92
twee zijden gezien. Dit is bij den verkoop indertijd van het stads-jacht
niet gedaan, zoodat daarvan, behalve iets van den inventaris op de
Lakenhal, geen herinnering meer bestaat.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel met algemeene
stemmen aangenomen.
V. Verzoek van Gebrs. Scblatmann, om twee keldergaten te maken
in de Stadhuispoort.
(Zie Ing. St. n». 275.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
VI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1892,
ad f 273 (Herstelling huisjes Dienderspoort).
(Zie Ing. St. n°. 276 en 282.)
De heer Fockema Andreae. M. d. V.Toen ik eenigen tijd geleden
de eer had in eene vergadering van Burg. en Wetb. te worden toe
gelaten u zelf waart daarbij niet tegenwoordig om voorloopige
besprekingen te voeren met het Dag. Bestuur over ontwerpen betreffende
de keuring van levensmiddelen, is ook ter sprake gekomen doch
zeer oppervlakkig dat ingeval een dergelijk ontwerp tot stand
kwam, men ook zou moeten beschikbaar hebben een keuringslokaal.
Door een der leden van het Dag. Bestuur werd daarop doch ook
zeer voorloopig, de aandacht gevestigd op de huisjes die het hier
geldt. Nu zou ik gaarne van u vernemen of wellicht deze zaak nog
nader in het College van Dag. Bestuur is besproken geworden. Zoo
ja, of die huisjes voor keuringslokaal ongeschikt bleken te zijn; zoo
neen, of het dan niet beter zoude zijn dit punt van de agenda heden
niet te behandelen, maar eene nadere overweging van het Dag.
Bestuur af te wachten. Ik acht het niet wenschelijk door thans die
huisjes in te richten voor woonhuis, te praejudicieeren op de moge
lijkheid dat zjj later voor een ander doel kunnen gebezigd worden.
De heer Jota. Ik zou wel eens van den heer Fockema Andreae
willen vernemen welke eischen hij stelt aan een keuringslokaal wat
aangaat de oppervlakte eii ruimte, want ik vrees dat de hier bedoelde
huisjes aan de eischen van een keuringslokaal volstrekt niet zullen
voldoen, ook niet wat betreft het licht. Zij bevatten maar ééne
kleine kamer benevens een trap die, naar ik meen, nog een gedeelte
van die kamer inneemt, terwjjl boven op zolder nog een klein
kamertje is. Dat is alles.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik kan allerminst beoordeelen
of de huisjes geschikt zijn voor keuringslokaal, want ik ben er nooit
in geweest. Wanneer de heer Juta zegt dat zij voor dat doel geheel
ongeschikt zijn, dan neem ik gaarne met die verklaring genoegen,
want het bljjkt dan daaruit dat de zaak niet over het hoofd is ge
zien. Ik heb dan ook verder geen bezwaar tegen de behandeling
van het voorstel.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel met algemeene
stemmen aangenomen.
VIL Verzoek van L. Van der Holst te Noordwjjkerhout, ter be
koming van grond aan den Haarlemmertrekweg.
(Zie Ing. St. n*. 277 en 283.)
Wordt zonder beraadslaginging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
VIII. Verzoeken van R. De Wilde Rz. c. s. en C. J. Dieben, betrek
kelijk demping en overwulving van een gedeelte der Witie Singelsloot.
(Zie Ing. St. n\ 278.)
De Voorzitter. Adressanten vragen demping, terwijl Burg. en
Weth. voorstellen hun alleen overwulving toe te staan. Ik stel dus
voor een besluit te nemen in dien geest, dat mochten adressanten
later om verlof tot overwulving bjj ons komen, dit dan dadelijk door
Burg. en Weth. kan worden toegestaan.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
IX. Idem van Mej. M. Van Wijk, om ontslag als derde onderwijzeres
aan de school 4e klasse n°. 1.
(Zie Ing. St. n#. 279.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang
van 1 October 1892 een eervol ontslag verleend.
X. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1892.
Herstelling van den toren der Pieterskerk.
(Zie Ing. St. n°. 266 en 284.)
De heer Drucker. M. d. V.! Ik heb alleen het woord gevraagd
om mondeling het voorstel van de Commissie van Financiën in te
dienen, dat schriftelijk door haar in haar advies is gedaan, om nl.
Burg. en Weth. uit te noodigen met de Gemeente-Commissie van het
Nederd. Hervormd Kerkgenootschap alhier in overleg te treden over
de vraag of genoemde Commissie tot betaling eener jaarlijksche
recognitie bereid zou zijn, en inmiddels aan. te houden de behandeling
der voordracht van 13 Augustus jl.
Zooals uit ons advies blijkt zou bedoelde recognitie ongeveer moeten
opwegen, tegen de geraamde kosten van onderhoud per jaar.
De Voorzitter. Ik heb er niets tegen om in overleg te treden
met de Gemeente-Commissie, maar iedereen kan wel begrjjpen dat
dit niet het minste resultaat zal opleveren. Het voorstel om aan de
Commissie 800 benevens den toren te geven is door den Raad
verworpen, en in plaats van geld toe te krijgen zal men de Com
missie nu voorstellen om geld toe te geven. Men behoeft er dus
niet aan te denken dat zij een dergelijk voorstel zal aannemen.
De heer De Stdrler. Gaarne wilde ik M. d. V.aan de Commissie
van Financiën nog een vraag doen, of nl. achter het woord
«recognitie" niet moet staan: voor het luiden der klok. Het zal toch
zeker de bedoeling zijn voor het gebruik van de klok de recognitie
te doen betalen.
De heer Drucker. M. d. V.! Het is inderdaad de bedoeling de
recognitie te doen betalen voor het gebruik van de klok.
De heer Juta. M. d. V.! Zooals zooeven reeds door u is opgemerkt
zal men nu volgens het voorstel der Commissie van Financiën, aan
de Gemeente-Commissie moeten voorstellen geld toe te geven
in plaats vaii geld toe te krijgen. Deze Commissie heeft reeds
een voordeeliger aanbod, waarbij zij den toren geheel in eigendom
verkreeg, geweigerd, en volgens dit voorstel der Financieele
Commissie zal zij niets ontvangen en nog eene jaarlijksche
recognitie te betalen hebben. Waarvoor die recognitie eigenlijk ver
schuldigd zoude zijn bljjkt niet uit het rapport der Commissie van
Financiën, maar zooeven hebben wij het van den heer Drucker ge
hoord nl. voor het luiden van de klok, vermoedelijk bij het aangaan
van de godsdienstoefeningen.
Waar nu de Gemeente Commissie hel meer voordeeligc aanbod
niet heeft aangenomen, acht ik het niet twijfelachtig of zij zal êt plus
forte raison het meer nadeelige aanbod eveneens verwerpen. En
waarom zullen wij dan aan de Gemeente-Commissie eene vraag gaan
doen, waarop wjj het antwoord vooruit kunnen gissen.
Aanneming van het voorstel van de Commissie van Financiën zal
bovendien te weeg brengen. In de eerste plaats uitstel, welk uitstel
al weder geldeljjk verlies aan de gemeente zal kunnen veroorzaken.
De steiger toch die om den toren staat zal, als wij nog langer wachten
met de herstelling, zoo onvertrouwbaar worden, dat zij niet meer
voor het doel bruikbaar zal blijken, zoodat eene nieuwe, of vernieuwde
stijger zal moeten worden gebouwd.
In de tweede plaats zullen wij door uitstel in een ongunstig
jaargetijde geraken, waardoor het wellicht onmogeljjk wordt den toren
voor den winter te doen herstellen.
Het voorstel van de Commissie van Financiën is geheel doelloos,
het is eenvoudig een vragen naar den bekenden weg, omdat wij
vooruit weten welk antwoord er zal volgen, zoodat wij in eene
volgende vergadering even ver zullen zjjn als thans. Beoogt de
Commissie van Financiën een zeker doel, bijv. het afbreken van den
toren, laat zij het dan vooruit zeggen en des noods daaromtrent
een voorstel doen.
Beoogt zij door de kerk eene recognitie te doen betalen voor het
luiden van de klok, laat zij het uitspreken, dan weten wij ten minste
waaraan wjj ons te houden hebben, maar het voorstel zooals het
daar ligt heeft geen zin.
De heer Drucker. M. d. V.! De heer Juta doet het voorkomen
alsof de Commissie van Financiën een raadselachtig, geheimzinnig
voorstel heeft gedaan. Dat heeft allerminst in onze bedoeling gelegen,
wjj meenden dat de zaak doodeenvoudig was. Wij stonden voor de
vraag, of het wenscheljjk was reeds dadelijk eene som van 700 uit
te geven voor herstel van den toren, met het vooruitzicht, volgens
de eigen woorden van den heer Juta in eene vorige Raadsvergadering
dat in de toekomst elk jaar een vrij aanzienljjk bedrag tot onderhoud
zou gevorderd worden. Nu had de Commissie van Financiën niet
veel lust den Raad te adviseeren het voorstel van Burg. en Weth.
aan te nemen; zjj had veel meer lust te adviseeren den toren af te
breken. Tot dit advies zjjn wij echter niet gekomen, omdat wij zoo
mogeljjk de zaak in orde zouden willen brengen tot tevredenheid
van beide partijen. Het geldt hier een object, waaraan de burgerljjke
gemeente niets heeft, waarvoor deze zich dus niet veel kosten wil
getroosten; de kerkelijke gemeente is daarentegen naar onze meening
aan den toren gehecht en zoude waarschijnlijk niet gaarne zien dat
hij werd afgebroken.
Wanneer de toestand inderdaad zoo was als de heer Juta zeide,
dat wij nl. vooruit weten dat ons voorstel door de Gemeente-Commissie
zal worden verworpen, ja, dan zouden wij zeker ons voorstel niet
hebben ingediend. Wij doen nu echter een geheel nieuw voorstel.
Eerst hebben wij aan de kerk den toren in eigendom willen over
doen, met alle risico aan het onderhoud verbonden. Nu zeggen wij
daarentegen; de burgerljjke gemeente zal den toren blijven onder
houden, maar betaalt gjj dan ook als jaarlijksche recognitie eene vaste
som. Het is zeer goed mogelijk dat de Gemeente-Commissie, het
vroegere voorstel verworpen hebbende, bereid zal bevonden worden
ons voorstel aan te nemen.
Wat nu betreft den aard van de recognietie, het is geheel juist
dat wij wenschen eene vergoeding voor het gebruik van de klok
het komt ons niet meer dan billijk voor dat de kerk eene recognitie
betaalt voor het gebruik van een object waarbij zij belang heeft en
waarin zjj belang stelt.
De Voorzitter. Ik wil den leden er nog attent op maken,
dat bij aanneming van het voorstel van de Commissie van Financiën
implicite beslist wordt dat de toren zal worden afgebroken.
De heer Van Hoeken. Ik geloof niet dat het der Commissie van
Financiën ernst kon zijn met een dergelijk voorstel bij de Gemeente-
Commissie te komen. Het is toch, zooals reeds door den heer Juta
is gezegd, geheel onwaarschijnlijk dat zij thans zal aannemen een
nadeelig voorstel, terwijl zij een voordeeliger voorstel heeft verworpen.
Daarbij komt nog iets. Werd dit voorstel van de Commissie van
Financiën aangenomen, dan zou het ook toepasselijk moeten worden
verklaard op alle torens.
De eigenaren van den Hooglandschen kerktoren en van den Lode-
wijkstoren, aan welke torens door de gemeente f 1200 en f 1400 is
besteed om ze op te knappen, zullen dan toch ook, wil men consequent
blijven, eene recognitie moeten gaan betalen. En nu weet ik niet of
men daartoe het recht wel zou hebbenhet recht om zoo maar te
zeggen: gij zult voortaan een last dragen, dien gij tot nu toe nooit
hebt gedragen.
De heer Driessen. Ik wil er even den heer Van Hoeken op attent
maken dat de Hooglandsche kerktoren en de Lodewijkstoren van uur-