93
werken voorzien zijn en dus werkelijk nut opleveren voor de ge
meente Leiden, wat niet het geval is met den toren der Pieterskerk.
Het voorstel van de Commissie van Financiën wordt voldoende
ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging uit.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van de Commissie van Financiën wordt in stemming
gebracht en aangenomen met 11 tegen 10 stemmen.
Voor stemden de heeren: Zaaijer, Drucker, Was, Verster van Wul-
verhorst, De Goeje, Kaiser, Driessen, Koetser, Fockema Andreae, Van
Lidt de Jeude en Verhey van Wijk.
Tegen stemden de heeren: Du Rieu, Dekhuyzen, De Sturler, Juta,
Van Hoeken, Tieleman, Siegenbeek van Heukelom, Van Reenen, Has-
selbach en Le Poole.
XI. Voorstel om voor rekening van de gemeente op enkele plaatsen
der gemeente duinwaterbuizen te doen leggen voor de aansluiting
van eenige poorten en tot het verleenen van een crediet voor
maatregelen te nemen in het belang van de openbare gezondheid.
(Zie Ing. St. n°. 280.)
De Voorzitter. Omtrent dit punt kan ik nog het volgende mede-
deelen. Wij zijn begonnen de verschillende poorten te doen opnemen
en toen is het gebleken dat het zoo'n beroerde boel was, men houde
mij dit woord ten goede, dat het een wanhopend werk was op die
wijze voort te gaan. Wij hebben dus alvast, anticipeerende op de
machtiging welke wij meenden wel van den Raad te zullen krijgen,
aan de Duinwater-Maatschappij opgedragen overal hoofdbuizen te
leggen en voort te gaan met het aanbrengen van kranen. Wjj ver
zoeken thans daarop de goedkeuring van den Raad en machtiging
om met die maatregelen voort te gaan. De tjjden zijn ernstig en
wij moeten zorgen dat de menschen voorzien worden van goed, ge
zond drinkwater. Wij hebben het water uit de putten scheikundig
doen onderzoeken, en uitgezonderd een paar poorten waar duinwater
is, werd het water in alle poorten execrable slecht bevonden. De
meeste eigenaars van poorten zien op tegen de kosten van aanleg
der duinwaterbuizen; zij willen wel water geven, maar de aanleg is
hun te duur. Daarom hebben wij gemeend die kosten van aanleg
voor rekening van de gemeente te mogen nemen, en verzoeken verder
in het algemeen een crediet tot het nemen van allerlei maatregelen
in het belang der openbare gezondheid.
De heer Du Rieu. M. d V.! Slechts een paar vragen;
1°. Hoe groot is het aantal poorten dat van duinwater moet worden
voorzien
2'. Zijn de bewoners van die poorten geholpen wanneer één pijp
wordt gelegd, zoodat voor rekening van de huisbazen alle bewoners
goed drinkwater kunnen krijgen?
3®. Hoe is de toestand bij de «vierentwintig huizen" achter de
Langegracht, want ik herinner mij, dat bij de laatste epidemie, toen
de cholera zoo gewoed beeft, van die huizen als brandpunt de be
smetting is uitgegaan?
De Voorzitter. Het aantal poorten is 113, waarvan 13 nu reeds
van duinwater zijn voorzien. Een pijp is voldoende voor alle be
woners van een poort. De 24 huisjes zullen worden afgebroken en
door nieuwe vervangen, dit wacht alleen nog op onze goedkeuring.
De beer Du Rieu. M. d. V.! Ik dank u voor de gegeven inlich
tingen.
De heer Siegenbeek van Heukelom. M. d. V.! Ik juich de door u
reeds genomen maatregelen zeer toe, het verheugt mij dat de bewoners
der poorten nu ook goed drinkwater zullen krijgen. Gaarne zou ik
echter van u vernemen welke de andere maatregelen zjjn die met
het oog op eene mogelijke epidemie genomen zijn of zullen genomen
worden Het Dag. Bestuur zal in deze toch zeker wel worden bij-
geslaan door eene Commissie van deskundigen.
De Voorzitter. Er is eene Commissie van deskundigen welke ons
de noodige inlichtingen geeft. De lokalen van de vroegere Ambachts
school zijn geheel in orde gemaakt voor het opnemen van evenlueele
lijders; medicijnen worden aangeschaft en overigens doen wjj alles
wat er noodig is. Wij stellen onderzoek in naar de reinheid en zin
delijkheid van de poorten en sloppen, en waar het het meest noodig
is, zorgen wij voor het schoonmaken daarvan. Wij doen in één woord
alles wat men gewoon is bij dergelijke gelegenheden te doen.
De heer Siegenbeek van Heukelom. M. d. V.l Er is een corps van
gemeente-ambtenaren dat toch zeker in deze aangelegenheden door
Burg. en Weth. zal geraadpleegd worden; ik bedoel de stadsgenees-
heeren. Deze zullen bij een uitbreken van de epidemie, die in den regel
onder de lagere klassen het hevigst woedt, een bij uitstek zware
taak hebben. En daarom acht ik het zeer wenschelijk dat zjj ook
geconsulteerd worden bij de te nemen maatregelen.
De Voorzitter. Wij wenschen dit liever over te laten aan de
commissie, de vroegere cholera-commissie; ik geloof dat het het best
is deze te laten werken zooals zij noodig oordeelt.
De heer Siegenbeek van Heukelom M. d. V.! Ik wil enkel nog
eens uitspreken dat ik het ten hoogste zoude betreuren als de stads-
geneesheeren die bij eene epidemie een zeer zware taak zullen hebben,
van te voren niet geraadpleegd worden over de te nemen voorzorgs
maatregelen.
De Voorzitter. Zeker, ik ben dit met u eens; maar deze quaestie
wordt ter beslissing overgelaten aan de cholera-commissie, welke ons
in deze als deskundige bijstaat.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik zou ook nog gaarne eene
enkele inlichting wenschen. Ik heb nl. niet goed begrepen wat dit
eigenlijk voor eene commissie is waarvan u spreekt. Is dit eene
commissie door het Dag. Bestuur uitgenoodigd om zich te constitueeren
of te reconstitueeren, of is het eene commissie van personen welke
zich zeiven hebben aangeboden. Welke personen hebben in die com
missie zitting Ik onderstel dat daarin zeker zitting zullen hebben
Prof. Mac Giilavry de hygiënist en de stads-geneesheeren.
De Voorzitter. Het is de oude cholera-commissie van 1884, welke
zich weder heeft aangeboden om het Dag. Bestuur bij te staan. Leden
daarvan zijn Prof. Roscnstein, Dr. Weebers, Dr. Zaalberg, de heer
Longepée en ür. Mjkamp; de laatste fungeert als secretaris.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik hoor met genoegen dat
in die Commissie ten minste een stads-geneesheer zitting heeft. Maar
is het niet eenigszins zonderling dat nu het raadplegen van de stads-
geneesheeren zal worden overgelaten aan eene commissie die geen
officieel karakter heeft, en dat het Dag. Bestuur, hetwelk toch voor
de openbare gezondheid te waken heeft, niet raadpleegt én inet de
stads-geneesheeren én Prof. Mac Giilavry die de hygiënist bjj uit
nemendheid in deze stad is.
De Voorzitter. De Commissie raadpleegt met het Dag. Bestuur.
Ik geloof dat het beter is het raadplegen van anderen over te laten
aan het inzicht van die deskundigen.
De heer De Sturler. Ik kan den leden nog mededeelen dat het
Dag. Bestuur, althans de drie Wethouders, nog geen gecombineerde
vergadering met de cholera-commissie heeft gehouden. Ik hoop dat
dit spoedig zal kunnen gebeuren en dat het Dag. Bestuur alsdan in
staat zal worden gesteld de door die commissie voor te stellen maat
regelen te beoordeelen, waarbij dan zeer zeker van onze zijde zal worden
verzocht, ook de stads-geneesheeren en de gezondheidscommissie in
de commissie op te nemen. Het is toch zeer juist door den heer
Van Heukelom opgemerkt, dat bij eene epidemie veel op de stads-doctoren
zal neerkomen, en het is daarom ook alleszins noodig en billjjk dat die
heeren niet alleen bekend zijn, maar ook medewerken tot het vast
stellen van alle maatregelen welke zullen genomen moeten worden.
Tot nog toe heeft de samenwerking tusschen het Dag. Bestuur en de
cholera-commissie zich bepaald (bjj afwezigheid van den Burgemeester,)
tot voorloopige besprekingen met den heer Longepée, (als afgevaardigde
van de cholera-commissie) met ons College over enkele maatregelen die
dadelijk moesten genomen worden om niet geheel onvoorbereid te z|jn,
eene ofScieele vergadering is echter, zooals ik reeds zeide, nog niet
gehouden.
De heer Dekhuizen. Namens mijne mede Wethouders kan ik de
mededeeling doen dat ook wij het in het belang der gemeente achten
de stads-geneesheeren in deze zaak te raadplegen. Ziehier waarom.
Stel het geval dat de cholera-commissie aan het werk gaat en met
aanvragen van een vrij belangrijk bedrag bij het Dag. Bestuur komt
dat verantwoordelijk is aan den Raad, over zaken waaromtrent het
Dag. Bestuur niet zoo gemakkelijk in eens eene beslissing kan of wil
nemen. In dat geval is het zeer wenschelijk dat er 2 commissien
van deskundigen zjjn ter voorlichting van het Dag. Bestuur omdat
dit zelf ter zake niet deskundig is. De leden van het College van
Burg. en Weth. hebben zitting voor het algemeen beleid en de om
standigheid dat een of meer leden van dat lichaam ter zake min of
meer kundig zijn is een louter toeval Is er strjjd, dan moet die
strijd worden uitgevochten door mannen van het vak, het Dag.
Bestuur staat er dan geheel buiten en kan toepassen het audite
alteram partem.
In elk geval is het onze meening dat ook de stads-geneesheeren
zeer stellig in deze zaak dienen gekend te worden.
De heer Van Lidth de Jeude. M. d. V.! Ik heb met genoegen ge
hoord dat in verschillende poorten buizen zijn gelegd en dat dit in
andere poorten ook zal geschieden. Doch is nu daarmede voldaan
aan de behoeften van alle omwonenden, of zijn daarmede alleen ge
baat de bewoners van de poorten. Toen deze quaestie een vorige
keer ter sprake kwam heb ik aangeraden het maken van standpijpen,
maar u had daartegen toen bezwaar. Wanneer op de nu voorgestelde
wijze voldoend water wordt geleverd aan alle bewoners, kan ik m|j
er bij nederleggen, maar wanneer menschen vlak naast een poort
wonende er toch niet van kunnen profiteeren, dan zou ik nogmaals
het maken van standpijpen aanraden, al zou dit misschien weder geld
kosten. De vorige maal hebt u, M. d. V., gezegd dat men met een
concessionaris te doen had, en dat er tegen het maken van stand
pijpen wel bezwaren zouden bestaan, omdat dat waarschijnlijk invloed
zoude uitoefenen op de aansluiting van de omliggende perceelen. Ik
acht dit bezwaar niet zoo groot, en vooral in dezen tjjd, nu de pu
blieke pompen uit vroeger tijd afgebroken of ongeschikt verklaard z|jn,
beschouw ik het maken van standpijpen, al zou het veel geld kosten,
ais iets zeer noodzakelijks.
De Voorzitter. Ik geloof ook dat het aanbrengen van standpijpen
nuttig zou zijn, maar het meest pressante is dat de poorten worden
geholpen. Het is zeer goed mogeljjk dat men enpassant nu ook
buizen kan leggen voor anderen, maar het denkbeeld van de Duin
watermaatschappij was om voorloopig in elke poort te hebben een
standpijp, dan was er ten minste water waarvan ieder kan genieten.
De Maatschappij moet ook zorgen dat zjj krijgt een contractant; is
een poort het eigendom van één persoon, dan gaat dit gemakkelijk
genoeg, maar zijn er meer eigenaren dan kan dit wel eenige moeie-
Ijjkheid opleveren.
De lieer Van Lioth de Jeude. Ik geloof wel dat de belangen van
de Duinwatermaatschappij in dit opzicht helaas in strijd zjjn met het
belang van het algemeen.
De Voorzitter. Integendeel! De gemeente betaalt den aanleg, en
hoe meer verbruikers de Maatschappij krijgt des te voordeeliger
voor haar.
De heer Van Lidth de Jeude. Maar zooals de zaak nu geregeld
zal worden, zullen alleen die poorten van water worden voorzien,
waarvan de eigenaars zich verbinden, water te nemen. Waar dit niet