik geloof dat deze feilen mijne conclusie wettigen, dat de
uitgever de zaak niet beschouwt als van dringenden aard, als iets
waarbij haast is.
Eindelijk ontstaat er eene nieuwe oorzaak van de vertraging, want
dan komt de drukproef op hel Stadhuis.
Tot mijn leedwezen heb ik gezien dat men ook op het stadhuis
dc zaak niet beschouwt als van urgenten aard, men neemt er hier
ook den lijd voor. want de drukproeven blijven hier 2, 3, een enkele
maal 4 dagen. Nu kunnen daarvoor in enkele gevallen speciale
redenen zijn, maar over het algemeen lijkt inij dit toch te lang.
Ik meen dal wanneer men van alle zijden de zaak wil bespoedigen,
wij nu uil de statistiek het bewijs kunnen putten, dat bespoediging
zeer goed mogelijk is.
Ten slotte moet ik nog doen opmerken dat de dagen door den
uitgever opgegeven als waarop het verslag is verzonden, steeds 1 dag
verschillen inet de dagen waarop ik de verslagen ontving. Ik kryg
ze altijd 1 dag later dan de uitgever ze verzendl, zoodat de reis van
hel huis van den uitgever naar mijn huis steeds 1 dag kost, hoewel
toch geographisch de afstand niet zoo heel ver is.
Het is mijn indruk, uit de cijfers verkregen, dat wanneer door
allen werd ingezien dat er haast is bij het uitkomen van het ver
slag, dit uitkomen wel degelijk kan bespoedigd worden.
(Applaus)
De Voorzitter. Ik sluit thans de openbare Vergadering en ver
ander die op verzoek van den heer Juta, in eene met gesloten
deuren.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Mure