54 waardeerende de pogingen door adressanten in het werk gesteld om verbetering in den bestaanden toestand te erlangen, van gemeentewege de door hen voorgestelde maatregelen niet kunnen worden genomen. Wij merken hierbij nog op dat uit hel hoog bedrag van de opbrengst der accjjns op hel gedisieleerd te dezer stede in geenen deele inag worden afgeleid dal het drankverbruik alhier buitengewoon groot zoude wezen, aangezien het alhier veraccijnsd gedisieleerd voor een groot deel verbruikt wordt in andere omliggende gemeenten. Wat het aantal gelegenheden betreft waar sterke drank in het klein wordt verkocht, zij er op gewezen dat het aantal vergunningen sedert de invoering der Drankwet reeds is verminderd van 349 tot 229, alzoo met 120. Ten aanzien van het door den Commissaris van Politie ten slotte opgemerkte omtrent ongeregeldheden hij kermissen verwijzen wij naar ons rapport van 20 Juni 1889 (Ing. St. n°. 127 van dal jaar) inzake de verzoeken tot afschafling der kermis, waarop bij Raadsbesluit van 4 Juli 1 o89 zonder hoofdelyke stemming afwijzend werd beschikt. Wy geven Uwe Vergadering alsnu in overweging aan adressanten te kennen te geven dat er geen aanleiding bestaal om van gemeente wege maatregelen te nemen als door hen bedoeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Ondergeteekcnden, bestuurders der Afdeeling Leiden van de Neder- landsche Vereeuiging tot Afschaffing van den Sterken Drank, voldoende aan een besluit van de leden dier Afdeeling, genomen in hunne Ver gadering van 18 December 1891, hebben de eer zich te wenden tot den Raad der gemeente Leiden met de volgende overwegingen en het daarop gegrond verzoek: Zij gaan uil van de overtuiging, die zij ook bij den Raad onder stellen, dal bet gebruik, en het daaruit voortvloeiend misbruik, van sterke dranken ook in deze gemeente cene oorzaak is van veel ar moede en ellende. Immers, blijkens het verslag der hier gehoudene enquête, is het bedrag der Rijksbelasting op de sterke dranken, hier ter stede geïnd, over het jaar 1889 geklommen lot de som van ƒ547.886; Wel houden zij daarbij in T oog, dat een belangrijk aandeel van den daarvoor in comsumtie gebrachlen sterken drank wordt gebruikt door personen niet in, maar buiten deze gemeente woonachtig; maar zij 'meenen toch als zeker te mogen stellen, dat verre weg het grootste gedeelte daarvan wordt gebruikt door ingezetenen van Leiden; Wel houden zij mede in 't oog, dat insgelijks een aanzienlijk deel dier dranken in koffiehuizen en sociëteiten wordt gebruikt door per sonen, die tot de meer bemiddelde klassen behooren; maar, afgezien van den achteruitgang in welvaart, welke ook in deze standen door veelvuldig gebruik en misbruik van sterken drank wordt ver oorzaakt, meeuen zij als zeker te mogen stellen, dat het grootste deel daarvan wordt gebruikt door personen uit de minder bemiddelde standen; Voegt men nu bij de som, die voor Rijksaccyns wordt betaald, de kosten van dien drank zelf en de winst der verkoopers, dan komt men tol eene verbazende som gelds, die jaarlijks, ook door onbemiddclden, aan dezen drank wordt besteed en kan het niet verwonderen, dat daardoor armoede en ellende bij velen veroorzaakt worden; Maar niet alleen armoede en ellende; ook allerlei wets- en politie- overtredingen zijn van het misbruik van sterken drank het gevolg. Hoeveel gemakkelijker zou de handhaving der openbare orde en zede lijkheid zijn, indien dat misbruik binnen zeer enge grenzen kon worden teruggebracht; Nu is ongetwijfeld dat gebruik in de huisgezinnen niet onbelangrijk, doch verreweg het grootste gedeelte wordt zeer zeker gebruikt in de tapperijen en koffiehuizen met vergunning, daar toch de gelegen heid maar al te zeer genegenheid wekt. Wel erkennen ondergeteekenden, dat het aantal gelegenheden tot gebruik van sterken drank na de invoering der Drankwet belangrijk is aigenomen en hier ter stede van 349 vóór de invoering der wet, door hare invoering dadelijk tot 269 en in 1889 tot 235 is gedaald. Maar toch overschreed dit aantal het maximum door de wet in de toekomst voor deze gemeente vastgesteld, nog met meer dan de helft, daar dit niet grooter is dan 113. Wenschelyk zou het zijn dat het werkelijk aantal vergunningen geleidelijk, maar binnen korte jaren, tot dit maximum werd terug gebracht. Doch de verleiding hangt niet alleen af van het aantal vergunningen; ook van den tijd, gedurende welke de gelegenheden tot drankgebruik voor hel publiek geopend zijn. Wenschelijk ware het, dat althans des morgens de werkman, die naar zijn werk gaat, geeue tapperij geopend kon vinden en des Zondags niet voor 12 uur. Wenschelijk ook, dat geeue tapperij des avonds na elf uur geopend mocht blijven en dat ook op zoogenaamd drukke dagen daaraan de hand wierd gehouden. Bepaald ook in de kermis- week. Wij zien geen enkele reden, waarom tapperijen en koffiehuizen met vergunning, gedurende die dagen hun verieidenden en dikwijls verdervenden invloed ongestoord gedurende een groot deel van den nacht mogen oefenen, terwijl daaraan op andere dagen engere perken worden gesteld. Elke reden, die voor zoodanige beperking op andere dagen beslaat, weegt dubbel in de kermisweek. Op grond van deze overwegingen hebben wij de eer ons tot den Raad der gemeente Leiden te wenden met het volgend drieledig verzoek: 1°. Om het aantal vergunningen door verdere geleidelyke vermin dering zoo spoedig mogelyk te brengen op het maximum bij de wet bepaald 2®. Om den tyd, gedurende welken de tapperijen dagelyks geopend mogen zijn, zooveel mogelijk te beperken 3°. Om zoodanige bepalingen, zooveel mogelijk zonder uitzondering, ook op zoogenaamd drukke dagen en in de kermisweek, te blyven handhaven. Leiden, 14 Maart 1892. 't Welk doende, Uwe gehoorzame dienaren als boven J. Offerhaus Lzn., Voorzitter. S. H. J. De Wolff, Secretaris. N®. 184. Leiden, 4 Juni 1892. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen een staal, vermeldende de nameu van ecnige aangeslagenen in de Plaatselijke Directe Belasting over 1891, die gedurende den loop van dat jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zijn, met voorstel om aan die personen gedeeltelijke afschrijving of restitutie te verleenen tol een bedrag als in de lie kolom van dien staat is aangewezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 185. Leiden, 2 Juni 1892. Wij hebben de eer U mede te deelen dat enkele artikelen der bcgiooting voor 1891 niet voldoende zijn voor de bestrijding van de daarop noodig gebleken uitgaven tot een gezamenlijk bedrag van f 10220.15, waarin kan worden voorzien door afschrijving van andere artikelen dier begrooting. waarop de noodige gelden beschikbaar zijn. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot de vast stelling over te gaan van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1891. Daarbij wordt afgeschreven van: Volgn. 59. Jaarwedden vau de Wethouders f 93.04 Volgn. 64. Jaarwedden van den concierge en van de boden8833 Volgu. 72. Schrijf- en bureaubehoeften145.07* Volgn. 75. Kosten voor net onderhouden en schoon houden van het gebouw of vertrek, bestemd voor de vergaderingen van den Raad en van Burg en Weth., mitsgaders voor de Secretarie dier gemeente 163.12' Volgn. 78. Kosten van het aanleggen en bijhouden der registers van den Burgerlijken Stand127 51 Volgn. 92. Ouderhoud van pompen en riolen 295.49' Volgn. 98. Reiniging van riolen, stelsel Liernur 308.43' Volgn. 100. Dag- en weekgelden der werklieden en bedienden in dienst der gemeente, mitsgaders verdere kosten der Fabricage880.58 Volgn. 101. Grondlasten en personeele lasten wegens huizen en landerijen, alsmede patentrechten van schuiten 91.23 Volgn 108. Belooningen van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mitsgaders van de veldwachters708.77 Volgn. 114. Kosten der Schutterij742.51 Volgn. 115. Verdere uitgaven in zake de politie 86.96 Volgn. 121. Kosten, voorvloeiende uit het nemen van maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheids toestand 381.55 Volgn. 122. Kosten voor het Gymnasium (I Jaarwedden van de onderwijzers)150.83 Volgn. 122. Idem (II Kosten van schoolboeken en school- behoeften)284.29 Volgn. 122. Idem (III Vuur en licht in de scholen) 108.60 Volgn. 123. Kosten voor de Middelbare scholen (II Kosten voor schoolboeken en schoolbehoeflen)274.52 Volgn. 125. Jaarwedden der onderwijzers (Lager on derwijs)477.86' Volgn. 127. Toelagen en bijdragen tot opleiding van onderwijzers589.17' Volgn. 128. Kosten van het herhalingsonderwys 134.20 Volgn. 137. Kosten van schoolbibliotheken123.12' Volgn. 139, Kosten der bewaarscholen326.04 Volgn. 141. Kosten van de inrichting voor de opleiding van Oost-Indische ambtenaren1438.28 Volgn. 145. Kosten van de Gemeente-Apotheek (2* Ge neesmiddelen) 616.04' Volgn. 146. Kosten van verpleging van arme krank zinnigen 1584.57 f 10220.15 Verhoogd worden de volgende artikelen: Volgn. 67. Jaarweddeii van de sluiswachters, brug wachters en dergelijken Volgn 70. Reis- en verblijfkosten Volgn. 71. Kosten van licht- en brandstoffen. Volgn. 76. Onderhoud en aankoop van meubelen voor het Raadhuis Volgn 77. Kosten van verteringen ten behoeve van het Huishoudelijk Bestuur, bureau van stemopnemingen van commissiën Volgn. 80. Kosten van kiezerslijsten en van het uit oefenen der kiesverrichtingen Volgn 88. Onderhoud van straten en pleinen Volgn. 90. Onderhoud van wandelplaatsen en plant soenen Volgn. 91. Onderhoud van bruggen en overzetveren Volgn. 93. Onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren sluizen en andere waterwerken Volgn. 94. Onderhoud van klokken, horloges, speel werken en dergelijke Volg. 97 Kosten voor het verstrekken van en aanleg voor duinwater 16 07 13.38 59.28 181.37 127.60 63.50 794.62 330.85' 132.39' 84.20 4.50 947.33

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 2